Maandag 12 juli 2010 – Berlijn

Het leuke aan vakantie is dat er eindelijk nog eens tijd is voor ochtendseks op een weekdag. Minder leuk is het als tijdens deze ochtendlijke oefeningen plots de poetsvrouw de deur van de hotelkamer open doet. Gelukkig hebben wij goede reflexen en was er een deken in de buurt. De poetsvrouw was zo mogelijk nog sneller buiten dan binnen. 😉

De weersvoorspellingen voor vandaag waren: 38 graden en zon, véél zon. Ik geef toe dat we even de moed in onze schoenen voelden zakken, maar hey, het was onze eerste dag Berlijn, veel water drinken en we zouden het wel overleven. Ik denk dat ik nog nooit zoveel gedronken heb op een dag, en neen, dan bedoel ik niet alcohol.

Ontbijten deden we in een kleine bar om de hoek. Veel goedkoper dan in ons hotel zelf waar ze woekerprijzen vragen voor een simpel ontbijt. Om de hitte te ontvluchten, besloten we een museum te doen. Op naar de Museumsinsel (het museumeiland). Onze keuze viel op het Pergamonmuseum, omdat we wel zin hadden in een wandeling door de oudheid. Het museum dankt zijn naam aan het Pergamonaltaar dat gedeeltelijk werd gereconstrueerd in de eerste hal. Pergamon was een Griekse stad gelegen in het huidige Turkije. De indrukwekkende friezen met het gevecht tussen Olympische goden en giganten aan de buitenzijde van het altaar en het levensverhaal van Telephos aan de binnenzijde van het heiligdom deden me sterk denken aan de Elgin marbles, met dit verschil dat Turkije blijkbaar niet de nood voelt deze prachtige overblijfselen uit de Oudheid terug te eisen.

Ook zeer mooi: de Aleppo-kamer, de marktpoort uit Milete, de façade van het Mshattapaleis en de Ishtarpoort uit Babylon. Ik was het meeste onder de indruk van de Ishtarpoort die duidelijk maakte hoe machtig de verdwenen Babylonische beschaving moet zijn geweest. Respect ook voor de archeologen en oudheidkundigen die de brokstukken aan mekaar gepuzzeld hebben.

Heel interessant vond ik de afdeling waar op zoek gegaan werd naar de kleur die de oudheidkundige beelden vroeger hadden. Door onderzoek te doen naar verfresten, gebruik te maken van ultraviolet licht en de corrosie van beelden te bestuderen, kon men een redelijk accurate reconstructie maken van de kleuren. In mijn hoofd zijn klassieke beeldhouwwerken altijd sober wit of grijs. Dit beeld stemt echter niet overeen met de werkelijkheid. Toch was het even wennen om geconfronteerd te worden met die felgekleurde beelden.

Het museum wist ons zo te boeien dat we pas rond half zes weer buiten stonden. Net op tijd om aan boord te gaan van één van de vele toeristische boten die toeristen via een rondvaart op de Spree een andere blik op Berlijn bieden. Het boottochtje zorgde voor een beetje verkoeling en wij genoten van de grote architecturale verscheidenheid van Berlijn.

En daarmee was het tijd voor het avondeten. Hiervoor trokken we naar het Nikolaiviertel, een kleine gezellige buurt waar vroeger de oudste huizen van de stad stond. Nu bestaat de wijk grotendeels uit kopieën van historische gebouwen. Mijn gids raadde ons Zum Nussbaum aan, een klein restaurant waar de traditionele Berlijnse keuken wordt geserveerd. Mijn vriend en ik lieten ons niet kennen en bestelden allebei de specialiteit van het huis: “Vater Zilles Jaumenschmeichler”, een bord met Schusterjungen, Sol-Ei, Boulette, Rollmops, Schmalz und Spreewälder Salzgurke. Over het gerecht kan ik kort zijn: dat was een vergissing. Niet dat het slecht was, het was gewoon helemaal mijn ding niet. Ik ben sowieso al geen fan van gehakt, de rolmops kon er mee door, maar vloekte me net iets te hard met het gehakt, de augurken vond ik te zout en het brood met reuzel was yakkie bah.

Na het eten wandelden we naar Alexanderplatz, een groot en lelijk, maar erg levendig plein. Kan me voorstellen dat dit een populaire uitgangsplaats is. Onze pijp was echter bijna uit, dus van uitgaan zou er sowieso niet veel meer komen. Even dachten we er nog over om de Fernsehturm te bezoeken, maar we beslisten dit uit te stellen tot een later moment.

We eindigden onze avond op een boot die voor anker lag in de Oude Berlijnse haven waar ik een glaasje schuimwijn dronk en mijn vriend een superstraffe Red Russian (aja, Russen zijn geen watjes, he). In de verte zagen we de bliksemflitsen van een naderend onweer. Al bleef het waar wij zaten droog. We genoten van het schouwspel van moeder natuur. Heel de ervaring deed me terugdenken aan die keer, lang, lang geleden, toen ik met een vriendin op een boot in Praag wodka orange zat te drinken terwijl we in de verte bliksemschichten zagen. Dat magische moment beleefden we vandaag opnieuw. Hopelijk brengt het onweer morgen verfrissing.

PS: Vandaag twee keer onze reisgids ergens laten liggen. Gelukkig twee keer bijtijds gemerkt en hem zonder problemen teruggevonden Oef.

Zondag 11 juli – Laatste dag in Dresden

Vandaag stond onze wekker om negen uur. Onze tweede dag en laatste dag in Dresden begonnen we met onze valiezen te maken. Het voordeel van met de wagen reizen, is dat je zoveel meeneemt als je wil. Het nadeel is dat je veel te veel meeneemt en dat je dus steeds met al die bagage moet zeulen als er van hotel gewisseld wordt.

Eer we goed en wel uitgecheckt waren was het alweer half elf en besloten we dezelfde truc als gisteren toe te passen: een vroeg middagmaal. Op het terras van restaurant Sophienkeller aten we een spaghetti met groenten. Koolhydraten om vandaag goed te kunnen stappen. Heel toevallig waren we op het terras terecht gekomen van één van de twee restaurants uit Dresden die door mijn reisgids aanbevolen werden. Na een bezoek aan het toilet werd duidelijk waarom. In de gang naar het toilet werd je verwelkomd door een betoverde spiegel die je uitriep tot de mooiste van het land. Daarna zwaaide de deur naar het toilet volautomatisch open. Geweldig. :) Onder het gebouw bleek zowaar een gigantische kelder verstopt met houten tafels en zitbanken en alkoven en twee varkens die rondjes draaiden aan het spit. We wisten meteen waar we ons avondmaal zouden nuttigen.

Na het ontbijt/middagmaal trokken we naar de magistrale Frauenkirche. De Frauenkirche werd volledig verwoest tijdens de tweede wereldoorlog. Tot in de jaren negentig lag op dezelfde plaats waar nu de prachtige kerk verrijst een met rozen overgroeide ruïne. In 1993 begon men met de wederopbouw en vandaag kan Dresden weer trots zijn op dit prachtig staaltje bouwkunde. Een ritje met de lift en enkele trappen later lag Dresden aan onze voeten. En ja, gisteren hadden we ook al van een schitterend uitzicht kunnen genieten, maar geef mij een toren en ik wil naar boven. 😉

Jammer genoeg mochten we in de Frauenkirche “uit eerbied voor god” geen foto’s nemen. Als er al een almachtig wezen dat zichzelf god noemt, zou bestaan, zou dat er dan werkelijk wakker van liggen dat ik wat fotootjes van het gebouw neem waar het aanbeden wordt? Ik denk het niet. Dus heb ik er stiekem toch enkele gemaakt.

Na de beklimming van de Frauenkirche wandelden we wat rond in het centrum van Dresden waar een fietshappening plaatsvond. Honderden dappere fietsers (in temperaturen van meer dan dertig graden kruip ik liever niet op de fiets) deden zich te goed aan braadworsten, bier en ander fastfood. Zelf liet ik me verleiden tot de aankoop van een bekertje kwark (platte kaas met heel veel suiker) met drie smaakjes: vanille, kirsch en mojito (dat laatste smaakje was geen succes).

Het werd ons toch een beetje te heet, daarom besloten we de koelte van een museum op te zoeken. De Zwinger was vlakbij en bood een collectie schilderijen van oude meesters, wapentuig en bijzonder porselein. We begonnen met de Gemäldegalerie Alte Meister. Schitterende werken van Rembrandt, Canaletto, Vermeer, Rubens, van Eyck, Velázquez en Titiaan zorgden voor een overbelasting van mijn zintuigen. Hoe schitterend ik deze schilderijen ook vind, op den duur ben je zo overdonderd door het overaanbod dat je er niet meer in slaagt alles op te nemen. Ik zal nog eens moeten terugkomen.

Na de schilderijen volgden de wapenuitrustigen van de Rüstkammer aan een iets hoger tempo. Verontrustend toch dat iets zo dodelijk zo mooi kan zijn. Prachtige pistolen, schitterende lansen en dolken, de een al dodelijker dan de ander. Gelukkig waren er ook praalharnassen voor ridder én paard die van boven tot onder met de fijnste afbeeldingen versierd waren en beslist nooit een slagveld of riddertoernooi gezien hadden. Er restte ons nog een klein beetje tijd tot het museum sloot. Net genoeg om nog een snelle blik op het porselein te werpen. Iedereen die mij een beetje kent, weet dat ik dol ben op “pottekes”, wel de Porzellansammlung bezorgde me bijna een indigestie. Vooral de levensgrote dierenbeelden in porselein waren magnifiek. Of heeft u ooit al een Cassowary in porselein gezien?

Tijd voor het avondeten waarvoor we terugkeerden naar de Sophienkeller. We lieten ons bedienen door de in middeleeuwse kledij gestoken meisjes en kozen voor twee traditionele gerechten met varkensvlees: Sächsischer Sauerbraten mit Apfelrotkraut und Königskloss en Ferkel im Brotteig mit Sauerkraut, Sef und Röstzwiebeln eingebacken, dazu hausgemachter Weisskrautsalat (zeg nu zelf, klinkt dat niet geweldig?). En daarmee zat ons bezoek aan Dresden erop. We keerden terug naar het hotel en begonnen aan de twee uur durende autorit naar Berlijn.

In het hotel aangekomen dronken we om onze goede aankomst te vieren nog een veel te dure en veel te waterige cocktail (alcohol in Duitsland is pokkeduur) terwijl we met een half oog de wereldbekerfinale tussen Spanje en Nederland volgden. Ik keek net op van mijn computer waarop ik mijn verslag zat te typen toen Spanje in de verlengingen het winnende doelpunt scoorde. ‘t Is niet dat ik het de Nederlanders niet gunde, maar ik gunde de Spanjaarden deze overwinning toch net iets meer. Spanje werd wereldkampioen en wij gingen slapen. Op naar de volgende dag!

Zaterdag 10 juli – Eerste dag in Dresden

Omdat we de vakantie niet wilden beginnen met een torenhoog slaapgebrek, was de afspraak: geen wekkers deze ochtend. Het lukte ons zowaar om tot half elf uit te slapen. Jammer genoeg schrok ik wakker met de wetenschap dat ik op het werk één los eindje was vergeten vast te knopen. Achja, de wereld zal er niet door vergaan, maar het is wel een beetje vervelend. Het lijkt erop dat ik dus weer even nodig zal hebben om de omschakeling werk-vakantie te maken.

Na in het hotel wat folders met info over Dresden bekeken te hebben, was het al bijna middag. We sloegen het ontbijt over en stapten een sushizaak binnen met de originele naam Sushi&Wein, gelegen op een paar meter van ons hotel. 9,5 euro per persoon voor all you can eat sushi. Er bestaan slechtere deals op de wereld. En voor zo’n lage prijs viel de sushi best goed mee.

Na het middagmaal stapten we in de drukkende hitte naar de Zwinger, een prachtig barok gebouw daterend uit 1732. We wandelden onder de Kronentor naar de grote binnenplaats en bewonderden de grote verscheidenheid aan beelden die de balustrades sierden. Na een kijkje genomen te hebben bij het Nymphenbad (een barokke fontein), werd de hitte mij even te veel. Misschien was het een combinatie van slaapgebrek en de hitte of had ik wat te veel sushi gegeten. Feit is dat ik het gevoel had dat alle energie uit me weggestroomd was en ik me niet in staat achtte nog een vin te verroeren. Twee flesjes van een halve liter water later, voelde ik me weer beter.

We zochten de verkoeling op van de Hofkirche. Een kerk die net als het overgrote deel van Dresden de verwoestende nacht van 13 op 14 februari 1945, toen Britse en Amerikaanse vliegtuigen met brandbommen de stad in as legden, niet overleefde. De barokke kerk werd echter heropgebouwd en doet nu dienst als katholieke kathedraal in het protestantse Dresden.

Tijd voor een bezoekje aan de andere oever van de Elbe. We liepen over de Augustusbrücke richting Neustadt waar de Goldenen Reiter, blinkend op z’n paard ons verwelkomde. Net als de rest van Dresden, ontkwam de Neustadt niet aan de verwoestingen van de tweede wereldoorlog en daardoor heeft dit stadsdeel, volgens mijn reisgids, zijn vroegere glans verloren. Toch was ik gecharmeerd door de mooie schaduwrijke laan met platanen waarlangs winkels en restaurants gelegen waren. We kochten in een plaatselijke supermarkt nog enkele liters water (door de airco op het werk ben ik die hitte niet meer gewoon) en keerden op onze stappen terug.

Een reis is niet volledig zonder boottochtje. Stipt om vijf uur vertrok onze stoomboot voor een Stadtrundfahrt op de Elbe. Het werd een zalig ontspannend tochtje en ik voelde me weer helemaal de oude. De gids gaf uitleg in het Duits en in het Engels. Al vergat ze soms de Engelse vertaling, toch kon ik de uitleg goed volgen. Ik denk dat de mensen hier heel duidelijk spreken, want ik versta ze beter dan verwacht. Om te vieren dat ik de kleine inzinking van vlak na de middag overwonnen had, dronk ik een glaasje sekt. Mijn vriend zocht verkoeling bij een Eiscaffé.

De gids op de boot legde uit dat Dresden qua oppervlakte de derde grootste stad van Duitsland is, al heeft de stad slechts een half miljoen inwoners. Dit heeft tot gevolg dat Dresden een heel groene stad is met veel open ruimte. Het water van de Elbe wordt tegenwoordig steeds schoner. Dat konden we met eigen ogen zien, want overal langs de oevers zaten mensen pootje te baden en werd er gezwommen. De oevers zijn zeer groen en op de meeste plaatsen niet ingedijkt.

We voeren langs enkele prachtige kastelen, gelegen op heuvels die over de Elbe uitkeken. Op die heuvels worden druiven voor witte wijn geteeld. Ongetwijfeld zal het mooie weer dit jaar voor een goede oogst zorgen. Aan het Blaues Wunder, een blauw geschilderde hangbrug van 141,5 meter lang, gebouwd in 1891-1893 keerde onze boot om. Op het einde van de rit genoten we ter afsluiting van het Canaletto-zicht op de torens van de stad. Boottochtjes en ik, dat klikt altijd. 😉

Na de boottocht trokken we richting het oude stadsgedeelte. Aan de balie van het hotel had men ons gezegd dat het zaterdag Museumnacht was. We besloten te profiteren van het feit dat de belangrijke musea tot 1 uur ‘s nachts open bleven en kochten een ticketje voor het Grünes Gewölbe in het Residenzschloss. Een collega had me op het hart gedrukt dat ik dit zeker niet mocht missen, maar ik had niet verwacht zo’n pracht en praal te zien.

Het lijkt wel of alle wonderen in de wereld verzameld zijn in het Grünes Gewölbe: de grootste groene diamant, prachtig gedraaid ivoor (uit een tijd dat het nog niet illegaal was in ivoor te handelen), kunstig bewerkte kersenpitten (jawel!) met meer dan honderd gezichtjes op, slechts goed waarneembaar met een vergrootglas, fabelachtige juwelen, drinkbekers met wondere wezens, bewerkte kokosnoten en struisvogeleieren, zeeschelpen verwerkt tot fabeldieren, een magnifieke maquette waar je gerust een dag naar kon kijken om steeds nieuwe details te ontdekken, goud, zilver, edelstenen, halfedelstenen, bergkristal,… Het is te veel om op te noemen en jammer genoeg was het strikt verboden te fotograferen, waardoor de herinneringen aan al dit moois langzaam zullen vervagen.

Het grappige is dat er ter gelegenheid van de museumnacht een quiz was. Mijn vriend en ik kregen allebei een blaadje in de hand gedrukt met daarop vragen in het Duits. Hierdoor lieten we ons echter niet ontmoedigen en met wat hulp van medebezoekers slaagden we erin alle vragen op te lossen. En nu weet ik meteen wat het Duitse woord voor hagedis is Eidechse. Alle deelnemers kregen een prijs. Die van ons bestond uit een button met een gouden drankenkop. Fier als een pauw spelden we dit ereteken op.

Terwijl de zon haar laatste stralen over Dresden uitstrooide, beklommen wij de Hausmannsturm van het Residenzschloss. Op het terras bovenaan hadden we een magnifiek uitzicht over de stad en haar rivier. In de verte hoorden we gejuich. Een doelpunt voor Duitsland tijdens de kleine finale tegen Uruguay. De hemel kleurde rood en er werd druk gefotografeerd om dit schouwspel digitaal te vereeuwigen.

Na het bezoek aan het Residenzschloss stelden we vast dat het al half tien was en we, op de sushi ‘s middags na, niets meer gegeten hadden. We zochten een plaats op het dichtsbijzijnde terras van een restaurant met de weinig Duitse naam Palais Bistro. Gelukkig was de keuken nog open en werd er niet veel later een lekkere canard à l’orange voor onze neus gezet. Terwijl we zaten te eten liep de match tegen Uruguay ten einde en barstte er een luid gejuich los in de stad. Overal hoorden we vuurwerk knallen en auto’s reden toeterend door de straten. Duitsland eindigt derde in de wereldbeker voetbal 2010.

Na het eten was onze pijp uit en keerden we terug naar het hotel.

Vrijdag 9 juli – De rit naar Dresden

Veel valt er niet over te zeggen, eigenlijk. De rit was lang en saai. We zijn langs kilometers en kilometers wegenwerken gereden. Het is zalig om op de plaatsen waar dit toegelaten is het gaspedaal eens goed diep in te drukken en de kilometers op de GPS naar beneden te zien gaan.

Duitse wegrestaurants zijn superproper, zelfs de toiletten zijn onberispelijk schoon. Echt een plezier om een pitstop te maken. De mensen schijnen mijn pogingen tot Duits redelijk goed te begrijpen en ik versta de taal van Goethe beter dan ik had verwacht, want het is niet zo dat ik tegenwoordig nog veel met Duits in contact kom.

Het laatste uur van de rit kon ik mijn ogen echter niet meer open houden, zelfs al had ik me vast voorgenomen om wakker te blijven. Gelukkig had mijn vriend genoeg koffie gedronken om de rit tot een goed einde te brengen.

In het hotel aangekomen zag ik sterretjes van vermoeidheid. Het nachtleven van Dresden zouden we wel op een ander moment opzoeken. Niets is heerlijker dan de verlossing van de slaap na een vermoeiende dag.

Barcelona – 3 april 2010

We begonnen deze dag met een ontbijt bestaande uit enkele ontbijtkoeken die we nuttigden terwijl we onder een dreigende wolkenhemel naar het beroemdste gebouw van Barcelona stapten: de Sagrada Família. Mijn broer begon al te zuchten toen hij de lange, lange rij wachtenden zag staan. Maar we slaagden erin hem te overtuigen om in de rij te gaan aanschuiven. Gelukkig hadden we een laptopje bij en konden we het wireless signaal van de MacDonalds in de buurt oppikken. 😉

Al bij al ging het aanschuiven vrij vlot, vond ik, maar ik moet wel toegeven dat ik zo nu en dan de rij verlaten heb om foto’s te nemen en ik ondertussen ook info over de hop-on hop-off bus was gaan vragen. Toch handig zo’n place-holders. De Sagrada zelf maakte op mij minder indruk dan de eerste keer dat ik er was. Ondertussen heb ik al wat meer van de wereld gezien en ik vermoed dat mijn waw-grens waarschijnlijk een beetje is opgeschoven. Al is het uitzicht vanaf de torens uiteraard prachtig en blijft de geboortegevel met zijn vele details een wonder van vakmanschap.

Ons bezoek aan de Sagrada had, het aanschuiven inbegrepen, een ganse voormiddag geduurd. Tijd voor een snelle lunch met pizza in één van de toeristische eetgelegenheden vlakbij de Sagrada. Daarna sprongen we op de hop-on hop-off bus richting Park Güell. B, de vriendin van mijn broertje had vóór we op reis vertrokken te kennen gegeven dat ze dit park beslist wou zien. En wie ben ik om haar dit plezier te ontzeggen?

Tegen dat we in Park Güell waren, had de zon de donkere wolken verdreven en konden we genieten van schitterend lenteweer. Aan de ingangspoort van het park moesten we even naar adem happen. Zoveel volk! En uiteraard wilden alle toeristen op de foto met de bekende drakenfontein. Enfin, reden genoeg om er niet te lang te blijven plakken. Verder in het park was het al veel beter. We genoten van de wonderen van Gaudí, zochten een plekje op de beroemde terrassen, keken naar de straatartiesten en voelden de zon op onze huid prikken. We klommen tot aan het hoogste punt van het park: de Turó de les tres creus en genoten van het uitzicht.

Na een welverdiend ijsje sprongen we opnieuw de bus op voor een ritje door Barcelona. We passeerden langs Camp Nou waar er net die avond een wedstrijd was. De straten zagen zwart van het volk. Indrukwekkend. We lieten ons door de straten van Barcelona rijden en genoten van de avondbries. We stapten af aan la Pedrera, maar omdat er nog een gigantisch lange rij mensen stond aan te schuiven en sluitingstijd nog maar anderhalf uur van ons verwijderd was, stelden we ons bezoek uit tot de dag erna.

Er volgde een hele zoektocht naar een geschikt restaurant. Mijn gids raadde verschillende adressen aan, maar die bleken ofwel gesloten ofwel pas om half negen open te gaan (die Spanjaarden en hun vreemde eetgewoonten toch) ofwel volzet. Uiteindelijk kwamen we bij een Italiaan op de Passeig de Grácia terecht. Een goede keuze zo bleek al snel toen we de schattige tapas op stokjes in mooie glaasjes gepresenteerd kregen. En de cocktails waren duur, maar zalig lekker. Als dessert kreeg mijn vriend iets wat ik alleen maar kan beschrijven als hondendrollen op brownies, maar naar het schijnt smaakte het beter dan het eruit zag.

Een nachtelijke wandeling bracht ons terug naar ons hotel. Op naar de volgende dag.

Barcelona – 2 april 2010

Na lang overpeinzen, heb ik dan toch maar besloten een paar verslagjes van onze citytrip naar Barcelona te maken. Per slot van rekening was dit een historische reis: de eerste keer dat mijn vriend en ik vergezeld werden door mijn broer en zijn vriendin. Mijn broer is normaal niet zo aan reizen, maar hij liet zich verrassend gemakkelijk overhalen om samen met ons Barcelona te verkennen. Mensen die niet geïnteresseerd zijn in reisverhalen, sla deze en volgende blogstukjes gerust over.

Na een goede nachtrust en een verkwikkende douche trokken we de stad in. We waren de avond voordien laat aangekomen en hadden al een blik op nachtelijk Barcelona kunnen werpen. Voor mij was dit de tweede keer dat ik Barcelona bezocht. Op uitdrukkelijk verzoek van mijn broer had ik alle musea uit mijn planning geschrapt, want hij is niet zo’n kunstliefhebber. Jammer, want vooral het MNAC had mij bij mijn vorige bezoek erg weten te bekoren. Gelukkig heeft Barcelona meer te bieden dan musea alleen. Voor mijn broer bleef het allemaal gelijk wat we zouden doen, zolang hij maar gewoon kon volgen en niets moet regelen.

First things first: ontbijten! We hadden geen ontbijt in het hotel genomen omdat we 14 euro toch een beetje overdreven vonden voor wat brood en koffiekoeken. Na een zoektocht die voor mijn hongerige maag net een tikkeltje te lang duurde, kochten we voor geen geld wat koffiekoeken bij een plaatselijke bakker en netselden we ons op een bankje voor een kerkje in de Barri Gótic, het oudste gedeelte van de stad. Omringd door duiven die graag een kruimeltje meepikten, genoten we van de mooie zonnige ochtend.

Eerste halte: de kathedraal van Barcelona. De kathedraal is een wonderlijk samenraapsel van stijlen. De oudste elementen van de kathedraal dateren van de dertiende eeuw, de meest recente aanvulling (eind negentiende eeuw) is de lelijke gotische gevel die als een tang op een varken staat. Het mooiste aan de kathedraal is zonder twijfel de pandgang waar naar eeuwenoude traditie ganzen gehouden worden.

Eén van mijn favoriete pleintjes is de Plaça del Rei een plein waar zich vroeger het machtscentrem van de stad bevond. Met een slinkse smoes slaagde ik erin mijn broer toch een museum binnen te lokken, want die prachtige Romeinse ruïnes onder het huidige Barcelona die moest hij toch echt wel gezien hebben. De ruïnes bieden een verbluffend inzicht in het leven ten tijde van de Romeinen. Echt een aanrader voor iedereen die Barcelona bezoekt.

Tijd voor een snel middagmaal met een slaatje en dan verder naar de beroemdste straat van Barcelona: La Rambla, waar het zoals gewoonlijk erg druk was. We wandelden in de richting van de zee en maakten een korte tussenstop aan het momument a Colom. We konden het niet laten om de piepkleine lift naar boven te nemen om te genieten van het uitzicht over Barcelona. Voor mensen met claustrofobie is dit een te vermijden bezienswaardigheid, want niet alleen de lift is behoorlijk krap uitgevallen, ook boven is het drummen voor een plaatsje.

Daarna maakten we een boottochtje met de golondrinas.  Een stevig windje en een volle zon zorgden voor verwaaide haren en verbrande neuzen, al had het net een tikkeltje warmer mogen zijn. Moet heerlijk zijn om in de zomer af te koelen. Als echte Spanjaarden waagden we ons zo rond een uur of zes aan de tapas in de (zeer toeristische) keten Tapa Tapa. De bediening was ronduit slecht, maar de tapas waren ok, al had ik meer verwacht van de patatas bravas die iets te veel in de looksaus dreven.

Tijd voor een mooie wandeling in de avondzon langs het water en door Barceloneta op zoek naar het restaurant dat aanbevolen werd in mijn reisgids . Ei zo na zag ik het niet meer zitten, wegens een overvolle blaas, gelukkig kwamen we onderweg een ziekenhuis tegen waar ik mijn blaas kon ledigen. Meteen het smerigste toilet dat ik deze reis gezien heb.

In restaurant Agua was er nog net een tafeltje voor vier vrij met zicht op zee. We bestelden een flesje wijn en genoten van het eten. Omdat we nog niets gedaan hadden voor de verjaardag van de vriendin van mijn broer, maakten we er een etentje ter ere van haar verjaardag van. Ze was dan wel al drie maanden geleden verjaard, bestaat er een betere plaats om  je verjaardag te vieren dan Barcelona? Een mooie afsluiter van de dag.

Reislijstje

Ik zag bij Rozebril een lijstje met reizen die ze al gemaakt heeft en die ze nog wil doen. Het lijstje met bestemmingen die we al achter de kiezen hebben, zal ik jullie besparen. Her en der vind je daar wel iets over op deze blog. Maar ik houd dus al jaren in mijn pda een lijstje bij met vakantiebestemmingen die me de moeite lijken. Bij deze publiceer ik dit lijstje op het WWW, in willekeurige volgorde:

  • Japan
  • Moskou (Rusland)
  • Sint-Petersburg (Rusland)
  • Milaan (Italië)
  • Wrocław (Polen): gaan we deze zomer naartoe
  • Boedapest (Hongarije)
  • Trier (Duitsland)
  • Rijsel (Frankrijk)
  • Carcassonne (Frankrijk)
  • Berlijn (Duitsland): ook voor deze zomer gepland
  • Porto (Portugal)
  • Kroatië
  • Montenegro
  • Dresden (Duitsland): voor deze zomer
  • Noorwegen
  • Kopenhagen (Denemarken): bezoeken we deze zomer
  • Riga (Letland): u raadt het al, ook voor deze zomer gepland
  • Istanboel (Turkije)
  • Curaçoa
  • Costa Rica
  • Mauritius
  • Mexico
  • Peru
  • Argentinië
  • Madeira
  • Meersburg (Duitsland)
  • Canada (al geweest, maar enkel in Montréal en Toronto, ik zou ook graag de natuurparken zien)

Voor we naar de Spaans sprekende landen gaan, wil ik graag eerst wat Spaans gestudeerd hebben. Enfin, we weten nog wat doen, de komende jaren. 😉