Oud worden

Het is altijd enorm confronterend, zo’n bezoekje aan mijn grootmoeder: rimpels die steeds diepere groeven trekken in haar gelaat, een geheugen dat zich steeds verder terugtrekt in de duistere diepten van haar hersenen, een rug die steeds krommer wordt, het onvermijdelijke krimpen.

Het jaagt me angst aan. De gedachte dat dit mij ook te wachten staat. Dat de ouderdom onontkoombaar is. Dat mijn jeugd me verlaat en nooit meer terug zal komen. Dat ik eens ook zal schuifelen tussen eetkamer en slaapkamer. Aan tafel zal zitten stil te wezen langs mensen die ik niet ken. Vertrouwen moet op vreemden om mijn meeste elementaire behoeften te vervullen.

Neen, ik kan me niet verzoenen met het feit dat ik niet kan ontsnappen aan de gesel van de onverbiddelijk voortschrijdende tijd.

Black Swan

Een dubbele boeking in de agenda van het koppel met wie we oorspronkelijk hadden afgesproken, zorgde voor een gat in onze agenda dat snel opgevuld werd met sushi en een filmpje. Al klinkt “filmpje” een beetje oneerbiedig als je het over zo’n beklijvende film als Black Swan hebt.

Black Swan is alleszins geen film voor gevoelige zielen. Er zit redelijk wat gruwelijk beeldmateriaal in verwerkt en op den duur ben je net als het hoofdpersonages de grens tussen fictie en realiteit kwijt. En ja, de balletwereld wordt ongetwijfeld cliché neergezet: met moeders die via hun dochters hun dromen willen realiseren, keiharde concurrentie tussen de vrouwelijke ballerina’s, de verhouding tussen de regisseur en zijn sterdanseres en een dodelijke obsessie voor het lichaam. Maar ergens denk ik wel dat die clichés een grond van waarheid inhouden.

Enfin, ik heb er alleszins nooit spijt van gehad dat mijn kennismaking met de edele kunst der balletdansen beperkt gebleven is tot drie proeflessen. Ballet was duidelijk niets voor mij (en voor mijn zere voeten). Wat niet wegneemt dat ik dit een geweldig meeslepende film vond met een puike prestatie van Nathalie Portman. Chapeau dat ze zich door een jaar hard te werken de bewegingen van de dans heeft eigen gemaakt.

En oja, de muziek is uiteraard fabuleus. 😉

Squash

Door een blessure van mijn vaste squashpartner was het al van vorig jaar geleden dat ik nog eens op een squashveldje stond. Ik was bijna vergeten hoe leuk squashen wel niet is. Al je energie focussen op dat kleine balletje en als het écht goed gaat dan wordt, heel even maar, die gedachtenstroom in je hoofd stilgelegd en wordt al je aandacht gebald in dat ene, snel bewegende object. En toch moet ik altijd een drempel over om die squashafspraak te maken. Om het nummer van het squashcentrum op te roepen uit mijn contactenlijst en te bellen om een veldje te reserveren. Het is nu eenmaal gemakkelijker om, op één van mijn weinige vrije avonden, thuis passief achter de pc te blijven zitten. Ik moet gewoon in mijn geheugen prenten hoeveel deugd het me heeft gedaan!

De koning met de grijze ogen

Mijn Russische solo-voordracht kon op iets minder enthousiasme rekenen dan ons Spaans gedicht. Niet geheel onverwacht, want het was duidelijk dat onze Poolse caballero moeilijk te overtreffen zou zijn. Ik vond het organisatorisch ook wat minder dan maandag. Er waren nu twéé podia, in plaats van één. Wat an sich een goeie beslissing was, want er was maandag echt te weinig ruimte voor al de toeschouwers. Maar de locatie voor het tweede podium was alles behalve ideaal: vlakbij de kille hoofdingang en de valven die een goed uitzicht belemmerden. Het publiek was ook zeer ongelijk verdeeld. Denk dat het merendeel in het gezellig warme gedeelte stond en aan ons podium enkel de klassen stonden die zelf een gedicht voordroegen.

Daarbovenop was er een enthousiaste secretariaatsmedewerker die haar kans schoon zag en na elk optreden van een klas gedichten naar eigen keuze kwam voordragen. Uiteraard heb ik niets tegen poëzieminnende secretariaatsmedewerkers, maar is het niet de bedoeling de leerlingen zelf de gelegenheid te geven een gedicht naar voren te brengen? Na het zoveelste optreden van de secretariaatsmedewerker begon het een beetje genant te worden.

Eén van mijn klasgenootjes Russisch wilde last minute nog een lied brengen, met banjobegeleiding, maar laat ons zeggen dat mijn andere klasgenootjes dit niet echt zagen zitten. Vijf minuten voorbereidingstijd voor een optreden is dan ook echt te weinig, zeker als je een moeilijke Russische tekst moet zingen. En niemand had zin om af te gaan op dat podium. Misschien iets voor volgend jaar.

Persoonlijk ben ik trotser op mijn Russisch gedicht dan op het Spaanse, waar ik maar één lijntje moest zeggen. Russisch kan soms een echte tongbreker zijn, maar ik had goed geoefend en het kwam er heel vlot uit. Ik herinnerde mij mijn vroegere dictielessen en probeerde de dichtregels langzaam en met afwisselende intonatie uit te spreken, zodat ook de luisteraars die geen Russisch konden, er iets aan hadden. Het onderwerp van het gedicht was ook lekker dramatisch, dus dat paste perfect. Ik was alleszins zeer blij met de complimenten die ik achteraf van de leerkracht Russisch (een native speaker) kreeg.

Volgend jaar doe ik zeker opnieuw mee.

Een daverend succes

Eigen lof stinkt, uiteraard, maar de waarheid mag gezegd worden: ons groepje uit de Spaanse les kreeg het grootste applaus van allemaal voor onze ontroerende interpretatie van La torre tiene una plaza. Ere wie ere toekomt, het applaus was bijna volledig de verdienste van onze caballero, die zich volledig in zijn rol had ingeleefd en vanuit het publiek kwam gegaloppeerd om de dame met haar blanca flor te schaken. Dit deed hij met verve en met de witte roos tussen zijn tanden. De dame wist niet wat haar overkwam, terwijl het publiek in daverend applaus losbrak. En oja, we hadden zelfs begeleiding op gitaar! Na dit hoogtepunt kan Сероглазый король alleen maar teleurstellen…

Fotootje van de rekwisieten die ik in een bui van enthousiasme bijeen knutselde (de roos uitgezonderd, natuurlijk):

Onze hele klas heeft het trouwens prima gedaan. Iedereen was na de optredens zo goed geluimd dat het een kleintje was om de juffrouw over te halen de laatste drie kwartier van de les te skippen en met z’n allen iets te gaan drinken in Café Cuvee, een charmant rookvrij café met heerlijke cava en rode wijn. We palmden met ons vijfentwintigen zowat alle tafeltjes en stoelen in het café in, maar daar hoorden we de uitbater niet over klagen. 😉