Confronterend

Onze dubbele uitstap naar Kasterlee, was een goeie gelegenheid om nog eens te blijven logeren bij de ouders van mijn vriend (die trouwens dolblij zijn dat we onze geschillen hebben bijgelegd). Na het gezamenlijke ontbijt ‘s ochtends gingen mijn vriend en ik op bezoek bij zijn grootvader, die de laatste maanden erg op de sukkel geraakt is met zijn gezondheid.

Ik moet zeggen dat ik enorm schrok van de aanblik die de oude man bood. Zo fragiel. De arme man kon nog amper praten zonder buiten adem te geraken. Hij straalde een diepe tristesse uit. Wat wil je: de man hoort nog amper, zijn zicht is zo slecht dat hij geen boeken meer kan lezen en hij kan zich enkel schuifelend voortbewegen, zwaar steunend op zijn looprek. Alleen zijn koppige ingesteldheid houdt hem, tegen alle verwachtingen in, overeind. Het deed me zeer om deze intelligente, welbespraakte man helemaal in elkaar gekrompen naar adem te zien happen. Mentaal is hij nochtans prima in orde en misschien is dat net in deze toestand geen zegen. Want hij weet dat het einde nadert en dat elke dag een stap dichter bij de dood is. En ergens denk ik, dat hij er vrede mee heeft.

Maar ikzelf zou zijn huidige toestand gewoon ondraaglijk vinden. Dus ik hoop echt dat hem op korte termijn een vredig afscheid gegund is, liefst in zijn slaap, zodat hij niet meer te lang in de klauwen van de aftakeling moet verblijven.

Oud worden

Het is altijd enorm confronterend, zo’n bezoekje aan mijn grootmoeder: rimpels die steeds diepere groeven trekken in haar gelaat, een geheugen dat zich steeds verder terugtrekt in de duistere diepten van haar hersenen, een rug die steeds krommer wordt, het onvermijdelijke krimpen.

Het jaagt me angst aan. De gedachte dat dit mij ook te wachten staat. Dat de ouderdom onontkoombaar is. Dat mijn jeugd me verlaat en nooit meer terug zal komen. Dat ik eens ook zal schuifelen tussen eetkamer en slaapkamer. Aan tafel zal zitten stil te wezen langs mensen die ik niet ken. Vertrouwen moet op vreemden om mijn meeste elementaire behoeften te vervullen.

Neen, ik kan me niet verzoenen met het feit dat ik niet kan ontsnappen aan de gesel van de onverbiddelijk voortschrijdende tijd.