Kan soms leuke effecten opleveren.
Het huis van nonkel K
Zucht en kreunt en steunt onder de stormwind. De deuren rammelen in de sponningen en een te harde windstoot doet de deur van ons kamertje met een knal openvliegen. Niet bevordelijk voor de nachtrust als dit in het putje van de nacht gebeurt. Ik tel de dagen af totdat we kunnen verhuizen…
Storm in de stad
Storm in mijn hoofd.
Hoog tijd om mijn carrièrepad eens onder de loep te nemen en na te denken over welke richting ik in de toekomst uit wil.
Het mirakel is geschied!
Ons laminaat ligt er! Nooit gedacht dat ik dat nog zou mogen meemaken. Snif.
Lijst Dedecker it is
Nu weet u ook alweer op wie niet te stemmen. 😉
Contrasten
Deze ochtend heb ik een vergadering bijgewoond met alleen maar mannen. Het onderwerp was IT-gerelateerd. De sfeer was droog, saai en volgens mij zat de helft van de aanwezigen met hun gedachten elders.
Deze namiddag heb ik een vergadering bijgewoond met alleen maar vrouwen. Het onderwerp was IT-gerelateerd. De sfeer was collegiaal, enthousiast, open en er werd vlotjes meegediscussieerd door iedereen aan de tafel.
Een verschil van dag en nacht. Of moet ik zeggen man en vrouw. 😉
Mijmeringen
Misschien komt het door die droom van een tijdje geleden. Waarschijnlijk is het gewoon de tijd van het jaar voor introspectie, retrospectie en mijmeringen. Feit is dat ik in gedachten een tijdsprongetje heb gemaakt naar het middelbaar.
In die tijd ging ik elk jaar samen met mijn beste vriendin en haar ouders op skivakantie. Naar een piepklein dorpje ergens in Oostenrijk, Abfaltersbach, heette het. We logeerden altijd in hetzelfde pension, uitgebaat door Frau Aichner en haar zoon, de eeuwige vrijgezel. Van douches op de kamer hadden ze daar nog niet gehoord, maar de gastvrijheid was legendarisch.
Op één van die skivakanties, ik moet net zestien geweest zijn, heb ik mijn eerste vakantieliefje opgescharreld. ‘t Was een Italiaan en we waren elkaar ‘s middags in de skihut tegen het lijf gelopen. Ik vond hem knap, met dat beetje krullende donkere haar en die donkere ogen, helemaal mijn type. Hij kon alleen maar Italiaans. Natuurlijk sprak ik geen woord Italiaans, dus babbelde ik maar Frans tegen hem. Ik vermoed dat hij geen jota begreep van wat ik hem in mijn schoolfrans zoal toefluisterde. Maar dat was niet belangrijk: wij spraken de taal der liefde en hij was een bijzonder begenadigd kusser. Nu ik er zo over nadenk, ik moet nog ergens een pasfotootje van hem hebben (ik gooi nooit iets weg). Hij heette Christian of Christophe of zo.
Na de vakantie heb ik hem natuurlijk nooit meer teruggezien. En bij nader inzien was hij toch mijn type niet. 😉 Maar ‘k vraag me wel af, zou ik hem nog herkennen als ik hem tegenkom?
Frustratie
Deze zaterdag tijdens de pauze van de Italiaanse les een kennis van ons tegengekomen die ons vertelde dat ze, surprise, surprise, samen met haar vriend een huis gekocht had. En ja, ze woonden er al in. Ik, jaloers? Ge moogt er zeker van zijn.
"Eventjes maar, want ik moet nog blokken…"
Dat waren mijn gevleugelde woorden toen ik gisteren vertrok naar het nieuwjaarsfeestje van een kameraad. En toen was het gezelschap veel te interessant en de mojito’s te lekker en er waren zelfs pannenkoeken. En dus was ik veel te laat thuis. Feesten is nu eenmaal plezanter dan blokken. Ik heb geen karakter.
Taalkwesties
Net op IRC (yep, ik ben oubollig) een gesprek gehad met een vriendin die aan haar doctoraatsthesis bezig is. Het gesprek ging over het koppeltekengebruik in het Engels. Schrijf je “application-domain-specific”, “application domain specific”, “application-domain specific” of “application domain-specific”? In eerste instantie ging mijn voorkeur uit naar “application domain specific”, maar toen begon ik te twijfelen. Ik moet eerlijk toegeven dat ik de regels voor het koppeltekengebruik in het Engels niet ken.
Wat denken jullie?