22 – 23 juni: Afscheid en babyborrel

Voor de allerlaatste keer een traditioneel Schots ontbijt. We sluiten onze vakantie af in schoonheid met een butchers recipe pork sausage, smoked bacon, haggis, black pudding, potato scone, mushrooms, beans with scrambled eggs. Lovely!

Na het ontbijt vertrekken we. Het doet zeer, want het waren drie fantastische weken en we hebben het gevoel dat er nog veel meer te zien en te beleven valt in Schotland. Per slot van rekening zijn we niet tot in het echte hoge noorden geraakt en ook de Shetland islands moesten we links laten liggen. So much to see, so little time!

Onderweg genieten we nog even van het glooiende groene landschap. We passeren opnieuw langs Melrose, één van de eerste bestemmingen op onze trip. Na een tijdje maken de mooie Schotse landschappen plaats voor de iets minder mooie Engelse. De rest van de rit naar Hull is uneventful. Onderweg stoppen we nog even voor een zalige negerzoen. Om de cirkel rond te maken.

Ons schip brengt ons zonder problemen terug naar België. We meren ‘s ochtends aan in Zeebrugge en verlaten het schip. Mijn vriend moet zich even aanpassen aan het feit dat hij nu opnieuw rechts moet rijden. België verwelkomt ons met een flinke regenbui. Nothing has changed. We droppen onze vuile was af op ons appartementje in Leuven, nemen een flesje Chardonnay Meerdael uit onze voorraad en vertrekken bijna meteen weer, want we worden op een babyborrel verwacht.

Lang blijven we niet, want we willen graag nog de was van drie weken verwerken, zodat we maandag iets deftigs hebben om te dragen tijdens onze eerste werkdag. En op tijd in bed kruipen lijkt ook een goed idee. Zo’n vakantie is altijd veel te snel voorbij!

Wat er vandaag bij de post zat!

De lang verwachte Monsters University tickets! Dat wil zeggen dat ik deze eindelijk kan verloten onder het verrassend hoog aantal deelnemers dat in zijn geheel niet proportioneel is ten opzichte van het aantal gemiddelde lezers van deze blog waaruit ik meen te concluderen dat ik op één of andere site terecht gekomen ben die naar allerlei wedstrijden linkt. Maar goed, deelnemers zijn deelnemers. Ik schud vandaag nog een winnaar uit mijn hoed.

21 juni: De Langste Dag in Schotland

Onze laatste volledige dag in Schotland valt heel symbolisch op de langste dag van het jaar. Een mooie dag om te beginnen met twee buttered kipper fillets. Heerlijk!

We nemen de bus naar Edinburgh centrum voor een bezoek aan de St Giles’ Cathedral gelegen aan de Royal Mile. De St Giles wordt nog wel kathedraal genoemd, maar is dit niet meer sinds John Knox vanop deze plek de Schotse reformatie leidde.

De St Giles is beslist een bezoek waard, met zijn kleurrijke glasramen, indrukwekkende grafmonumenten en prachtig interieur, maar hét pronkstuk van deze niet-meer-kathedraal is de Thistle Chapel. Het schitterend ribgewelf en de gebeeldhouwde heraldische baldakijnen maken dat je niet weet waar eerst kijken. De kapel eert de ridders van de Orde van de Distel. Queen Elizabeth herself staat als koningin van Groot-Brittannië aan het hoofd van deze orde en heeft natuurlijk een speciaal gereserveerd zitje in de kapel.

Volgende halte: de Camera Obscura, nog een jeugdherinnering die ik wilde herbeleven. De Camera Obscura en het uitkijkplatform werden in 1852 door Maria Short toegevoegd aan een vroeg-17de-eeuws gebouw. De Camera Obscura toont livebeelden van de stad. Het blijft geweldig om dit oude optische instrument aan het werk te zien en mensen als poppetjes te vangen met een blaadje papier. Maar de magie die ik als tiener voelde, was er niet meer. Spijtig.

Wel nog altijd even indrukwekkend: het uitzicht vanaf het uitkijkplatform. Alleen jammer van de Tattoo-tribunes die het zicht op Edinburgh Castle helemaal verknoeiden. Na voldoende tijd genomen te hebben om het uitzicht in ons op te nemen en de mensen te bespioneren door de sterke verrekijkers op het dak, gaan we op ons gemak naar beneden langs de tentoonstellingen op de verschillende verdiepingen.

De tentoonstellingen tonen allerlei optische trucjes en wetenschappelijke proefjes, maar niets wat ik nog niet eerder gezien heb. Al blijven de 3D hologrammen natuurlijk altijd leuk. Voor kinderen is dit een absolute must see. Je kan zelf veel opstellingen uittesten en er is gelegenheid genoeg om een paar gekke foto’s te maken.

Voor het middagmaal steken we de straat over. Gemakkelijk! Op aanraden van mijn reisgids lunchen we in Amber, een bar-restaurant in de Scotch Whisky Experience (tip: koop hier zeker geen whisky, de flessen zijn gruwelijk overprijst). Amber is echter wel de moeite: er is een heel uitgebreide whiskykaart en je krijgt professioneel advies van het personeel over welke whisky te kiezen. Ik bestel er de seafood platter en mijn vriend de meat platter. Beide zijn uitstekend en ja, natuurlijk drinken we daar een glaasje whisky (of twee) bij: Highland Park 18yo en Old Pulteny 7yo voor mij en Clynelish Distiller’s Edition en Tomatin 15yo Tempranillo voor mijn vriend. (Hey, het is onze laatste dag, he!)

Na het middagmaal is het tijd om naar The Real Mary King’s Close te vertrekken. Onze rondleiding start om 15u en ik ben echt razend benieuwd naar wat we te zien zullen krijgen: een verborgen wereld van huizen en straten onder straatniveau, het klinkt heel erg boeiend.

En ik word niet teleurgesteld. We krijgen een rondleiding door een gids in historisch kostuum die zich voorstelt als een figuur uit de middeleeuwen en de ganse rondleiding zijn rolletje vol overtuiging blijft spelen. The Real Mary King’s Close toont je een glimp van een wereld die nu niet meer bestaat. Tot in de 18de eeuw leefden de meeste inwoners van Edinburgh langs en onder de Royal Mile. Doordat de stadsuitbreiding binnen de stadsmuren diende te blijven, hadden de inwoners geen andere keuze dan in de hoogte te bouwen. De gangetjes tussen de gebouwen waren zo smal dat je zonder veel moeite met je beide handen de muren aan weerszijden kon aanraken. Langs de Royal Mile vind je nu nog veel Closes die een goed beeld geven van hoe claustrofobisch het er vroeger geweest moeten zijn.

In deze omstandigheden leefden duizenden mensen. Geen wonder dat cholera, tyfus en pokken veel voorkwamen in de op en langs elkaar gestapelde appartementen. Mary King’s Close, gelegen onder de huidige City Chambers, werd berucht doordat de bewoners allemaal stierven aan de pest in 1645.

De rondleiding is echt fantastisch: door slim gebruik te maken van film, verlichting en enkele ‘special effects’ wordt het op momenten echt een beetje creepy. De rondleiding geeft je op een luchtige manier een idee van de levensomstandigheden in die tijd. Ik kan een rondleiding in Mary King’s Close van harte aanbevelen. Het is niet goedkoop, maar geloof me, het geld meer dan waard.

Omdat wij altijd graag nog een beetje extra uitleg krijgen, boekten we een Gold Experience Ticket. Even zijn we in de war over waar het tweede deel van de rondleiding door het bovengrondse Edinburgh start. Uiteraard blijkt de rondleiding te starten bij de coffee bar waar de wachtenden verleid worden (kuch, mijn vriend) door de heerlijke koffiegeuren (ik niet, ik drink geen koffie).

De bovengrondse rondleiding wordt opnieuw door een historisch personage gegeven. Deze keer heb ik wat meer moeite om de gids te verstaan. Hij ratelt en struikelt over zijn woorden en het is me niet geheel duidelijk of dit bij zijn rolletje hoort dan wel of dit zijn normale manier van spreken is. Rond vijf uur is de rondleiding afgelopen en zijn wij heel wat historische feiten over Edinburgh rijker.

De zon schijnt, we hebben nog een mooie namiddag voor de boeg en we besluiten opnieuw een wandeling te maken langs de Royal Mile, maar nu op een iets gezapiger tempo dan de eerste keer. We lopen op ons gemak tot aan Holyrood Palace dat ondertussen al gesloten is. De avondzon geeft het paleis een prachtige warme gloed. Ideaal om nog wat foto’s te maken.

Ondertussen is het half zes en beginnen we na te denken waar we ons laatste avondmaal zullen eten. Tijdens de wandeling gisteren kwamen we langs een restaurant dat een menu aanbood met aangepaste whisky’s. Zo’n aanbod hebben we op andere plaatsen nog niet gezien. Wat opzoekwerk later (danku 3G), vinden we de naam van het restaurant. We bellen voor een reservatie en melden dat we zo’n half uur later zullen arriveren.

Genietend van de avondzon wandelen we langs The Balmoral, het Scott Monument en Princess Street Gardens. We zijn iets vroeger in The Dining Room dan verwacht, maar onze tafel staat al klaar. Het onthaal is erg vriendelijk en we voelen ons meteen thuis. We moeten niet lang nadenken over onze keuze: The Taster Menu, please! Met aangepaste whisky’s, ja graag.

Een overzichtje van wat er zoal op ons bord en in ons glas passeerde:

Broccoli soup
with Loch Arthur ricotta, morel mushrooms and pumpkin seeds
with
121.60
13 year old island

Hand-divided Scallop
with cauliflower, chorizo, squid ink beignet and sauce nero
with
26.90
27 year old Highland

Free range Gartmorn Farm Chicken
with boudin blanc, creamed morels, spring cabbage, thyme and madeira
with
85.24
27 year old Speyside

Chocolate delice
with chocolate mousse, minted caramel ice cream, wild mint syrup
with G3.5
33 year old Grain

Het eten is werkelijk fantastisch. Al laat de bediening wel een serieuze steek vallen door ons bord naar de foute tafel te brengen. Gelukkig wordt de vergissing snel opgemerkt voordat de gasten aan de andere tafel van onze borden kunnen eten. Het zorgt voor een grappig moment wanneer de ober zich uitgebreid komt verontschuldigen.

We drinken van de whisky zoals het hoort: kleine slokjes om de smaken in je mond tot recht te laten komen en de verschillen in het palet van de whisky’s te kunnen onderscheiden. Of we proberen die althans te onderscheiden, want echte kenners zijn we niet.

De gangen volgen elkaar aan een strak tempo op (iets meer tijd tussen de verschillende gangen mocht zeker) en rond tien uur staan we alweer buiten. We twijfelen om nog iets te gaan drinken, maar besluiten onze laatste dag in Edinburgh rustig af te sluiten en op tijd te gaan slapen. Per slot van rekening hebben we morgen nog een lange rit naar Hull voor de boeg.

Goodbye Edinburgh! Hope to see you again in the future!

Het eerste warme weekend van juli!

Of hoe een beetje zon van een sowieso al geweldig weekend een onvergetelijk weekend kan maken.

We trapten het weekend af met een dineetje met onze Leuvense vrienden U en G in restaurant Omaya. Tussen de heerlijke Libanese gerechtjes door hadden we meer dan genoeg tijd om gezellig bij te babbelen. Na het avondmaal trokken we naar de Oude Markt om nog een stukje Beleuvenissen mee te pikken.

We hadden het geluk dat er net een terrasje vrij kwam bij de Louvain Louvain om te genieten van een de mooie zomeravond. Na lang twijfelen bestelde ik een margarita. Can’t go wrong with that, dacht ik zo. Wrong! Langs één kant van het glas hing een substantie die mij aan zandkorrels deed denken. Bij nadere inspectie bleek dit een mengeling van zout en peper te zijn. Nu ben ik, ik geef het toe, wel een beetje een cocktailpurist. En het probleem bij cocktails in cafés is meestal dat ik vind dat ik die zelf beter kan bereiden. Maar er stond een hele rits cocktails op de kaart en ik dacht: ze zullen hier wel weten hoe een goeie cocktail te maken. Maar, beste mensen van de Louvain Louvain, een margarita moet een dun zoutrandje hebben langs de bovenrand van het glas, geen slabbetje dat langs één kant bijna de steel raakt. Dit randje is echt simpel aan te brengen: de rand van het glas insmeren met een beetje limoen of citroen, in zout deppen et voila! Peper hoort niet thuis in een margarita. Niet.

Enfin ja, gelukkig viel het optreden van Urban Trad wel te pruimen, met extra bonuspunten voor de mannen in rokjes!

Als afsluiter van de avond dronken we iets op het splinternieuwe terras van het al even splinternieuwe café-restaurant Houblon (waar vroeger ‘t Poske was). De cocktails waren peperduur (10 euro), maar stelden gelukkig niet teleur. Oef!

We lagen wat later in bed dan verwacht en hadden ook net iets meer gedronken dan gepland waardoor we niet optimaal uitgerust aan onze zaterdag begonnen. Enige punt op het programma: onze vrienden zien trouwen. Googlemaps leidde ons (en nog een paar andere genodigden) eerst naar een foutieve kapel, maar gelukkig waren we nog net op tijd in de juiste kerk in Melsele om het huwelijk van de onvolprezen werkmens bij te wonen. Een mooie viering met live muziek en een heel goede pastoor (dat kom je niet zo vaak tegen) die op een ontspannen manier met het koppel en de bruidskindjes omging.

Na de viering (die om kwart na één gedaan was) hadden we nog wat uurtjes te overbruggen tot het avondfeest. We reden eerst naar Park Spoor Noord omdat deze plek me aangeraden werd door Antwerpenkenners. Na even rondrijden vonden we een parkeerplaatsje én een gezellige plek op het terras van Café Zeppelin. We twijfelden op welk terras op het Damplein we ons middagmaal zouden nuttigen, maar het pleidooi van de joviale uitbaatster van Café Zeppelin trok ons over de streep. Ik hield het bij een simpel soepje en een vers geperst fruitsapje. Soberheid voor de uitspatting of zoiets. De zon op mijn gezicht en de rust van het plein deden mij helemaal ontspannen en ik was opeens niet meer zo gehaast om Park Spoor Noord  te verkennen.

Even getwijfeld om onze laptops te halen en gewoon lui te blijven zitten op het terrasje, maar dan toch maar opgestaan om wat te wandelen. Park Spoor Noord zag er heel gezellig uit, maar ook heel zanderig en vol met waterspetterende kinderen. Mijn vriend had zich in de auto omgekleed zodat hij de namiddag niet in kostuum moest rondlopen, maar ik had geen reservekleren bij. Dus besloten we toch maar iets minder stoffige oorden op te zoeken. Het dak van het MAS bijvoorbeeld! Het was de eerste keer dat mijn vriend van het adembenemende uitzicht op de Schelde en het Eilandje kon genieten en ik vond het fijn dit samen met hem te kunnen delen.

Na deze zware beklimming (kuch) vonden we dat het tijd was voor een drankje! We nestelden ons op een terrasje vlakbij het MAS, klapten onze laptop open en genoten van het mooie weer tot het tijd was om te vertrekken naar De Jachthoorn in Kontich voor een werkelijk formidabel feest. Alles was perfect: de stralende bruid en bruidegom, de mooie tuin van de feestzaal, de champagne, de schitterende zon, het diner, de sympathieke mensen aan onze tafel, het overweldigende dessertenbuffet (het aanbod was zo groot dat het gewoon onmogelijk was om van alles iets te proeven),.. Later op de avond haalde de dj tot mijn grote vreugde het stevigere werk uit de kast zodat ik me nog eens helemaal kon laten gaan op de dansvloer. Én we zaten aan de ‘jonge’ tafel en laat ik dat nu een geweldig compliment vinden, zie!

De zondag sliepen we uit tot één uur ‘s middags. De rest van de dag had ik voor mezelf, want mijn vriendje ging naar een lan-party bij vrienden. Ik maakte een wandeling door het zonovergoten zondagse Leuven en genoot van de rust in de straten en de spelende kinderen in het speeltuintje bij Sint-Maartensdal.

Een weekend om in te kaderen.

 

Here’s To Never Growing Up

Vroeger zou ik deze catchy song van Avril Lavigne meteen tot mijn lijflied gebombardeerd hebben.

Helaas de feiten vallen niet te ontkennen:

  • Ik ben zaakvoerder van een eigen bvba.
  • Ik heb een advocaat die mij al in verschillende zaken heeft bijgestaan.
  • Ik heb een hypotheek.
  • Ik heb meer bankrekeningen dan me lief is.
  • Ik betaal elk jaar braafjes mijn belastingen.
  • Ik leid een team van 12 mensen.
  • Het aantal jaren dat ik werk, valt niet meer in één cijfer uit te drukken.
  • Ik doe aan pensioensparen.
  • Ik heb al jaren een vaste relatie.
  • Ik ben meter van twee kinderen.
  • Ik heb een treinabonnement.
I did grow up. How the hell did this happen? :-(

Schotland – de B&B’s en hotels

Omdat we op een aantal erg leuke plekken verbleven hebben tijdens onze Schotlandreis, maakte ik een overzichtje van alle B&B’s waar we verbleven. Kwestie van een handig overzichtje te hebben.

  • AllanBank Bed and Breakfast – Eyemouth: Gezellige B&B in een mooi herenhuis, kraaknet, heerlijk ontbijt, gelegen in het groen en zeer vriendelijke uitbaters.
  • Old Bank House B&B – Melrose: Beetje excentrieke B&B vol met kunst met heel praatgrage eigenaar en zeer goed ontbijt. Gelegen vlakbij de prachtige Melrose Abbey en midden in het charmante Melrose.
  • No.20 Boutique Bed and Breakfast – Helensburg: Zeer vriendelijke uitbaters, prachtige kamer, subliem ontbijt, gelegen in een rustige buurt vlakbij de Firth of Clyde. Aanrader!
  • Dunheanish Guest House – Oban: What a view! Vraag of het mogelijk is in één van de kamers met uitzicht op de baai te logeren. Grappige gastheer, lekker ontbijt, comfortabele kamer. Aanrader!
  • Arle Lodge – Isle of Mull: Nogal spartaanse, maar propere kamers. Ideaal als je zelf je potje wil koken, mooie tuin, prachtig gelegen aan een meer.
  • Lios Mhoire Bed and Breakfast – Glencoe: Zeer, zeer vriendelijke en behulpzame gastvrouw, heerlijk ontbijt en zalige regendouche. Prachtig uitzicht vanaf het balkon. Ideaal om Glencoe te verkennen. Aanrader!
  • Heatherlea Bed & Breakfast – Mallaig: Kamer ok, maar waarschijnlijk wel aan de frisse kant in de winter (er is wel een elektrische verwarming voorzien). Mooi gelegen midden op het platteland, maar het rook er een beetje naar natte hond.
  • Otterburn B&B – Isle of Skye: Absoluut fabelachtige B&B, de beste van onze hele trip. Er is maar één kamer, dus je hebt de onverdeelde aandacht van de gastheer en gastvrouw. Het ontbijt was subliem. Het uitzicht vanuit de leefruimte die we tot onzer beschikking hadden was prachtig. We kregen elke avond een whisky van het huis aangeboden en één ochtend was de gastheer speciaal voor ons smoked haddock gaan halen. Aanrader!
  • Premier Inn Inverness Centre – Inverness: Ok hotel, maar laat je er niet toe verleiden om er te dineren. Het avondmaal is niet zo geweldig. Bij nader inzien hadden we beter een B&B geboekt in Inverness.
  • Rhu Mhor – Fort William: Heel bijzondere B&B in een oud huis gelegen in een prachtige tuin. De gastheer (in kilt) en zijn bejaarde moeder zorgen dat je je meteen thuis voelt. Het ontbijt was lekker en we kregen om tien uur ‘s avonds een kopje thee met koekjes. De kamer was erg ouderwets, maar dat pas bij de sfeer van het huis. In de gang hing wel een geurtje van verschaalde rook.
  • Beinn Bhracaigh – Pitlochry: Mooie kamer, propere badkamer, uitstekend ontbijt (hier probeerde ik de porridge die met whisky en honing werd geserveerd). ‘s Avonds kan je iets drinken in de honesty bar: je schenkt jezelf een drankje uit en schrijft op wat je dronk. Pitlochry is absoluut een bezoekje waard en niet alleen voor de destilleerderij!
  • Hotel Ceilidh-Donia – Edinburgh: Leuk familiehotel met een geweldige barman (Max) en een hond die graag op brillen knabbelt. Mooie kamer, al hadden we doordat we vlak langs de ingang van het hotel sliepen wel wat last van het lawaai van arriverende of vertrekkende gasten. Het ontbijt was ok, maar ik geef toe dat we ontbijtgewijs op onze trip echt verwend zijn geweest .

Een avondje Schotlandherinneringen ophalen

Woensdagavond waren we te gast bij vrienden die in september naar Schotland gaan. Zij waren nog niet echt begonnen aan de planning van hun reis, wij waren net terug van de onze, een ideaal moment om wat tips te geven. En lyrisch te doen over dit prachtige land en zijn vriendelijke bewoners. Uiteraard hebben we maar een stuk van Schotland gezien. Er valt nog zoveel meer te zien en te verkennen. Het hoge noorden, daar zijn we zelfs niet aan toegekomen. Maar we wilden graag ons enthousiasme delen en reclame maken voor de geweldige B&B’s die we bezochten.

Het werd een fijne avond waarin meer dan enkel Schotland ervaringen werden uitgewisseld. En natuurlijk sloten we de avond met een glas Schotse whisky en klonken we op een geslaagde reis voor onze vrienden.

20 juni: Dirleton en Tantallon Castle en New Town in Edinburgh

Mij een beetje vergist wat betreft mijn ontbijtkeuze. Ik dacht pancakes with maple sirup and bacon besteld te hebben, maar bij nadere inspectie blijken er geen pancakes maar waffles with maple sirup and bacon op mijn bord te liggen. Gelukkig is mijn vriendje zo lief om een ruil voor te stellen en kan ik genieten van een grote paddenstoel met gesmolten kaas (de vegetarische ontbijtoptie). Wie eet er nu wafels met spek bij het ontbijt?

Onze investering in die vijfdagenpas van Historic Scotland heeft nog niet echt gerendeerd, dus besluiten we opnieuw de auto in te stappen en twee kastelen in de buurt te bezoeken. Onze eerste halte is Dirleton Castle, een fotogenieke ruïne gelegen in een prachtig onderhouden tuin (waar er uiteraard vol enthousiasme gras gemaaid wordt, we hadden niets anders verwacht). In de tuin bevindt zich een authentieke doocot (duivenhok) die mij qua vorm nog het meeste aan een bijenkorf doet denken. Het hok moet vroeger aan honderden duiven onderdak geboden hebben. Dat zal daar nogal een lawaai en een stank geweest zijn. 😉

Van Dirleton Castle zijn nog redelijk veel vertrekken bewaard gebleven, waardoor je je (mede door de getekende artist’s impressions) een goed idee krijgt van hoe het kasteel er vroeger moet uitgezien hebben. Vooral de tonvormige kelders zijn indrukwekkend. We zijn bijna helemaal alleen op de site, dus we nemen de tijd om op ons gemak rond te kijken en tegelijkertijd te genieten van het mooie uitzicht op de omgeving. Het geel van het koolzaad heeft sinds het begin van onze reis wat van zijn felheid verloren en maakt langzaam plaats voor het geel van boterbloemen, een nieuwe schakering tussen al dat groen.

We rijden verder naar het volgende kasteel en komen onderweg een afgebrand gebouw tegen. Dit gebouw blijkt, o ironie, het de brandweercentrale te zijn. Pijnlijk als de enige brandweercentrale in de buurt volledig uitbrandt… Maar het levert wel een bijzondere foto op.

Volgende halte: Tantallon Castle, gelegen vlakbij de kust. Meer dan 300 jaar werd dit kasteel bewoond door één van de machtigste families in Schotland: de Douglas. Qua ligging (op een klif aan de zee) overtreft dit kasteel Urquhart Castle ruimschoots. Het uitzicht op de kustlijn en Bass Rock, een enkel door zeevogels bewoond eilandje met een eenzame automatische vuurtoren erop, is fabelachtig. En oja, ze hebben hier ook een doocot.

De restanten van Tantallon Castle zijn overweldigend in hun omvang. Wat moet dit wel niet geweest zijn toen het kasteel op het toppunt van zijn macht was! Heel bijzonder: de steen van de voorste toren is groen van kleur. De steensoort van de groene toren is erg zacht en afkomstig van de kliffen in de omgeving van het kasteel. De groene steen is zachter dan de zandsteen waaruit de rest van het kasteel is opgebouwd, wellicht was het de bedoeling om via de voorste toren makkelijker artillerie-aanvallen te kunnen opvangen. Een zachte steen is natuurlijk enorm kwestbaar wanneer blootgesteld aan de weersomstandigheden, dus onderging de toren een grondige restauratie. Die op het moment van ons bezoek net moet afgerond zijn (de stellages liggen er nog), zodat we de toren in zijn volledige glorie kunnen bewonderen.

Tantallon Castle is verrassend groot, met heel veel vertrekken om in rond te dwalen. Ik ben echt onder de indruk van dit kasteel. De ligging, de grootsheid, de bewogen geschiedenis. Echt de moeite van een uitstapje waard als je in Edinburgh bent. Alleen jammer dat het wat frisjes is door de koele zeewind. Ik vind het prachtig en ben blij dat we dankzij de Historic Schotland passen hier naartoe gekomen zijn. Mijn vriend en ik zijn zo enthousiast dat we niet anders kunnen dan wat cadeautjes voor onze petekindjes kopen in de souvenirshop. Een deel van onze aankopen gaan immers naar het onderhoud van dit kasteel en dat vind ik goed besteed geld.

Het is ondertussen al half twee gepasseerd en we hebben nog steeds niet geluncht. We keren terug naar Dirleton, waar we een tafeltje vinden in The Castle Inn, winnaar van de award “Best Bistro Meal in East Lothian”! Als dat geen referentie is! Enfin ja, ik eet een bouillabaise en mijn vriend een meat pie. De bouillabaise is echt heel lekker, met royaal veel vis en geserveerd met geroosterd brood en rouille, zoals het hoort.

Ons late middagmaal in combinatie met de rit van Dirleton naar ons hotel maakt dat we pas na vieren terug in Edinburgh zijn. Geen erg, de zon is ondertussen volop beginnen schijnen en we nemen de bus naar het stadscentrum. We wandelen naar Calton Hill, in vergelijking met Arthur’s Seat, een klein en bescheiden heuveltje, maar wel eentje met een half voltooid Parthenon erop. Dit bouwsel was ontworpen als nationaal monument voor de gesneuvelde soldaten uit de napolenontische oorlogen. De bouw startte in 1822, maar geldgebrek stond voltooiing in de weg. Gelukkig werd de naburige Nelson toren ter herinnering aan de Britse overwinning bij Trafalgar wel voltooid.

Door het mooie weer is het erg druk op de heuvel. Veel Schotten zitten in het gras te picknicken en van het uitzicht te genieten of doen gewoon een dutje in de zon. Mijn vriend en ik zijn eerst wat verontwaardigd over al het vuilnis dat vlakbij de vuilnisbakken rondslingert. Zo’n achteloosheid hadden we nu toch niet verwacht van de Schotten die zo trots op hun land zijn. Tot mijn pond valt. De concentratie vuilnis vlakbij de vuilnisbakken is wel heel verdacht en we zijn hier vlakbij zee. Het kan niet anders dat de schuldigen voor dit hooliganisme meeuwen zijn, de duiven van de zee!

Na Calton Hill wandelen we op ons gemak verder naar St. Andrew Square. Spijtig genoeg gaat ons plan om iets te drinken bij de gezellig uitziende kiosk niet door, want ze zijn net aan het sluiten. Om kwart voor zes terwijl het groene St. Andrew Square met het indrukwekkende Melvillemonument wemelt van het volk! We besluiten verder te wandelen langs Queen Street en onderweg iets te drinken als we iets gezelligs tegen komen. Ons plan om te slenteren door de groene Queen Street Gardens blijkt echter op een sisser uit te lopen: deze tuinen zijn niet geopend voor het publiek. Enfin ja, onderweg kopen we een smoothie in een hippe koffie/smoothie bar, zo van het soort waar magere vrouwen afspreken om een groen sapje te drinken en tips uit te wisselen over hun raw food diet.

Na onze smoothie is er van dorst (of honger) geen sprake meer. We lopen in de richting van de Nieuwe Stad om daar een wandeling te maken die in mijn gids staat beschreven. De Nieuwe Stad werd oorspronkelijk gebouwd om de overvolle en ongezonde middeleeuwse Oude Stad te ontlasten en dateert van de 18de eeuw. Een knap staaltje van stadsplanning. We wandelen langs de mooie, statige gebouwen tot aan de Dean Bridge. Deze brug uit 1829 kijkt uit op het riviertje Water of Leith en toont hoe verrassend dichtbij de natuur in Edinburgh is. We passeren huizen waar historische figuren woonden, betrappen een paar meeuwen die de vuilniszakken aan het plunderen zijn en komen langs Bute House, de officiële residentie van de First Minister van het Schotse Parlement.

Het is ondertussen zeven uur en veel honger valt er bij ons nog niet te bespeuren, toch beter zo’n groen sapje genomen. In de buurt van Princess Street ontdekken we de charmante Rose Street, een aangename wandelstraat versierd met bontgekleurde vlaggetjes en veel volk op de terrasjes. Een ideale plek om wat te eten, ware het niet dat onze magen nog goed gevuld aanvoelen. We wandelen wat rond op Princess Street en bewonderen de Princess Street Gardens (die helaas al gesloten zijn) en het mooie uitzicht op Edinburgh Castle. Princess Gardens mogen nu dan wel een elegant park zijn, vroeger was dit een meertje waarin alle afval en uitwerpselen van de oude stad zich verzamelden. Een verschrikkelijke stinkplek. Geen wonder dat al die bloemen en planten hier nu zo weelderig groeien.

We komen een marktje tegen waar ik een paar stukken fudge koop om thuis in België te eten. De hoofdingrediënten voor fudge zijn boter, poedersuiker en melk. Niet echt een gezond goedje dus, maar wel zalig smeuïg en zoet. Ideaal om als souvenir mee naar huis te nemen en terug te denken aan de mooie dagen die we in Schotland doorbrachtten.

Zo rond acht uur besluiten we een plek om te eten te gaan zoeken. Toen we deze ochtend in Tantallon Castle waren zagen we vier mensen in een nis bij het raam picknicken met verse sushi, waardoor ik opeens heel veel zin in sushi kreeg. In de kleine dorpjes en stadjes waar we voordien verbleven, moesten we niet hopen zo’n exotisch restaurant te vinden, maar in een stad als Edinburgh zouden we beslist meer geluk hebben. En ja, via tripadvisor vinden we een leuk klein Japans restaurant in Rose Street. Het restaurant doet verrassend authentiek aan en ik vermoed dat de sushichef een echte Japanner is, want hij reageerde erg beleefd-enthousiast op mijn Japanse bedanking.

We bestellen wat sashimi en een paar roll’s om mee te beginnen en besluiten meteen all the way the gaan: graag een kannetje warme saké voor ons! De sushi is echt voortreffelijk. Kampai op Edinburgh!

Rond negen uur wandelen we opnieuw naar Princess Street. Net op dat moment verlicht de ondergaande zon Edinburgh Castle met een prachtig rode gloed. Het lijkt alsof de eeuwenoude burcht warmte uitstraalt. Het is net een sprookjeskasteel. Prachtig.

De bushalte die we willen nemen op Princess Street blijkt afgesloten te zijn wegens werken aan de tramleidingen. Ik kan me van mijn vorige bezoek aan Edinburgh geen trams herinneren en de infrstructuur ziet er allemaal behoorlijk nieuw uit, dus het lijkt me dat binnenkort een paar van die vieze vervuilende bussen door moderne trams vervangen zullen worden. Mooi!

In het hotel aangekomen drinken we nog een afzakkertje op de geslaagde dag. We bestellen allebei een kipper voor het onbijt de volgende ochtend. Morgen is onze laatste dag en we zijn van plan er ten volle van te genieten!

Het laatste weekend van juni

Het weekend na onze Schotlandreis had ik bewust niet te vol gepland. Kwestie van een beetje te recupereren van deze toch wel vermoeiende reis, want zowel mijn vriend als ikzelf zijn de maandag na onze terugkomst meteen weer het werkleven ingedoken.

Vrijdagavond hadden we afgesproken met mijn squashpartner en zijn nieuwe vriendin om samen sushi te gaan eten. Ik was natuurlijk erg nieuwsgierig zijn nieuwe verovering te leren kennen. Mijn squashpartner is nogal een lady’s man, maar echt veel geluk in de liefde heeft hij, na een mislukt huwelijk, nog niet echt gehad. De nieuwe vriendin bleek een jonge, sympathieke leerkracht te zijn met wie het meteen klikte. Een opluchting, want dat was bij sommige van zijn vorige vriendinnen niet het geval.

We keuvelden gezellig terwijl we ons best deden de reusachtige Titanic sushiboot van de Inari leeg te eten. Het lukte ons bijna, maar we strandden een paar sushi’s voor de finish. Wel jammer dat het zo druk was in de Inari waardoor we wat geluidsoverlast hadden van de andere tafeltjes die te dicht bij de onze stonden.

Na het diner trokken we naar Les Parisiennes in de Schrijnemakersstraat, een vrij nieuwe zaak die ik graag eens wilde uitproberen. Ik dronk eerst een theetje, maar toen ik de cosmopolitan zag die mijn squashpartner besteld had, moest ik niet lang twijfelen over mijn volgende drankje. Een cosmopolitan voor mij, alstublieft! De cosmopolitan was echt perfect, een beetje zuur, zoals ik dat graag heb. Heerlijk!

We namen nog vóór middernacht afscheid om op tijd in bed te liggen.

Zaterdag sliepen we uit en gingen we de stad in om wat boodschappen te doen, al onze eetvoorraden waren uitgeput en dienden dringend aangevuld te worden. Ik ging ook op zoek naar een rood strikje voor mijn vriend. Het eerste weekend van juli worden we namelijk op een huwelijksfeest verwacht waar de dresscode “a touch of red” is. Voor mij niet zo’n probleem, voor mijn vriend nét iets meer. Na een zoektocht langs verschillende winkels vond ik een prachtig rood zijden strikje voor de fabelachtige prijs van 65 euro. Slik, dat is nu wel heel veel geld voor iets wat mijn vriend één keer zal dragen. Dat geld geven we dan toch liever cadeau aan de bruid en bruidegom. Gelukkig leverde een facebookoproep een rode das op. Problem solved! (En dat ik daar niet eerder aan gedacht had.)

‘s Avonds trokken we naar de film en zondagmiddag schoven we met onze Leuvense vrienden en hun twee schattige blonde dochters de voeten onder de Langste Tafel. Het eten was wat minder dan andere jaren, maar het gezelschap maakte veel goed. De jongste dochter is een spring-in-‘t-veld en voordat ik het wist stond ik samen met haar rondjes te draaien op de muziek van het live orkest. Ik voelde me weer kind!

Na afscheid van onze vrienden genomen te hebben, reden we naar het rusthuis om in beperkte kring mijn grootmoeder haar drieënnegentigste verjaardag te vieren. Het is cru om te zeggen, maar ik hoop van harte dat er niet meer te veel verjaardagen zullen volgen. Van de vrouw die mijn grootmoeder eens was, is geen spoor meer te bekennen en ze komt soms echt agressief  uit de hoek. Alleen de taart, daar is ze verzot op. Maar liefst drie stukken speelde ze naar binnen. En wie kan  haar dit kleine pleziertje misgunnen?

Op de terugweg van mijn grootmoeder gingen we nog even langs bij mijn zalig slapend petekindje om een paar souvenirs die we in Skye gekocht hadden af te geven. De mama en papa van mijn petekindje werden het volgend weekend verwacht op de babyborrel van een meisje dat Skye heette, vandaar dat het hen wel leuk leek om een paar items met Skye op cadeau te geven aan de kersverse ouders.

Een fijn, ontspannen weekend.