Vandaag staat de wekker om 8u. We nemen een douche, zetten ons mondmasker op en trekken naar het ontbijt dat geserveerd wordt in een prachtige ruimte van dit vroeger ongetwijfeld zeer voorname herenhuis. Het ontbijt is gewoontjes: een hardgekookt ei, een stuk stokbrood, wat smeerkaas en een potje appelmoes. Kortom, zeer Frans. Het levert ons voldoende energie op om de dag te beginnen, maar niet meer dan dat. Naast ons, is er nog één ander koppel aan het ontbijten, niet bepaald en stormloop dus.
Vandaag plannen we een stuk van de GR34-route langs de kustlijn van Dinard te wandelen. Met temperaturen die net de twintig graden halen, is het niet bepaald strandweer. We wandelen van ons hotel naar Plage du Port Blanc en beginnen daar aan de wandeling langs de ruige, rotsachtige kust.
We hebben amper twintig minuten gewandeld of we stuiten op een wegversperring: het pad is ingestort. We moeten dus helemaal terugkeren en een vrij grote omweg maken om aan de andere kant van de instorting uit te komen.
Het is echt prachtig wandelen. Achter elke bocht ontdekken we weer een nieuwe baai met witte zandstrand, waarop we, ondanks de ietwat frisse temperaturen, redelijk wat zonnekloppers ontwaren. Het is bijna vloed en de zee gooit zich schuimend en bruisend op de rotsen. Prachtig toch, die ongeremde kracht van de natuur.
Voor de lunch stoppen we op Plage de Saint-Enogat, een mooi strand met een restaurant op de dijk met de originele naam, Les Terrasses de Saint-Enogat, waar ik mijn eerste Bretoense hartige pannenkoek (galette) eet met kaas, aardappel en spek. Lekker! Bij mijn eten drink ik een glas kir breton.
Na een sanitaire stop (met een mondmasker naar het toilet, het blijft toch wennen), zetten we onze wandeling verder. Hoe dichter we Dinard naderen, hoe drukker het wordt op het wandelpad. Op de meeste plaatsen is het gewoonweg onmogelijk om één meter (de anderhalve meter van Bretagne) afstand te houden. We kunnen niet anders dan vaststellen dat de mensen over het algemeen vrij nonchalant met de regels lijken om te gaan.
Naarmate de wandeling vordert, komt de zon steeds vaker door de wolken, tot het wolkendek volledig verdwijnt. In de schaduw blijft het serieus frisjes, maar op de zonnig stukken van het pad is het puffen. Het is alleszins warmer dan we verwacht hadden.
We wandelen langs het mooie strand van Dinard (Plage de l’Écluse), maken een kleine tussenstop bij Le Moustache voor een ijsje en gaan verder naar de baai waar we gisterenavond al die bootjes zagen liggen. We passeren langs restaurant La Passerelle du Clair de Lune, dat een diner aanbiedt dat ons doet watertanden, maar ja, jullie raden het al: volzet. Het is duidelijk dat het coronavirus de Fransen niet van hun culinaire geneugten zal afhouden.
Op onze tocht noteren we twee plekken waar het mogelijk is om een paddle board te huren. De weerberichten geven warmer weer naar het einde van de week toe, ideaal om te watersporten.
Ons oorspronkelijk plan was om helemaal tot aan de Barrage de la Rance te wandelen, maar ergens in de helft van de Baie du Prieuré houden we het voor bekeken. Ik moet dringend een sanitaire stop inlassen en de toiletten van het strand waarlangs we passeren zijn zo verschrikkelijk dat ik sneller buiten dan binnen sta. We hebben ondertussen al ettelijke kilometers in de benen en besluiten onze wandeling af te breken en terug te keren naar ons hotel dat zich vlakbij het Plage du Prieuré bevindt (waar het ook mogelijk is om te paddle boarden en kajakken).
Op de terugweg naar het hotel passeren we langs het chique restaurant Didier Meril met een prachtig zicht op de baai. Snel online gekeken of er nog plaats was en jawel, we hebben geluk! We twijfelen niet en reserveren meteen een tafeltje voor twee personen voor donderdag 30 juli.
Na mijn dringende sanitaire stop op het hotel merken we dat we allebei de kracht van de zon onderschat hebben. Toen we vertrokken op onze wandeling was het nog min of meer bewolkt en omdat het redelijk fris was, hadden we geen zonnecrème meegenomen. De weinige zon die er was, had alleszins veel effect op onze velletjes, want je ziet heel duidelijk tot waar mijn driekwart mouwen kwamen en mijn armband is een streepje wit tussen rozig rood. Nochtans hebben we de voorbije weken al stevig wat zon gezien. Het moet zijn dat in Frankrijk de zon harder schijnt. 😉 Gelukkig valt de schade mee. Les geleerd, de komende dagen gaat de zonnecrème standaard in de rugzak van het fototoestel.
Omdat het te vroeg is om al te gaan eten, aperitieven we in het gezellige voortuintje van het hotel met een glas cider en een Leffe. De voortuin ligt in de schaduw en het was er bepaald frisjes. Het verschil tussen zon en schaduw bedraagt naar mijn aanvoelen bijna 5 graden.
We drinken ons glas op en verlaten de schaduw voor de zon. We slenteren op het gemak naar het mooie strand (Plage de L’Écluse) van Dinard en stappen vervolgens een winkeltje met souvenirs binnen om te kijken of ze er misschien mondmaskers met Bretoense motieven verkopen. Helaas, de merchandising is nog niet aangepast aan de huidige situatie. In een biscuiterie met allerlei koekjes, confituren en karamelbereidingen vinden we een whisky uit de regio. Even online zoeken: de whisky is duurder geprijsd dan de flessen we online vinden. Gelukkig vinden we exact dezelfde whisky, de Armorik single malt, in een winkeltje een paar meter verder aan een veel goedkopere prijs. Plus we mogen proeven! Daarvoor doen we graag even ons mondmasker uit!
Voor het avondmaal hebben een tafeltje gereserveerd in restaurant l’Attiseur, wat ‘de aanstoker’ zou betekenen. Beetje een vreemde naam voor een restaurant, maar zolang het eten lekker is, klagen wij niet. Aangezien het ‘s avonds behoorlijk frisjes is, kiezen we voor een tafeltje binnen. Bij het bestuderen van de menukaart valt ons nogmaals op hoeveel goedkoper het eten in Frankrijk is in vergelijking met België. Voor amper 34 euro heb je een heel kwaliteitsvolle driegangenmenu.
We starten onze maaltijd met een aperitief van het huis met cointreau, aperol spritz en crémant. Niet helemaal mijn ding, maar soms moet je al eens uit je comfortzone treden. Mijn voorgerecht met sint-jacobsvruchten is geweldig lekker en ook het hoofdgerecht is fantastisch. Alleen de reuzemacaron valt me een beetje tegen: té groot en té zoet. Beetje jaloers op de kaas van mijn vriend. De wijn die we bij de maaltijd drinken, is uitstekend. En naar goede gewoonte sluiten we af met een glaasje champagne. Wie zegt er dat je champagne alleen maar als aperitief kan drinken?
Saint-Jacques / risotto de céleri / beurre d’ail:
Filet de bar / risotto crémeux / asperges / huile vierge:
Macaron chocolat / fève de tonka:
Kaasbordje:
Terug in het hotel spoelen we het vuil van de dag van ons af en smeren we dikke lagen zon op ons ondertussen rode velletje. Benieuwd wat morgen zal brengen.