Spilliaert

Twee dagen geleden heb ik een bezoekje gebracht aan de Léon Spilliaert-tentoonstelling in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België. Ik was niet echt bekend met zijn werk, zodat ik de tentoonstelling zonder vooroordelen heb kunnen bekijken.

Ik moet zeggen dat ik aangenaam verrast was. Vooral zijn marines en zelfportretten in Oost-Indische inkt konden mij bekoren. Ook Vertigo staat hoog op mijn lijstje favoriete werken van Spilliaert. Geen originele keuze, waarschijnlijk, maar ik hou van de eenvoud en de kracht van dit werk. Al heeft het ook iets deprimerends.

Typerend voor Spilliaert is dat hij zijn beste werken gemaakt heeft toen hij nog jong was. Jong, ongelukkig in de liefde en lijdend aan allerlei lichamelijke kwalen. Na zijn huwelijk en de geboorte van zijn dochter werden zijn werken opeens een pak vrolijker en ook een pak minder interessant. Zou er dan toch waarheid schuilen in het gezegde dat een kunstenaar lijden moet?

Impressies van Warschau

Nog niet echt aan toegekomen om een verslagje te maken van onze belevenissen in Warschau. Bij deze is dat rechtgezet. (Ik ga zedig zwijgen over de dag na de dag dat ik íets te veel wódka gedronken had…)

Warschau is een zeer boeiende stad, vooral door de vele contrasten: het schitterende (gereconstrueerde) historische centrum, de typische kale en lelijke oostblokflatgebouwen en de splinternieuwe, moderne glazen wolkenkrabbers. Warschau heeft het allemaal. De Polen zijn een mysterieus volkje, ze zien er een beetje zuur uit (misschien door al die jaren onder het communisme te leven?), maar zijn eigenlijk best wel vriendelijk. In alle musea stikt het van de bewakers (bij voorkeur kleine, in het zwart geklede madammetjes die alleen maar Pools kunnen) die je geen vijf minuten uit het oog verliezen. Dat gaat zelfs zover dat je soms het gevoel hebt dat er een persoonlijke bodyguard over je schouders meekijkt.

Het nationaal museum was schitterend. Veel mooie kunst gezien in een bijna leeg museum. Géén gedrum om een glimp van een schilderij te kunnen opvangen, het is eens iets anders. Het etnografisch museum is by far het raarste museum dat ik ooit bezocht heb. Het historisch museum van Warschau op de Oude Markt was heel interessant, alleen jammer van de doordringende geur van één of ander adembenemend kuisproduct dat ons dwong onze stap te versnellen. Een bezoek aan dat museum was werkelijk een multisensorale ervaring. Het legermuseum vond ik, ondanks mijn afkeer voor de aldaar verzamelde moordtuigen, ook wel de moeite. De laatste dag hebben we het archeologisch museum bezocht, wat een onverwachte meevaller bleek. En natuurlijk hebben we zoveel mogelijk paleizen bezocht (toppers: Wilanów en het Royal Castle), allemaal minitieus in de originele staat hersteld.

Wel jammer dat door de verandering van zomer- naar winteruur het om vier uur in de namiddag al stikdonker was. Niet ideaal om nog lange wandelingen te maken. Kwam daar nog eens bij dat de meeste musea sloten om vier uur. Nog nooit zoveel geaperitiefd als in Warschau. 😉

Het eten in Polen is trouwens superlekker. Hun chocolademelk (eerder vloeibare chocolade, veel melk kon ik in dat czekolada-drankje niet terugvinden) is to die for. Zó lekker. En ze doen er meestal dan nog een scheutje sterke drank door. Mmm. Aten we ook: eend met veenbessen en gebakken appeltjes, forel met appelsaus, borsjt, pączki, sernik (Poolse kaastaart), pierogi en natuurlijk dronken we wódka (soms een beetje te veel). Naar bigos, het nationale gerecht van Polen, gingen we tevergeefs op zoek. Duidelijk geen specialiteit in Warschau.

Heel de stad is doordrongen van herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. Op elk gebouw vind je wel ergens een plakkaat dat een gestorven verzetsheld, een gesneuvelde soldaat, een bombardement of de Warsaw Uprising herdenkt. Terwijl de Polen tevergeefs de nazi’s uit Warschau probeerden te verdrijven, keek het Rode Leger van Stalin zonder hulp te bieden toe hoe het Armia Krajowa in de pan gehakt werkt. Politiek niet interessant om de Polen te hulp te komen. :-( Na de Opstand van Warschau brandden de Duitsers ongeveer 85% van de stad plat. Al de historische gebouwen werden (met hulp van de Russen) in de jaren vijftig en zestig minitieus gereconstrueerd aan de hand van de originele plannen, foto’s en soms zelfs schilderijen. Het “wonder van Warschau”.

Wat het weer betreft, hebben we zo’n beetje van alles gehad. Zon (het eerste weekend hebben we zelfs nog een terrasje gedaan), regen, sneeuw. De vier jaargetijden in één week. Leuk om de sneeuw onder mijn voeten te horen knerpen. De regen had voor mij echt niet gehoeven. 😉

De zus van mijn vriend (daar op erasmus en de hoofdreden van ons bezoek) was alleszins blij ons te zien. De meisjes met wie ze samen stage volgt, vallen wat tegen. De stage zelf is niet interessant en haar Pools wil niet echt vlotten. En ik denk dat ze ook wel wat heimwee heeft naar België. Ze zit samen met een ander studentje op een piepklein kamertje. Ongeveer zero privacy dus. De gemeenschappelijke keuken en douche zagen er ook maar belabberd uit. Dan hebben wij in pension nonkel K niet echt te klagen. 😉

Een geslaagde vakantie die naar goede gewoonte veel te snel voorbij vloog. Eén ding is zeker, in Polen zien ze ons beslist nog eens terug!