15 oktober: Chinese tempel, Petronas Towers, KL Tower, Merdeka Square

Voor de eerste keer in mijn leven met roti canai, een typisch Maleisisch gerecht, ontbeten. Roti Canai lijkt op nog het meeste op naan en wordt warm geserveerd met curry of dahl. Meer dan meel, zout, water en olie heb je trouwens niet nodig om dit brood te maken. Heerlijk!

Na afscheid genomen te hebben van mijn ijverige vriend, trok ik opnieuw in mijn eentje de stad in. Ik had even geen zin om weer de hop-on hop-off bus te nemen en besloot een beetje te stappen. Als ik het beu zou worden, kon ik nog altijd een ander vervoermiddel nemen.

Ik begon mijn tocht in de Chinese tempel vlakbij ons hotel. Alweer een schitterende tempel met een overdaad aan goud en fantastische boeddhabeelden. Ik wandelde verder en tien minuten later stond ik in KLCC shopping mall, het winkelcentrum in hét bekendste gebouw van gans Maleisië: de Petronas Twin Towers. KLCC zit tjsokvol chique boutiques met merkkledij. Ze hebben er zelfs een Patek Philippe shop! Niet dat ik over het budget beschik om daar iets te kopen. 😉 Ik kocht me er wel een eivormig zacht chocoladegebakje dat de toepasselijke naam chocolat velvet droeg en dat even lekker was als de naam deed vermoeden.

Ik liet het shopping center voor wat het was en begaf me naar de voorkant van de befaamde torens. Dé toeristische attractie van KL. Letterlijk íedereen wil op de foto met de Twin Towers op de achtergrond . En ja, de voormalige hoogste torens ter wereld zijn bepaald indrukwekkend met hun 88 verdiepingen en een hoogte van 452 m. De torens zijn ontworpen door de Argentijnse architect Ceasar Pelli en werden voltooid in 1998. De architectuur van de torens, met de achtkantige ster van het grondplan, weerspiegelen de islamitische beginselen van eenheid en harmonie.

Het was bewolkt en daardoor was de temperatuur vrij draaglijk, dus wandelde ik verder naar het Malaysian Tourism Information Complex. Het grootste toeristenbureau van Kuala Lumpur is gehuisvest in een imposant koloniaal herenhuis dat in 1935 gebouwd werd op de plaats van een oude ramboetanboomgaard. Het huis dat oorspronkelijk de woning was van Eu Tong Seng, een vermogende Chinese tin- en rubberhandelaar, werd tijdens WOII achtereenvolgens ingenomen door het Britse en het Japanse leger. Het was er nogal doods, maar het contrast tussen de architectuur van dit voormalig herenhuis en de Petrona Twin Towers op de achtergrond was wel de moeite.

In mijn gidsje zag ik er in dit complex een ‘cacao boutique‘ was, dus ik dacht daar eens snel een kijkje te gaan nemen. Voordat ik er erg in had, kreeg ik een persoonlijke gids/verkoopster toegewezen die mij bij elk item in de winkel uitleg gaf en me van al de verschillende soorten liet proeven. Steeds met de glimlach, uiteraard. Ik kreeg haar gewoon niet afgeschud, waardoor ik me wel verplicht voelde iets te kopen. Ik denk dat ik erin slaagde het allergoedkoopste item in de shop te identificeren (een beertje in melkchocolade) en daarmee buiten te stappen. Want eerlijk, de chocolade was helemaal zo lekker niet en ik had nog een ganse namiddag voor de boeg. Ik mocht er niet aan denken hoe die chocolade eruit zou zien na een paar uurtjes in de Maleisische hitte.

Omdat het wandelen tot nu toe was meegevallen, besloot ik een iets grotere afstand aan te pakken en naar het Merdeka Square, het historische hart van KL, te stappen. Ik geraakte tot aan een kruispunt waar de voetgangerslichten nooit op groen sprongen (echt waar, ik heb zeker drie cyclussen meegemaakt om uiteindelijk samen met de locals door het rood over te steken), toen de geur van uitlaatgassen en de slecht aangelegde voetpaden me te veel werden. Bovendien leek KL één grote bouwwerf te zijn waardoor de omgeving ook niet al te fraai was. Rechtsomkeer dan maar en naar de KL-toren, met zijn 421 m de zevende hoogste toren in de wereld.

Ik moet eerlijk toegeven dat ik een beetje begon te puffen toen ik zag welk een klim er mij te wachten stond naar de voet van de KL-toren. Gelukkig werd ik na een meter of drie onderschept door een politie-agent die mij vriendelijk vroeg waarnaar ik onderweg was. “To the KL-tower, sir!” Waarop hij mij er vriendelijk op attent maakte dat er gratis shuttles waren om de arme voetgangers naar de top van de heuvel te brengen. Ik blij, natuurlijk.

Boven aangekomen werd ik meteen opgevangen door een vriendelijke hostess, die geen moment van mijn zijde week en me begeleidde bij het aankopen van mijn ticket (wilt u naar het hoogste verdiep, uiteraard wil ik naar het hoogste verdiep!) en bij het invullen van mijn formulier waarin ik heilig beloofde niet van de toren te springen en die me vervolgens bij de lift afzette. Het vreemde is dat ik de indruk had dat andere toeristen niet zo’n VIP-behandeling kregen. Was het omdat ik als vrouw alleen op stap was, dat ze meenden dat ik extra assistentie nodig had? Ik zal het nooit weten.

Toen ik met lift op het uitkijkplatform aankwam, moest ik eerst mijn rugzak afgeven. Ik sputterde wat tegen, want ik laat niet graag een rugzak met daarin een stel dure lenzen en mijn portefeuille achter, maar de heren aan de balie bezwoeren mij dat ze erop zouden letten. Het was me niet helemaal duidelijk waarom ik de rugzak niet mocht meenemen, eerst dacht ik dat het was omdat ze vreesden dat ik deze naar beneden zou gooien. Maar dat kan het niet geweest zijn, want ik zag andere mensen met een handtas rondlopen en ik kon evengoed mijn fototoestel naar beneden gooien. Als dat op iemand zijn kop terecht zou komen zou die ook op slag dood zijn. Toen bedacht ik mij dat de hostess beneden iets had gezegd over basejumpers. Misschien dat ze iedereen met een grotere rugzak tegenhielden omdat zo’n rugzak een parachute kan bevatten en iemand op die manier naar beneden zou kunnen springen.

Enfin, het fantastische uitzicht deed me de stank en de voetgangersonvriendelijke straten in één klap vergeten. Waarmee nog maar eens bewezen is dat alles mooier is vanuit de lucht. Zelfs de talkrijke bouwwerven zagen er vanaf deze hoogte geweldig uit. Ik genoot van het uitleg, liet een bewaker een fotootje maken van mij en de Twin Towers en keerde een paar verdiepingen naar beneden om daar vanachter glas opnieuw van een iets ander uitzicht te genieten.

Omdat het al kwart voor twee was, bestelde ik een mee curry in het Rainforest café op het gelijkvloers van de KL Tower. De jongedame achter de toog waarschuwde mij meermaals dat dit gerecht “spicy” was maar ik dacht: “bring it on!” Het was effectief pikant, maar niet zo pikant dat de stoom uit mijn oren kwam. Het smaakte me heel erg!

Na mijn middagmaal liep ik nog even langs de verschillende traditionele woningen aan de voet van de toren en kocht me vervolgens opnieuw een kaartje voor de hop-on hop-off bus. Deze keer zat ik op een bus met een open dak. Veel makkelijker om foto’s te maken, zo’n open dak, al moet je het er wel bijnemen dat je tussen de uitlaatgassen zit. Ik liet me voeren langs dezelfde route als de vorige dag. Waar ik toen amper iets zag door de felle regenbui, kon ik nu profiteren van het open dak en het feit dat ik wat hoger zat om foto’s van de bezienswaardigheden te nemen. Zo stopte de bus even bij Istana Negara (het Nationaal Paleis), de residentie van de koning. Met zijn goudkleurige koepels beschenen door de zon terwijl op de achtergrond de donkere wolken dreigden was dit een prachtig plaatje. Het koningschap is in Maleisië trouwens geen functie voor het leven. Om de vijf jaar wordt er een nieuwe koning gekozen.

Volgend stop: Merdeka Square, het Onafhankelijkheidsplein. Op 31 augustus 1975 werd op deze plek werd de Union Jack definitief vervangen door de Maleisische vlag en riep Maleisië haar onafhankelijkheid uit.  De huidige vlaggenmast zou met zijn 100 m de hoogste vrijstaande vlaggenmast ter wereld zijn. Het rechthoekige grasveld waar vroeger cricketwedstrijden en parades gehouden werden, is omzoomd door historische gebouwen. Mijn persoonlijke favoriet was het Sultan Abdul Samad gebouw dat niet voor niets één van de meest gefotografeerde gebouwen van KL is.

Ik wandelde niets vermoedend de KL City Gallery binnen, in de overtuiging dat dit een toeristisch centrum was waar je wat foldertjes kon krijgen. Maar het was meer dan dat, er was een kleine tentoonstelling die iets meer vertelde over de geschiedenis van de stad en een schitterende maquette die een goed overzicht van de stad bood en al een blik op de toekomst wierp. Heel interessant en volledig gratis. Het hyperpositieve reclamefilmpje over KL moet je er wel bij nemen. Maar goed, eigenlijk was dit alles slechts een voorwendsel om je in de gigantische ARCH shop binnen te lokken, alwaar je (toegegeven) schitterende houtsnedes kon kopen. Het jeukte wel een beetje, maar aangezien we niet meer zoveel vrije plekken aan onze muren hebben, besloot ik de mooie houtsnedes toch maar te laten liggen. En ook de iphone-case konden mij niet in verleiding brengen (leek me te fragiel om een goede bescherming te bieden aan mijn dierbare iphone).

De omgeving van het Merdeka Square beviel me wel en ik wandelde verder naar de Masjid Jamek of Vrijdagmoskee. De Mashid Jamek is de oudste moskee van KL en werd gebouwd in 1909 bij de samenvloeiing van de Klang en Gombak, de plek waar zich rond 1850 de eerste inwijkelingen in de stad vestigden. De avondzon zette alvast haar beste beentje voor om alle gebouwen in een prachtige warme gloed te zetten. En ja, even vond ik KL zowaar een mooie stad.

Ik keerde met de hop-on hop-off bus terug naar het hotel, maar besloot omdat de avondzon zo prachtig scheen één halte verder af te stappen bij de Petronas Twin Towers. Onderweg moest onze bus nog even halt houden om te tanken. Een nogal stinkende ervaring, want ik zat op het open dakverdiep. Het avondlicht zorgde voor mooie foto’s en goedgeluimd keerde ik terug naar het hotel, waar ik ongeveer op hetzelfde moment (18.45u) aankwam als mijn vriend die er alweer een lange cursusdag op had zitten. Natuurlijk was mijn melkchocoladebeertje van de ochtend, dat ik als cadeautje aan mijn vriend wilde geven, helemaal gesmolten, maar goed, niets dat een paar uur opstijven in de koelkast niet kon fixen.

Mijn vriend zag een uitstapje om iets te gaan eten niet echt zitten, dus besloten we het dinner buffet van het hotel eens uit te proberen. Een bijzonder goed idee, want het aanbod was, net als bij het ontbijt bijzonder overvloedig: sushi, oesters, mosselen, salades, gerechten uit de hele wereld, vers fruit, exotische desserts. Eén van de medewerkers van het restaurant overtuigde me een soort rijstpap met durian (een zeer populaire stinkende vrucht) te proberen. Slecht was het niet, maar echt wild werd ik er ook niet van.

We eindigden onze dag in het zwembad van het hotel. Kwestie van toch een gedeelte van al dat lekkere eten te verbranden.

14 oktober: China Town, Masjid Negara, Merdeka Square

Vandaag stonden we wat vroeger op zodat mijn vriend zeker op tijd zou zijn voor zijn eerste cursusdag. Het ontbijtbuffet van ons hotel overtrof alle verwachtingen. Het aanbod was ronduit fenomenaal. Nog nooit gezien: English breakfast (including pancakes), noedelsoepen, dim sum, Indisch ontbijt, Maleisisch ontbijt, Chinees ontbijt, vers fruit in overvloed, yoghurt, ontbijtgranen, verse sappen, ongelooflijk veel beleg en dan vergeet ik nog de helft. Ik maakte me de bedenking dat het een hele pgave zou worden om alles te proeven tijdens onze weekje in dit hotel.

Na het ontbijt nam ik afscheid van mijn vriend en trok ik alleen de weide wereld aka Kuala Lumpur in. Nuja, wat heet alleen, ik was in het goeie gezelschap van mijn iphone, mijn fototoestel en onze gehuurde mifi. Ik beloofde mijn vriend plechtig om regelmatig updates op Facebook te plaatsen om te laten weten dat ik a) niet bestolen was, b) niet verloren verlopen was en c) niet ontvoerd was.

De eerste indruk van Kuala Lumpur was, ik moet daar eerlijk in zijn, niet zo geweldig. Ik had het gevoel dat ik voortdurend uitlaatgassen aan het inademen was en er was me veel te veel verkeer in de straten die duidelijk niet met voetgangers in het achterhoofd ingericht waren. Te voet gaan, schrapte ik dus maar meteen van mijn lijstje.

Gelukkig was er een halte van de hop-on hop-off bus vlakbij het Intercontinental. Ik kocht een kaartje en liet mij geduldig de weg naar de shopping malls en de shopping streets uitleggen, want ja, een vrouw alleen op stap, die moet beslist op zoek zijn naar wat shopvertier.

Ik besloot af te stappen in China Town, omdat ik de sfeer in de straten van China Town in Singapore zo leuk had gevonden. China Town in Kuala Lumpur zag er een stuk minder clean uit en het was duidelijk dat hier heel wat namaakproducten en gekopiëerde cd’s verkocht werden. Ik kwam meteen terecht in een winkel vol met kerstartikelen, toch vond ik tussen al de kitsch geen enkele kerstbal die me geschikt leek voor de mama van mijn petekindje. Lelijke made-in-china kerstballen kan je in België ook kopen.

De sfeer die in de straatjes van China Town hing, vond ik wel aangenaam, enige probleem: als ik zoveel rommel bij mekaar zie, dan kan ik gewoon niets kopen. Volgens mij ook één van de redenen waarom ik zo’n hekel heb aan de solden en ik nog nooit in mijn leven iets heb gekocht op een rommelmarkt, alhoewel ik zo’n markt meestal wel zeer fotogeniek vind.

Omdat het ondertussen al tegen het middaguur liep, besloot ik iets te eten in China Town. Ik stapte een soort kantine-achtige ruimte binnen achter de kraampjes, waar een chaotisch buffet stond opgesteld. Ik zag geen enkele toerist, dus het leek me echt een authentieke eetgelegenheid. Ik kreeg een bord in mijn handen gestopt en schepte à volonté op. Bij het afrekenen kostte dit middagmaal me amper drie euro. Ik zette me aan een tafeltje en proefde van de gerechten die allemaal heel erg lekker waren, zij het wat aan de lauwe kant. Maar voor zo’n prijs mag je niet klagen, he.

Ik zette mijn wandeling verder in de richting van de Sri Maha Mariamman Temple. Deze wandeling bracht me door kleine smalle, vervallen straatjes met golfplaten gebouwen en kraampjes waaraan ze verse vis verkochten die er tot mijn verbazing erg lekker uitzag. Wat een contrast met de rijkdom van Singapore. Ik had echt het gevoel dat ik doordrong tot het authentieke hart van Kuala Lumpur.

Bij de Sri Maha Mariamman Temple liet ik mijn schoenen achter in een soort vestiaire in ruil voor een verkreukeld kaartje dat duidelijk al even meeging. Lang leve het hergebruik! Ik werd vriendelijk verzocht mijn schouders te bedekken met een kleurrijke sjaal. De eerste keer dat men dit vroeg in een Hindoe-tempel. Vreemd want de kledij van de meeste Indische vrouwen laat hun buik bloot en zo diep was mijn décolleté nu ook weer niet.

Ik was op mijn gemak foto’s aan het maken in de tempel toen opeens een gigantische plensbui losbarstte. Bijna tegelijkertijd werd ik aangesproken door een zeer sociale jongeman uit Sri Lanka. Een vrouw alleen op stap, dat valt op, natuurlijk, zeker als het om een blonde vrouw gaat, een haarkleur die elke Aziaat geweldig exotisch vindt. Hij begon een hele uitleg tegen mij en stelde me voor aan zijn compagnon uit Kuala Lumpur die fotografie gestudeerd zou  hebben in Antwerpen. De fotograaf zou les gehad hebben van een heel bekende professor door de koning zelf benoemd. Uhuh. Ik knikte een beetje en deed alsof ik onder de indruk was, ondertussen hopend dat de regenbui niet te lang zou blijven duren.

De jongeman in Sri Lanka polste natuurlijk naar mijn relationship status en ik vertelde hem dat ik gehuwd was (kwestie van het gesprek niet al te lang te laten aanslepen). Toch zag hij het helemaal zitten om mij in België te komen bezoeken en hij en zijn compagnon gaven me zelfs hun visitekaartje. Hij slaagde erin mij een e-mailadres afhandig te maken (één van de vele spam-accounts die ik gebruik om op sites in te vullen, maar nooit nakijk) en ik moet zeggen dat ik een zekere bewondering voelde voor zijn goedgemutste doorzettingsvermogen.

We namen afscheid, want ik gaf aan nog wat foto’s te willen maken en de oudere ‘fotograaf’ wilde duidelijk de rondleiding verder zetten.

Wat later gaf ik mijn sjaaltje terug af aan de vestiaire. Tot mijn verbazing moest ik een bedrag betalen voor het gebruik van de vestiaire, twee keer niks, maar helaas had ik geen muntgeld op zak. Dus toen ik met een veel te groot briefje zwaaide, werd mij mijn schuld snel kwijtgescholden.

Ik wandelde, mij enigszins schuldig voelend, verder naar de Guan Di Temple. Natuurlijk kwam ik daar dezelfde heerschappen tegen als in de Hindoetempel. Gelukkig kwamen zij al buiten toen ik binnen ging. Wat me direct opviel waren de sinaasappels als offers voor de goden en de alles overheersende geur van wierrook afkomstig van spiraalvormige wierrookstokjes. De tempel maakte een ietwat chaotische indruk, alsof ze een paar kraampjes in de tempel zelf hadden opgezet.

Ik maakte rechtsomkeer naar de China Town halte om mijn ritje met de hop-on hop-off bus verder te zetten. Ik liet een lange reeks aan bezienswaardigheden aan me voorbijgaan. Ondertussen was er een tropische regenbui uitgebarsten en was ik blij even rustig binnen in de airco te kunnen zitten. Ik stapte af bij de Masjid Negara, de nationale moskee van Maleisië die dateert uit 1965. Het was ondertussen verschrikkelijk heet geworden en ik moest dringend naar het toilet. Gelukkig was er een openbaar toilet vlakbij de moskee. En daaraan weet je dat je in een moslimland bent: elk toilet is uitgerust met een tuinslang om je derrière af te kuisen en de toiletten zijn allemaal nat. Maar ik was alleszins opgelucht dat ik mijn overtollig vocht kon laten afvloeien.

Ik had geluk, ik was er een half uurtje vooraleer de moskee voor bezoekers geopend zou worden. Ik nam op mijn gemak wat foto’s van de prachtige architectuur. Vooral het koepeldak in de vorm van een gestileerde ster met achttien punten die de dertien staten van Maleisië en de vijf zuilen van de islam symboliseerden en de slanke 73 m hoge minaret vond ik schitterend.

Natuurlijk moesten toeristen een lichtpaarse djellaba (opdat er geen twijfel zou bestaan wie de ongelovigen waren?) aantrekken. De vrouwen werden een hoofddoek aangedaan door één van de twee strenge madammekes die de ingang bewaakten. Mijn hoofddoek paste niet helemaal waardoor er wat haar onderuit kwam piepen. Ik hoop dat Allah het mij vergeven heeft.

De moskee was werkelijk schitterend. De architectuur straalde rust uit en door de opbouw was het er lekker koel zonder dat er airco aan te pas kwam. Ik voelde me helemaal tot rust komen en zette me, zoals vele andere bezoekers tegen een paal om te genieten van de de rust en de schoonheid van het gebouw. Uiteraard was iedereen bezig zichzelf op foto vast te leggen in de traditionele gewaden. Ook ik werd aangesproken door een toerist met de vraag of hij een foto van mij mocht nemen. Moslima’s met blond haar en blauwe ogen, dat zien ze natuurlijk niet zo vaak in deze contreien. Al moet ik zeggen dat ik me hier veel minder een exotische rariteit voelde dan op Hokkaido in Japan.

Na het bezoek aan de moskee hield ik het voor bekeken. Ik keerde met de bus terug naar het hotel omdat ik verwachtte dat de cursus van mijn vriend zo rond een uur of vijf gedaan zou zijn. Hij stuurde me echter een bericht dat het wat langer zou duren, dus was ik wel verplicht om aan het zwembad te gaan liggen en daar iets te drinken. :-)

Het zwembad was helemaal ingesloten door hoge buildings en lang zo mooi niet als dat in Singapore (jaja, we zijn daar echt verwend geweest, ik weet het). Maar niets dat niet goedgemaakt kan worden door een glaasje prosecco, dacht ik. Helaas moest ik 1) erg lang wachten op mijn prosecco en 2) bleek elk bubbeltje al een paar dagen uit het glas verdwenen te zijn. En dat voor de kostprijs van 12 euro! Ik voelde me echt bekocht, maar was te tam om het glas terug te sturen.

Ik wachtte en wachtte en wachtte aan het zwembad, terwijl ik las in mijn boek over de Belgische vluchtelingen tijdens WOI. Ik had al laten weten aan mijn vriend dat hij me na de cursus moest komen ophalen bij het zwembad, maar toen hij wegbleef, gaf ik toe aan de druk van mijn volle blaas en ging even naar het toilet.

Ondertussen was het al zeven uur en besloot ik toch maar eens te gaan kijken op de kamer, want ik had mijn iphone niet meegenomen. Natuurlijk had ik hem net gemist terwijl ik die vijf minuten op het toilet zat…

Mijn maag rammelde ondertussen al flink en we probeerden eerst in de buurt van ons hotel iets te eten te vinden, maar de food court in de buurt was al dicht en ik had geen zin om ver te stappen in de hitte tussen de uitlaatgassen. Dus keerden we terug naar het hotel om iets te eten in het Japans restaurant aldaar. Wat een goeie beslissing was dat. We namen een course meal bestaande uit handgerolde sushi, sashimi, tempura, teppanyaki en een dessert. En waar ik helemaal blij van werd: de cocktail van saké en chocolade. Man, man wat een hemels drankje was me dat. Zo lekker dat ik de verleiding niet kon weerstaan om er een tweede van te nemen.

Mijn vriend was behoorlijk uitgeput na een eerste zeer lange cursusdag, dus kropen we vroeg in bed.

Verjaardagsweekend

Een eeuwigheid geleden reserveerde ik een tafeltje en een kamer In de Wulf. Om alweer een jaartje dichter bij de dood te vieren. 😉 Het was die zaterdag prachtig herfstweer, dus we genoten van een mooie wandeling in het Heuvelland alvorens onze voeten onder tafel te schuiven. De lange schaduwen van de avondzon, de grazende koeien, het prachtige uitzicht op Frankrijk, ik werd er helemaal zen van.

Na een verkwikkende douche begonnen we aan een ware culinaire ontdekkingsreis die er als volgt uitzag:

  • Gefermenteerde wortel
  • Gebrand brood, paddenstoel
  • Varkenskrokant
  • Butternut, vlaszaad, “Keiemse witte”
  • Krokante aardappel
  • Wulken
  • Makreel
  • Rauwe Noordzee garnaal, capucijnenblad
  • Oostendse oester, karnemelk
  • Noordzeekrab, onrijpe peer
  • Koolrabi, zure room, kruiden
  • Wortel, ijzerkruid, rabarber azijn
  • Zeebaars, broccoli, miso van spliterwten
  • Sint-Jacobsschelp van Duinkerke geroosterd in assen en algen
  • Sepia, spinazie, gerookt eigeel
  • Wilde paddenstoelen, wrongel, moerrasscherm
  • Duif uit Steenvoorde gerijpt gedurende 5 (geen typfout!) weken en gerookt op hooi
  • Bloedworst, rode biet, varkensoor-en poot, sleedoorn
  • Vieux gris de Lille, aalbes, roggebrood
  • Rozenbottel, bloemen, yoghurt
  • Braambes, dragon
  • Bereklauw, appel van “De Linde”

We waren een beetje overmoedig en kozen voor de grote degustatiemenu met aangepaste wijnen. Hoe lekker het ook was, misschien was dit toch een tikkeltje van het goede te veel. Vooral omdat de wijnglazen rijkelijk bijgeschonken werden en het lang geleden is dat ik nog zo zat van tafel gegaan ben. Dat nieuwe levensjaar startte de dag nadien met een lichte hoofdpijn. 😉

Ik heb van alle gerechten uiteraard foto’s gemaakt, maar door het beperkte omgevingslicht (ik wilde niet flitsen) is de kwaliteit van de foto’s nogal aan de lage kant. Maar ik kan jullie verzekeren, het smaakte nóg beter dan het eruit zag. Ondertussen hebben we toch al wat culinaire ervaringen opgedaan en ik moet zeggen: In de Wulf kaapt voor mij de hoofdprijs weg.

Mijn favoriete gerechten van de avond:

  • de ongelooflijk zalige makreel,
  • de wortel met ijzerkruid en rabarberazijn,
  • de zeebaars, broccolie en miso van spliterwten,
  • de wilde paddenstoelen met wrongel en moerasscherm
  • en de duif uit Steenvoorde.

Niet goedkoop, maar wat een ervaring. Zo rond middernacht stommelden we naar onze kamer om te genieten van een uurtje extra slaap! Met al die drank konden we dat wel gebruiken. Lang leve het winteruur!

Het ontbijt was lekker en vers, maar kon niet tippen aan het ontbijt bij Hostellerie St Nicolas vorig jaar dat, denk ik, moeilijk te evenaren valt. Al vond ik de sappen heel erg lekker en was de stoof waarop de eitje gebakken werden supercharmant en authentiek.

Na het ontbijt zochten we nog een activiteit om te doen in de buurt en zo belandden we in Les Prés du Hem in Armentières. Een mooi meer dat een combinatie is van recreatiegebied en natuurgebied. We zagen talrijke vogels en maakten een wandeling rond het meer. Het deed deugd om even uit te waaien na die drank- en voedseloverdaad van de vorige dag.

In de namiddag gingen we langs bij onze West-Vlaamse vrienden die zo lief waren geweest om een verjaardagstaart voor mij te voorzien. Dat moet jaren geleden zijn dat ik nog eens verjaardagskaarsjes heb uitgeblazen en natuurlijk bliezen de kindjes dapper mee!

We waren tegen de avond terug in Leuven, net op tijd om Gravity mee te pikken. Met dank aan de Kinepolis om mij een gratis filmticket voor mijn verjaardag cadeau te doen!

Gravity

Omdat ik dit weekend verjaarde, kreeg ik een gratis filmpje van Kinepolis cadeau. Omdat je een gegeven paard nooit in de bek moet kijken, trokken mijn vriend en ik dus vanavond naar de cinema. Ik had ergens opgevangen dat Gravity wel een goeie film was, dus de keuze was snel gemaakt. Bleek dat we bij het laten inscannen van onze filmtickets een 3D-brilletje in onze handen geduwd kregen. Dát detail was mij ontgaan…

Na ellendig lang veel voorfilmpjes en reclame, begon dan de film. And what a ride it was. Ongelooflijk spannend! Ik vergat zelfs even het knellende 3D-brilletje op mijn neus. Meermaals voelde ik mijn handpalmen klam worden. En geloof mij, dat overkomt me zelden. Maar het idee helemaal alleen rond te tuimelen in de oneindige koudheid van de onverschillige ruimte, yep, dat moet toch in de buurt komen van één van mijn oerangsten. Schitterend in beeld gebracht, ook. Het contrast tussen het claustrofobische van zo’n ruimtepak en de weidsheid van de ruimte. En hoe prachtig mooi is onze aarde gezien vanuit de ruimte!

De in de film gebruikte speciale effecten kwamen erg realistisch over en de 3D was voor mij in deze film zeker een meerwaarde (die rondvliegende brokstukken, geweldig!). Al blijf ik hopen dat er een alternatief komt voor die vervelende brilletjes die je het gevoel geven dat je blikveld beperkt wordt.

Een absolute must see, wat mij betreft.

Dingen die ik niet leuk vind, waar andere mensen dol op zijn

Met dank aan Lilith voor de inspiratie.

  • Slagroomtaarten en bij uitbreiding slagroom in het algemeen
  • Grote muziekfestivals zoals Werchter, kleine muziekfestivals zoals M-idzomer en stadsfestivals zoals Beleuvenissen kunnen wel mijn goedkeuring wegdragen
  • Nutella (juk)
  • Koffie
  • Coca cola, sprite, fanta en bij uitbreiding elke soort koolzuurhoudende frisdrank
  • Bruiswater
  • Starbucks, MacDonalds, Pizza Hut  en om het even welke Amerikaanse keten die overal ter wereld dezelfde slechte eenheidsworst verkoopt
  • Solden: probeer ik altijd zo ver mogelijk van weg te blijven
  • Kortingsbonnen verzamelen: in mijn leven al veel kortingen aan mij laten voorbij gaan
  • Heel die naai- en breirage: ik kóóp mij wel een rokje!
  • Boter en margarine: het nut van dit soort smeersels ontgaat mij volledig
  • Mayonaise
  • Bier
  • Wonen in een dorp: geboren op het platteland, maar in hart en ziel altijd een city girl geweest
  • Blondjesmoppen (grr!)
  • Kamperen
  • Rechtstaand eten: walking diners, een noodzakelijk kwaad
  • Geen internetconnectie op vakantie: leve de mifi!
  • Roken: tabak mogen ze, wat mij betreft, gerust verbieden
  • Telefoneren
  • Openbare zwembaden: die kleedhokjes, die lockers, the horror
  • New York: zeggen dat ik echt een hekel heb aan deze stad, is een brug te ver, maar ik begrijp eerlijk gezegd niet goed wat andere mensen zo fantastisch vinden aan deze stad
  • Auto rijden: doe ik tegenwoordig zelden of nooit meer
  • Vroeg opstaan
  • Halloween
  • Versierde cupcakes: eerlijk, die dingen zijn toch echt niet lekker?
  • Upperware, upperdare en soortgelijke home party concepten waarbij je moreel verplicht ben iets te kopen om de gastvrouw geen gezichtsverlies te laten lijden
  • R&B, rap en dubstep
  • Eten en drinken in de cinemazaal
  • Gelnagels
  • Shopping centra
  • Pauzes tijdens een filmvoorstelling
  • H&M
  • Zalando
  • The matrix: alle drie de films
  • TV kijken
  • Rauwe ajuin
  • Vampires that sparkle in the sun
  • Secret Santa

13 oktober: Van Singapore naar Kuala Lumpur

Onze laatste uren in Singapore besloten we door te brengen in het National Museum of Singapore, een mooi neo-palladiaans gebouw bekroond met een prachtige koepel in gebrandschilderd glas. Aan het historische gebouw dat dateert uit 1887 werd een nieuwe vleugel bijgebouwd in moderne stijl. Heel knap gedaan. We wilden graag wat meer te weten komen over de boeiende geschiedenis van deze stad, smeltkroes van verschillende culturen. De tentoonstelling voerde ons langs grote én kleine verhalen die de geschiedenis van Singapore tot leven brachten.

We leerden bij over Raffles, de Engelsman die koppig zijn zin deed tegen de wil van het Britse Rijk en zijn vrouw die zijn nagedachtenis zo goed verdedigde dat je nu in bijna elke straat van Singapore wel een gebouw of een monument vindt dat naar hem genoemd is. De werking van de geheime Chinese genootschappen werd gedeeltelijk ontsluierd en we leerden meer over de verderfelijke invloed van de opiumhuizen en het leven van de Chinese prostituees in die tijd.

Een belangrijk deel van de collectie is gewijd aan de tweede wereldoorlog. Interessant om de gevolgen van deze gruwelijke oorlog nu eens vanuit Aziatisch standpunt te bekijken, want dit standpunt komt bijna niet aan bod in onze geschiedenisboeken.

Vanaf de jaren zestig onderging Singapore een radicale gedaanteverwisseling om uit te groeien tot de indrukwekkende metropool van vandaag. Het museum liet dan ook niet na de verwezenlijkingen van Lee Kuan Yew en zijn People’s Action Party uitgebreid te bewieroken. Een beetje weinig kritisch vond ik, maar niet geheel onbegrijpelijk als je de transformatie ziet die de stad heeft ondergaan.

Rond half drie hielden we het voor bekeken. Onze magen rammelden en we zochten een food court in de buurt van Dhoby Ghaut voor een snelle hap. Een lekker udonsoepje met zalm, dat gaat er altijd wel in bij mij! Ik moet zeggen, de fast food in Singapore is een pak gezonder en lekkerder dan die in België!

Terug in het hotel haalden we onze koffers op en namen we afscheid van onze mifi. Voortdurend 4G, het is een zaligheid! Dat wordt wennen als we terug in België zijn. Spijtig genoeg zijn we ergens in Singapore de zonnekap van één van mijn lenzen kwijtgeraakt. Waar dit juist gebeurd is, valt moeilijk te achterhalen, maar goed, uiteindelijk is een zonnekap vervangen nu ook weer niet de grote kost.

De taxi bracht ons zonder problemen naar de luchthaven. De beste luchthaven ter wereld, zo had men ons verteld en dat was niet gelogen. Ik was erg onder de indruk van het bewegende kunstwerk Kinetic Rain in de inkomhal waarbij goudkleurige druppelvormige objecten zich naar boven en beneden bewogen in steeds wisselende patronen. Betoverend.

We maakten een fotootje van ons beiden en voegden dat toe aan de Social Tree. De rest van onze wachttijd brachten we door met onze laptop en een strawberry daiquiri in zeteltjes waar stroom, usb ingangen én free wifi ter beschikking waren voor alle klanten van de luchthaven. Eat that, Zaventem!

De vlucht naar Kuala Lumpur duurde een dik half uur. Net genoeg tijd om een tuna sandwich te eten die ons werd aangeboden. Wel een beetje vreemd dat wij de enige twee personen op het vliegtuig waren die zo’n sandwich kregen. Wellicht had mijn vriend dit ergens als optie aangevinkt bij het boeken van de vlucht.

In de luchthaven van Kuala Lumpur vielen me meteen de vrouwtjes in zwarte niqāb op. Zwarte tenten waarvan enkel en alleen de ogen zichtbaar waren. Ik zal er ronduit voor uitkomen dat ik het moeilijk heb met dit kledingstuk. Waarom is het in godsnaam nodig dat een vrouw haar gezicht verbergt voor de buitenwereld? Het was ook opvallend dat deze vrouwen zich steeds in groep leken te verplaatsen, altijd vergezeld van een man.

Vanuit de luchthaven namen we de express trein naar Kuala Lumpur Sentral Station. Van daaruit namen we de meest krakkemikkerige taxi van de ganse reis. Mijn valies paste zelfs niet in de koffer en moest op de zetel vooraan geplaatst worden. Niet dat we klaagden, want het was lekker surreëel: met zo’n budget taxi afgezet worden voor de deur van een vijfsterrenhotel.

InterContinental had een heel andere uitstraling dan ons hotel in Singapore. Veel meer grandeur, veel marmer en bling bling, maar een pak minder gezellig. Bij check-in kregen we meteen een gratis upgrade van onze kamer aangeboden. Onze hotelkamer was nu ongeveer even groot als onze leefruimte in Leuven. 😉 Wel grappig dat de badkamer vensters had. Gelukkig waren er rolgordijntjes voorzien om toch wat privacy te hebben.

Op tijd in bed, want de volgende dag begon de tweedaagse cursus van mijn vriend.

12 oktober: Little India. Kampong Glam en Marina Bay Sands

Zaterdag, een ideale dag om een beetje uit te slapen na een vrijdagavond stappen. Geen zwempartijtje vandaag, maar wel een uitgebreid ontbijt om de saké van de dag voordien te helpen verteren. Ik probeerde de rijstporridge, maar dit bleek een tegenvaller. Rijstporridge smaakt naar niets, het zijn de “toppings” die het iets of wat eetbaar maken.

Op het programma: Little India, een buurt die we nog niet eerder verkend hadden. Door het late opstaan en het late ontbijt zijn we er pas rond het middaguur. Ons doel: de Sri Srinivasa Perumal Temple. Waar we absoluut geen rekening mee hadden gehouden: de massale hoeveelheid volk. Het leek wel of alle inwoners van Little India samen gekomen waren om te bidden in de tempel. De omgeving van de tempel lag helemaal bezaaid met schoenen. We lieten onze flipflops en sandalen achter in de massa in de hoop ze later nog terug te vinden.

De tempel is mooi, maar het was voor ons te druk om er echt van te kunnen genieten. We besloten dan maar om Little India te laten voor wat het was en de metro te nemen naar Bugis om een wandeling te maken door het islamitische Singapore. We belandden (alweer) in een groot shoppingcentrum waar mijn vriendje een Japanse taiyaki kocht met banaan en chocolade, die ik zo lekker vond dat ik hem helemaal zelf opat. Dan maar teruggegaan om er nog twee extra te kopen. 😉

We liepen vanaf de metrohalte Bugis naar het start van onze wandeling door Kampong Glam, het islamistische gedeelte van Singapore. De naam is afgeleid van het Maleise woord kampung, dorp, en gelam, een boom die veel voorkwam in dit gebied. Dit gebied straalde alweer een heel andere sfeer uit, met veel winkels die stoffen en lederwaren verkochten en waar we om de haverklap werden aangesproken om toch zeker maar een blik te werpen op hun koopwaar. Deze verkoopstactiek had echter een omgekeerd effect op mij: ik versnelde mijn pas, want ik kijk graag rustig rond en heb niet graag het gevoel dat mij iets opgedrongen wordt.

Bussorah Mall, de straat die naar de Sultan Mosque leidt, is een fijne, kleurrijke straat die gedomineerd wordt door de gouden koepel van de moskee. Aan de ingang van de moskee kregen we allebei een djellaba aangeboden om onze naakte armen en boezem te bedekken. We wierpen een blik in de gebedsruimte van de mannen en lazen de islamistische uitleg over waarom moslimvrouwen volgens de Islam een hoofddoek zouden moeten dragen.

Volgens deze uitleg was de hoofddoek een teken dat de vrouw vrij is van de dictaten van mannen of modemagazines. Door de hoofddoek te dragen geeft de vrouw aan dat zij zich onderwerpt aan de geboden van Allah en bevestigt zij haar status als vrije vrouw. Vervolgens werd verduidelijkt dat in vele samenlevingen waar vrouwen vechten tegen armoede en schulden, zij gedwongen worden kleren te dragen die vernederend zijn. Want in vele plaatsen van de wereld moeten vrouwen om vooruit te geraken in het leven, kleren dragen die aantrekkelijk zijn voor de mannen. Het dragen van de hoofddoek maakt het voor de vrouw mogelijk om beoordeeld te worden op haar karakter en niet op haar uiterlijk.

Alhoewel ik een grote voorstander ben van het beoordelen van mensen op hun karakter en niet op hun uiterlijk, vind ik de bovenstaande uitleg zever in pakskes. Het kan best zijn dat er vrouwen zijn die zich vrijer voelen door het dragen van een hoofddoek en ik vind sommige hoofddoeken zeer mooi en verfijnd, maar ik ben er radicaal tegen dat de hoofddoek afgeschilderd wordt als een symbool van de vrije vrouw. De écht vrije vrouw kiest zelf hoe zij zich kleedt of dat nu in ruim zittende, bedekkende gewaden is, dan wel op torenhoge hakken vergezeld van diepe décolletés. Kledij heeft niets, maar dan ook niets met vrijheid te maken, stemrecht, politieke vertegenwoordiging, recht op geboortebeperking en gelijke behandeling daarentegen des te meer.

Mij bijzonder vrij voelend gaf ik de djellaba opnieuw af en we zetten onze wandeling verder. Eén van de bezienswaardigheden op onze route was het sultan Ali Iskandar Shah gebouwde Bendahara House. Bleek dat in dit gebouw zowaar restaurant Mamanda gevestigd was, waar we de allereerste dag in Singapore iets waren gaan eten. It’s a small world. :-)

We kwamen voorbij een voormalige meisjesschool in art déco-stijl die nu volledig gerenoveerd was en een nieuwe bestemming kreeg als kunstencentrum. We zagen echter ook redelijk wat vervallen huizen in deze wijk. De allereerste keer sinds onze aankomst dat we iets van verval opmerkten in het verder kraaknette Singapore. Al neem ik aan dat deze straten op het lijstje van de regering zullen staan om opgeknapt te worden. We eindigden de wandeling rond half vijf op een bankje voor de Hajjah Fatimah Mosque.

We besloten het hierbij te houden en naar het hotel terug te keren om nog wat te computeren en te genieten van het happy hour. We stopten ons zo vol met de gratis hapjes van het happy hour dat een avondmaal overbodig werd. Lekker goedkoop! Een goeie manier om te genieten van de voordelen van onze club room op onze allerlaatste avond in ons geweldige hotel in Singapore door te brengen.

Rond half negen klapten we onze laptops dicht en namen we de metro naar Marina Bay Sands om de licht- en watershow waar iedereen zo enthousiast over was, te bekijken. We hadden niet door dat er nog een lager terras was vlakbij het water, waardoor we het onderste stukje van de projectie net volledig konden zien, maar indrukwekkend was het wel. Spijtig dat we de dag nadien geen herkansing hadden om de show opnieuw te bekijken.

We genoten nog even van de mooi verlichte skyline van Marina Bay en keerden blij gezind naar ons hotel terug. We <3 Singapore!

Trots

Op mijn team dat vandaag weer maar eens een vlekkeloos event heeft georganiseerd. Prachtig om te zien hoe al die radertjes in mekaar klikken en een goed geoliede machine worden. Zelfs het verloren zakske kwam terug boven water! :-)

Pech

Er was net een kleine wolkbreuk boven Leuven losgebarsten en ik moest om half negen in het stadscentrum zijn. Naar goede gewoonte had ik alles erg krap getimed. Ik vloekte toen bleek dat mijn fiets platteband had. Geschooid om een lift bij mijn vriend dan maar. Batterij van de wagen plat, te lang niet mee gereden. Shit. Laatste redmiddel: de te grote herenfiets van mijn vriend. Gezwind mijn been over de stand gegooid en gefietst alsof mijn leven er vanaf hing.

Ik was drie minuten te vroeg op de afspraak.