Zottenkot

Hier op het werk. Jongens toch, niet te doen. Iedereen loopt rond als kippen zonder kop. Net een woede-uitbarsting van de grote baas. Door iedereen gehoord natuurlijk. Aja, de voordelen van een landschapsbureau. Het is een ongezien drukke periode, ook voor mij. Ik probeer het hoofd boven water te houden en voorlopig lukt dat nog. Maar ojee, wat heb ik een heimwee naar de zon en de warmte van Australië.

Stressmoment

Wanneer je staat te koken voor de ouders, broer, zus, toekomstige schoonbroer en toekomstige schoonzus van je vriend en je erin slaagt een halve pot peperbolletjes in de wok met kip te laten vallen en de andere helft op de vloer te smossen. Al een geluk dat iedereen op het balkon stond en niemand mijn heldhaftige pogingen vis-de-peperbolletjes-tussen-de-stukjes-kipfilet-uit gezien heeft. De peperbolletjes op de grond heb ik snel bijeengeborsteld en naar de berging afgevoerd.

(Mental note: peperbolletjes opkuisen voordat er in de berging ongelukken gebeuren.)

Gelukkig heeft niemand iets gemerkt van het peperbolletjesincident (behalve dan mijn vriend die ik fluisterend op de hoogste gebracht heb). Ik heb quasi alles er kunnen uitvissen en ze vonden het heel lekker (of deden toch alsof). Met dank aan kokeneten voor het recept.

Nog even doorbijten en dan…

Weekend! Man, ik heb het echt nodig. Beetje een woelige week geweest op het werk. Met de aanstelling van de nieuwe baas en wat interne verschuivingen die bij mij niet echt in goede aarde gevallen zijn. ‘k Heb een beetje op mijn strepen moeten staan om niet een taak kwijt te spelen die ik heel erg graag doe. Gelukkig is het zover niet gekomen, maar laat ons zeggen dat zulke dingen niet echt een goeie weerslag op mijn humeur hebben.

Gelukkig zijn er dan toffe collega’s die met een ganse doos manga’s aan je bureau staan. “Ach ja, we hebben er toch zoveel en na onze verhuis zijn we wat aan het opruimen geslagen. Ik dacht dat ik je er een plezier mee zou kunnen doen.” Ik ben geen échte mangafan, maar hey, een gegeven paard…  Mijn Frans kan er alleen maar op vooruit gaan, want alle manga’s zijn in de taal van Molière geschreven. En het wordt hoog tijd dat ik, met het tweede jaar Japans in aantocht, dit stukje Japanse cultuur eens wat nader onder de loep neem. binnenkort zie je mij dus met manga’s op de trein. Nog even wachten, want eerst moet ik nog Middernachtskinderen van Salman Rushdie uitlezen.

Stress in mijn lijf

En dat vertaalt zich momenteel vooral in erg korte nachten. ‘s Ochtens veel te vroeg wakker worden met het gevoel totaal niet uitgeslapen te zijn. Na twee of drie pogingen om de slaap te vatten, het opgeven en opstaan. Het voordeel van een korte nachtrust is dat er meer uren in een dag zitten om alles gedaan te krijgen wat ik nog moet doen. Het nadeel is dat ik continu met een versuft gevoel en een lichte hoofdpijn rondloop. Nog even doorbijten en dan is het… Och wacht, juist ja.

Onbewuste stress?

‘t Zijn drukke tijden voor mij. Veel te veel te doen op het werk, ik hol van het ene naar het andere. Bovendien komt er binnenkort een reorganisatie aan, wat de nodige onzekerheid/ontevredenheid met zich meebrengt. Voeg daaraan toe: een ingestorte muur, een ongewenst voorzitterschap, een veel te drukke sociale agenda, baby’s die bezocht moeten worden, een gigantische fotoverwerkachterstand, twee nieuwe talen om onder de knie te krijgen, een examen rechten dat geblokt moet worden, een paar feestjes die georganiseerd moeten worden, teksten die geschreven moeten worden, enzovoort. En toch heb ik niet echt het gevoel dat ik de controle verlies. Het is druk, maar het gaat wel. Alles ok, ik voel me goed.

Mijn onderbewustzijn schijnt er echter een andere mening op na te houden. Vannacht ben ik weer in volle paniek wakker geschoten. Mijn hart klopte in mijn keel en het duurde zeker een kwartier voordat de adrenaline weggeëbd was en ik mij weer te slapen kon leggen. Ik weet niet meer wat er mij in mijn dromen zo’n schrik heeft aangejaagd, maar het zal niet fraai geweest zijn. En natuurlijk is mijn arme vriend ook wakker geworden door mijn luide jammerklacht. Mijn onderbewustzijn heeft last van stress. Wat doe je daar nu aan?

Kookweekend

Dit weekend hebben mijn vriendje en ik voor een groot deel achter het fornuis doorgebracht. We hadden een paar weken niet meer gekookt voor vrienden. Hoog tijd voor een inhaalmanoeuvre.

Vrijdag kwamen ex-studiegenootje E en haar man H over de vloer. Door conflicterende drukke agenda’s was het al meer dan een jaar geleden dat ik hen gezien had. Een beetje schandalig toch wel. Maar goed, na zo’n lange periode van abstinentie (bijzonder flauw grapje), hadden we elkaar veel te vertellen. Het gesprek ging over hun bouwperikelen en onze ingestorte muur. Dat laatste onderwerp blijft nog wel een tijdje goed voor onthutste reacties. Je ziet de gasten in kwestie dan een beetje vertwijfeld rondkijken van: “ojee, hopelijk stort er niks in terwijl wij hier zitten”. 😉

Voor de annalen geef ik nog even mee wat we vrijdag kookten. Als aperitiefhapje serveerden we yakitori, helemaal zelf opgewarmd in de microgolfoven met een portootje en een glaasje witte wijn. 😉 Daarna spiesjes van fetakaas, kerstomaatjes en basilicum en als hoofdgerecht een ovenschotel met kabeljauwfilets, avocado, basilicum, room en kaas. Een supergemakkelijk gerecht dat ik met plezier overliet aan mijn vriend, die voor kok speelde terwijl ik bijbabbelde met E en schuddebuikte van het lachen door de spitsvondige uitspraken van H. Na al dat eten was er nog net genoeg plaats voor een bolletje cookies & cream van Häagen-Dasz. De kers op de taart, om het met een cliché te zeggen.

Zaterdag kregen we onze vriendjes L en U (ja, dezelfde L en U die donderdagnacht bleven slapen) en B en M over de vloer. Zo goed en vlotjes als het koken vrijdagavond verliep, zo hakkelend verliep het naar mijn gevoel zaterdagavond. Misschien lag het aan mijn iets te ambitieuze gerechtenkeuze en aan het feit dat voor zes personen koken nét iets ingewikkelder is dan voor vier. Tot en met de voorgerechtjes verliep alles goed. De gevulde champignons met geraspte parmigiano, gedroogde tomaatjes en pesto waren overheerlijk. De andere snel-opwarmhapjes uit de Delhaize heb ik niet geproefd, onze hongere gasten waren me voor.

Maar toen begon het. Mijn stressniveau stond de hele dag al hoger dan normaal. Ons wat moeten haasten tijdens het winkelen in de namiddag, niet direct de juiste ingrediënten vinden, wat moeten rondrijden in het verschrikkelijk drukke centrum van Leuven (Leuven op een winkelzaterdagnamiddag is echt een onaangenaam om met de wagen te doorkruisen), een onverwacht bezoekje van mijn broer en zijn vriendin dat, alhoewel ze zeer welkom waren, mijn normale voorbereidingsritueel wat door mekaar schudde. Enfin, een combinatie van factoren, waardoor het in- en uitscheppen van de groenten en de eend mij lastiger leek dan anders. Het gerecht was bovendien nét niet warm genoeg bij het opdienen, waardoor ik het eten van het eerste bord heb moeten opwarmen in de microgolfoven. Niks ergs, niet ernstigs. Alles nog onder controle.

Tot de bom barstte in de vorm van een dooier die zich mengde met mijn tot dan toe mooi van het eigeel gescheiden eiwit. ‘k Heb toen een paar krachttermen laten vallen die ik normaal spaar voor tegensputterende softwareprogramma’s en instortende muren. 😉 Waarop onze gasten direct in actie schoten en opeens met zijn vieren spontaan begonnen te helpen, waardoor ik nog meer stress kreeg, want al die bananensnijdende, afwassende en “waar liggen de keukenhanddoeken”-vragende mensen liepen geweldig hard in de weg. Met vereende krachten werd vervolgens een poging gedaan om het met eigeel bevuilde eiwit toch nog opgeklopt te krijgen. Ik denk dat er zondag een paar mensen spierpijn zullen gehad hebben, zo driftig werd de klopper door het eiwit gehaald (ja, wij zijn sukkelaars die geen mixer hebben).

Uiteindelijk bleek natuurlijk dat al die stress nergens voor nodig was. Het eiwit raakte opgeklopt. De bananenclafoutis was perfect, zelfs al was ik vergeten een scheutje rum aan de marinade voor de bananen toe te voegen. Eind goed, al goed.

Leeg

Het is hier leeg. Al de bureaus rondom mij zijn verlaten. Het enige geluid dat de stilte doorbreekt, zijn mijn vingers op het toetsenbord van mijn pc. Het ziet ernaar uit dat ik hier nog wel even zit. Ik haat korte deadlines en nog meer in combinatie met lang uitlopende vergaderingen. Een mens moest op twee plaatsen tegelijkertijd kunnen zijn.

Werkstress

Ik ben welgeteld een halve dag terug aan het werk en ik heb al moeten zwemmen om niet te verdrinken. Een mens kan maar zoveel dingen tegelijkertijd doen. Nuja, één mail per keer. We knabbelen rustig verder aan de achterstand. Gelukkig ben ik een goeie zwemmer. 😉