Onze allereerste volledige dag in Seoul begint met regen. Blah. Aangezien het hotel geboekt is zonder ontbijt, duiken we vlakbij ons hotel een chique ondergrondse galerij in vol met eetgelegenheden. Zijn we meteen beschermd tegen de regen tijdens onze zoektocht naar ontbijt. Na wat rondkijken, besluiten we een zaak binnen te stappen die sushi bentoboxen verkoopt. We kiezen allebei een bentobox uit om vervolgens deze met ietwat beschaamde kaken terug te moeten zetten wegens geweigerde credit cards. Vervelend. We veranderen onze missie prompt in het op zoek gaan naar een werkende geldautomaat. De eerste bank die we proberen, worden zowel onze gewone bankkaarten als onze credit cards geweigerd, gelukkig hebben we meer geluk bij NH Bank. Hoera, geld! We zullen niet van honger moeten omkomen.
In een tweede poging om aan ontbijt te geraken, stappen we een 7-eleven binnen en kopen daar onigiri en een amandelmelkdrankje. We eten ons ietwat geïmproviseerde ontbijt op aan een picknicktafel onder de City Hall van Seoul, want jawel, het regent jammer genoeg nog steeds. De ondergrondse ruimte onder de City Hall vertakt zich in een heus ondergronds winkelcentrum, alwaar we ons eerste souvenir van de reis kopen: een doorzichtige paraplu voor amper drie euro het stuk. We lopen in de richting van wat we denken dat de Gwanghwamun Gate is, maar al gauw blijkt dat we ons vergist hebben: we staan voor de Namdaemun Gate, ook niet slecht, want Nationaal Monument nummer 1 van Zuid-Korea.
We maken rechtsomkeer en wandelen via het befaamde Gwanghwamun Plaza naar de Gwanghwamun Gate, terwijl ik mijn vriend vertel over mijn vorige bezoek aan deze plekken en hem voorstel aan King Sejong, de uitvinder van het befaamde Koreaanse alfabet (Hangul). Gelukkig regent het niet al te hard en volstaan onze paraplu’s om het min of meer droog te houden. Van de Gwanghwamun Gate, die de hoofdingang vormt van het Gyeongbokgung Paleis, lopen we verder in de richting van het befaamde Bukchon Hanok village. Onderweg komen we langs de Beomnyeonsa Temple, die ik voorzeker moet gepasseerd zijn tijdens mijn vorige bezoek aan Seoul, maar die me toen niet is opgevallen. Ietwat aarzelend lopen we binnen. Een oudere dame wijst in de richting van de trappen en gebaart ons naar boven te gaan. Dat doen ze dan maar en we ontdekken zo een prachtige gebedsruimte met goude buddhabeelden en een indrukwekkende bronzen klok.
Aangezien het blijft regenen, gaan we voor een vroege lunch in de hoop op beter weer na de middag. We komen terecht in een gezellig restaurantje met de charmante naam Madame Noodle in Bukchon Hanok village. In een restaurant met zo’n naam kan een mens niet anders dan noedels (냉면) te bestellen. De noedels worden koud geserveerd met ijsblokjes en blijken bijzonder pikant te zijn. Na een paar happen staat mijn mond al half in brand, maar ik laat me niet kennen en werk de ganse portie binnen. Lekker, maar toch een beetje té spicy voor deze Westerling. Lesson learned trouwens: als je in Korea “cider” op de kaart ziet staan, krijg je geen lekker sprankelend alcoholisch appeldrankje, maar wel een veel te zoete sprite-variant. Geen succes.
Na de lunch miezert het jammer genoeg nog steeds. Spijtig. We besluiten ons niet te laten ontmoedigen door het mindere weer en lopen terug naar het Gyeongbokgung Paleis, dat ik zo prachtig vond tijdens mijn vorige bezoek. De stralend blauwe lucht van de vorige keer ontbreekt, maar de vele meisjes uitgedost in hanbok zorgen toch voor een tikkeltje kleur op de foto’s. Ik moet zeggen dat ik de rage om zich uit te dossen in kledij uit de Joseon periode ten zeerste kan waarderen. Al die poserende meisjes met hun selfie sticks, het heeft iets.
De zon krijgen we helaas niet te zien en we lassen even een theepauze in met echt keizerlijke thee. Of dat maken ze ons alvast wijs. Spijtig genoeg is het niet mogelijk de traditionele zoetigheden bij de thee te krijgen, maar de thee zelf smaakt alvast en het is wel een bijzondere ervaring: thee drinken in een koninklijk paleis en bediend worden door meisjes in traditionele outfits.
Na het bezoek aan het Gyeongbokgung Paleis, keren we terug naar Bukchon Hanok village. Ik laat me verleiden tot de aankoop van typisch Koreaans street food: tteokbokki (떡볶이), cilindervorming rijstcakes in pikante rode saus. Een zeer populaire en goedkope snack die echt lekker is, maar ook nogal zwaar. Daarom delen mijn vriend en ik een portie. Aangezien de tteokbokki al redelijk vullend is, is het wellicht geen goed idee om daarna nog een smoothie te drinken, maar ik kan het niet laten. Het aanbod aan gerechten in Korea is zo divers dat ik gewoonweg van alles wil proeven.
Om dit hartig vieruurtje wat te laten zakken maken we een wandeling door de pittoreske straatjes van Bukchon Hanok village. Wanneer we onze ogen genoeg de kost gegeven hebben, nemen we de bus naar het begin van de cable car die ons naar Namsan Mountain moet brengen. Om het beginpunt van de cable car te bereiken moeten we eerst een tandradtreintje nemen. Het is duidelijk dat Namsan Mountain een populaire plek is om te bezoeken bij valavond, want we moeten zowel bij het tandradtreintje als bij de cable car aanschuiven. Spijtig genoeg zijn we net te laat om te genieten van de zonsondergang vanaf Namsan Mountain.
Boven op de berg aangekomen lopen we direct verder naar de N Seoul Tower, een communicatie- en observatietoren van 236,7 meter hoog die ‘s avonds sfeervol verlicht wordt en één van de bekendste landmarks van Seoul is. Een supersnelle lift brengt ons naar het 360 graden observatiedek, dat helaas volgepropt is met snoepwinkeltjes en souvenirshops die met hun felle lichten voor een hinderlijke weerkaatsing in de ruiten zorgen. Een hele uitdaging om een goeie foto van het uitzicht te maken! Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet echt onder de indruk ben van N Seoul Tower, zeker geen must see, wat mij betreft. Veel te commercieel en te duur voor wat het is. Al is het uitzicht op de lichtjes van de stad natuurlijk wel indrukwekkend. Verliefde koppeltjes kunnen er hun eeuwige liefde aan elkaar verklaren door een hangslot te bevestigen met hun namen op aan één van daarvoor voorziene plaatsen.
Rond half tien nemen we de cable car terug naar beneden. Aangezien we door ons vieruurtje geen van beiden grote honger hebben, besluiten we street food te kopen aan één van de vele kraampjes in Myeongdong street. Ik genoot achtereenvolgens van gegrilde kreeft met kaas (heerlijk en meteen de winner van de prijs voor het beste street food van de avond), mandu (dumplings), mochi met verse aardbei, Korean fried chicken (tot mijn verrassing, verslavend lekker), octopus op een stokje, iets wat leek op Japanse dorayaki als dessert. Toch nog meer gegeten dan oorspronkelijk de bedoeling was.
We kropen alleszins niet met honger in bed. 😉