Talent

Ik wou dat ik het had. Een talent. Eéntje maar. Iets wat mij zou onderscheiden van de massa, de middelmaat. Iets wat mij speciaal zou maken. Helaas, hoe ouder ik word hoe duidelijker ik begin te zien dat ik geen bijzonder talent heb. Dat ik niet speciaal, niet bijzonder ben. En dat is een bittere pil om te slikken. Dus blijf ik verder zoeken, naar dat éne talent. Tegen beter weten in.

Trouwfeest

Dit weekend trokken mijn vriend en ik richting Oost-Vlaanderen voor het trouwfeest van zijn jongere nichtje. De trouwmis was mooi (met dank aan het zusje van de bruid die voor de klassieke zang zorgde, een talent om te koesteren), het feest plezant, het eten om duimen en vingers bij af te likken (we hadden niet minder verwacht, want de bruidegom is chefkok), de gesprekken aangenaam, de dj iets te kwistig met de slows naar mijn goesting en het hotel waarin we overnachtten, te duur voor wat het was. Speciale vermelding voor God, die met enkele welgemikte paukenslagen de misviering wat extra luister gaf en die na de mis de hemelsluizen wagenwijd open zette.

Kanttekening bij de dag: Moest ik een ad fundum gedronken hebben elke keer dat iemand ons gevraagd heeft: “En wanneer is het jullie beurt?”, dan hadden ze mij voor de soep op tafel stond al naar het ziekenhuis kunnen afvoeren om mijn maag leeg te pompen. Mensen, knoop het voor eens en voor altijd in jullie oren. Hier wordt niet getrouwd. Nu niet, volgend jaar niet, nooit. Ik val niet graag in herhaling.

Nachtkastjes

Gisterenavond lagen we nog wat na te genieten van het “spelen” in bed toen mijn vriend de gevleugelde woorden sprak: “Toch handig, he, zo nachtkastjes hebben.” Ik kon niet anders dan hem gelijk geven: nachtkastjes zijn handig om een wekkerradio op te zetten, om ‘s nachts je oorbellen op te leggen, om je boek in weg te bergen, om je kousen in te steken, om je gsm op te leggen, om stoute dingen in te verstoppen,… En toen overliepen we in een nostalgische bui al de nachtkastachtige objecten die we al gebruikt hebben sinds we samen zijn. In chronologische volgorde:
– vier op elkaar gestapelde pc’s,
– een stapel schoenendozen,
– een metalen rek,
– de nachtkastjes van nonkel K,
– helemaal niks.

Jaja, nachtkastjes zijn toch handig.

Marathonvergadering

Vandaag heb ik van half negen tot half drie in vergadering gezeten, met ongeveer een kwartiertje pauze om de geleverde broodjes op te eten. Het onbetwiste record voor deze week. Al een geluk dat het interessante materie was en er zelfs enkele knopen doorgehakt werden. Ik heb dus geen excuus moeten verzinnen om de vergadering te ontvluchten.

‘k Heb na al dat vergaderen zin om een beetje op zijn vrijdagnamiddags uit te bollen en dat terwijl ik nog een voorzet moet geven voor een belangrijk document waar ik volgende week absoluut niet aan kan werken wegens andere katjes te geselen (lees: examens). Het vlees is zwak. Was het al maar weekend (jui! trouwfeest!).

En toen kwam de regen

Met bakken uit de lucht gevallen. De lucht zag er al sinds deze voormiddag onheilspellend uit: dichte, duistere wolken die een waterige belofte inhielden. Die belofte hebben ze nu waargemaakt. Hopelijk zijn de wolken tegen zaterdag leeggeregend, want dan trouwt het nichtje van mijn vriend en het zou jammer zijn als haar trouw (letterlijk) in het water valt.

Tijdverlies

Vandaag zat ik in een vergadering van bijna drie uur waar zoveel wollige praat verkocht werd dat ik me serieus moest inhouden om niet heel luid “Cut the crap” te roepen. Maar goed, ik heb mijn ergernissen ingeslikt en geprobeerd ondertussen niet te hard te denken aan al de nuttige dingen die ik in die verloren tijd had kunnen doen.

De volgende keer verzin ik een excuus om er vanonder te muizen. Dit nooit meer.