Afscheid op paasmaandag – 17 april 2017

Laatste ontbijt in Abbotsford Lodge. Spijtig dat onze trip er alweer op zit. Oorspronkelijk waren we van plan om vanuit Callander rechtstreeks naar Newcastle te rijden om nog een beetje van de stad te kunnen meepikken alvorens in te schepen op onze ferry, maar bij nader inzien lijkt het geen goed idee met een koffer vol met whiskyflessen in een grootstad te gaan staan. Je weet niet wat er gebeurt en het zou jammer zijn, mocht onze laatste dag in mineur eindigen.

Dus pikken we nog een stukje Schotland mee en wandelen we naar de Bracklinn Falls in Callander. Een mooie waterval, die vooral de aandacht trekt door de moderne brug die de door de Keltie Water rivier uitgesleten kloof overbrugt. Erg mooie locatie en het zou tof geweest zijn nog wat meer van de omgeving te zien, maar daarvoor ontbreekt ons helaas de tijd.

IMG_9206

IMG_9212

IMG_9213

IMG_9219

IMG_9234

IMG_9238

Met pijn in het hart nemen we afscheid van het fantastische Schotland, met de belofte zeker nog terug te keren in de toekomst. Er wacht ons nog een tocht van zo’n drietal uren om in Newcastle de ferry van 17u te halen. We hebben dit keer ruim voldoende tijd ingecalculeerd. Als alles goed gaat, zullen we om 15u in Newcastle zijn, twee uur voordat de ferry vertrekt en één uur voor het einde van de check-in.

Onderweg naar Newcastle debatteren we of we al dan niet een middagstop zouden inlassen. Linlithgow lijkt een leuk plekje om dat te doen, maar de parkings staan zo vol en het ziet er overal zo druk uit, dat we besluiten om toch maar door te rijden, snel wat snacks te kopen in een Costa shop en deze veiligheidshalve in de auto op te eten. We hebben al genoeg ferry-drama gehad deze trip.

Dat blijkt een wijze beslissing te zijn, want niet veel later komen we in een monsterfile terecht. We zien de minuten die ons nog scheiden van Newcastle schrikbarend snel aantikken in Waze en besluiten van de snelweg af te rijden en een alternatieve route te nemen. Helaas, er zijn blijkbaar wel meer Waze gebruikers op hetzelfde idee gekomen: ook de alternatieve route is erg druk. En op het punt dat de alternatieve weg terug uitkomt op de snelweg zit alles weer potvast.

Ondertussen lijkt het erop dat we zelfs de laatste check-in om 16u niet meer zullen halen. Op een gegeven moment voorspelt Waze dat we pas om 16.36u in Newcastle zullen zijn. Anderhalf uur later dan gepland! Mijn vriend zit ditmaal aan het stuur en krijgt van ons allemaal de toesteming om flink op de gaspedaal te staan vanaf het moment dat de file oplost. We zullen de eventuele boete voor te snel rijden met liefde betalen als we toch maar de ferry halen.

Het wordt een helse rit en de knokkels van de handen van mijn vriend zien wit van het omklemmen van het stuur. Gelukkig is hij een zeer goed chauffeur en zien we de aankomsttijd minuut per minuut teruglopen. En jawel, om 16.10u kunnen we ons aanmelden om in te schepen! We slaan allemaal een zucht van verlichting. Alleen…. Het duurt wel heel erg lang voordat de jongeman onze identiteitskaarten verwerkt heeft en we bevestiging krijgen dat we mogen doorrijden. We beginnen allemaal lichtelijk ongerust te worden, want normaal gezien is dit een controle die maar een minuutje of zo in beslag neemt.

En jawel, mijn angstig voorgevoel wordt bewaarheid. Ik heb me vergist bij het boeken. Onze boeking is voor 18 april en niet voor 17 april. We zijn zowaar een ganse dag te vroeg voor onze ferry. Argl! Het is niet de eerste keer dat ik me vergist heb in Schotland, daarom dat ik aan al de deelnemers van onze roadtrip de gegevens had doorgestuurd ter nazicht. Blijkbaar was deze foute boeking iedereen ontgaan.

We vragen aan de jongeman of het nog mogelijk is onze boeking te veranderen. Binnen veertig minuten vertrekt de ferry, dus we hebben er niet al te veel hoop op, maar een mens kan maar proberen. Hij zegt dat we ons naar het ticket office moeten begeven en daar moeten vragen of dit nog mogelijk is. Op zich is dat een goed teken: de ferry is dus niet volzet. Alleen hopen dat het nog lukt om te herboeken, twintig minuten ná het officiële einde van de check-in.

We parkeren onze wagen vlakbij de ferry, de man negerend die teken doet dat we de ferry mogen oprijden en spurten naar het ticket office. De dame aldaar kijkt ons iet of wat meewarig aan, maar doet toch een poging om te herboeken. Keeping our fingers crossed… En jawel, voor 44 euro extra mogen we toch nog de ferry oprijden. Hoera! Wat een service! Dankjewel, DFDS!

We rijden de ferry op en een tweetal minuten later sluiten de poorten van de ferry. Oef! Oef! Oef!

Die herboeking blijkt zelfs een onverwachte meevaller te zijn. We hebben nu een kajuit met een raampje en daar zijn we allemaal ongelooflijk blij mee. We boeken ons een tafel voor het diner in het buffetrestaurant en drinken als aperitief 1 lite strawberry mojito. Om de emotie van deze tumultueuze dag door te spoelen.

IMG_3773

IMG_3785

IMG_3787

5 juli: Cheesecake, Statue of Liberty, Ellis Island, Empire State Building, Grand Central Station en nog veel meer

Een drukke dag voor de boeg. De laatste dag die H in New York zou doorbrengen. Er waren nog een hoop dingen die hij wilde bezoeken, voordat hij ‘s avonds op het vliegtuig naar Chicago zou stappen. We stonden extra vroeg op en sloegen zelfs onze ochtendlijke douche over. Wat een mens al niet doet uit vriendschap. 😉

We ontbeten in supersneltempo (ik denk dat ik sinds ik in New York ben alleen nog maar in supersneltempo ontbeten heb, de jachtigheid van de grootstad heeft me in zijn greep). We nuttigden ons ontbijt bij Junior’s. Ik dacht: “Hey, laat ik eens gezond doen en een yoghurtje als ontbijt nemen.” Maar omdat een yoghurtje alleen me ook zo zielig leek, liet ik me verleiden door (volgens de menukaart) de World’s Most Fabulous Cheesecake.

Een kleine misrekening, zo bleek. Mijn yoghurt met fruit en granola was gigantisch en vulde enorm. De cheesecake stond naast mijn bord te blinken. Ik nam één hap en meteen werden er signalen naar mijn hersenen gestuurd dat mijn maag echt vol zat. Er kon geen tweede hap, laat staan de rest van de cheesecake meer bij. En toen deed ik iets wat ik nog nooit had gedaan. Ik vroeg of ik een doosje kon krijgen om mijn cheesecake mee te nemen. Jaja, de Amerikaanse gewoonten begonnen me in hun greep te krijgen. 😉

Om zoveel mogelijk tijd te besparen, namen we een taxi naar de ferry. Ik had gedacht dat we in New York heel veel gebruik zouden maken van de metro, maar door de alomtegenwoordigheid van taxi’s was de verleiding om snel een taxi te roepen om je van punt A naar punt B te brengen gewoon te groot. We namen tijdens ons ganse verblijf in New York slechts één maal de metro (schaam, schaam, en dat terwijl ik zo’n grote voorstander van het openbaar vervoer ben).

De taxirit naar de ferry was een belevenis op zich. De chauffeur feliciteerde ons bij het instappen omdat we de enige taxi in New York gevonden hadden die bestuurd werd door iemand die effectief in Amerika geboren was. En het klopte wel, de vorige taxi’s die we genomen hadden, werden, te oordelen aan de zware accenten waarmee de chauffeurs spraken, bestuurd door inwijkelingen.

Onze chauffeur was niet te stoppen. Na de standaardvraag: “Where are you from?” kregen we een heel verhaal te horen. Over hoe hij eerst eigenaar van een bar was, daarna in de immobiliënsector was gestapt, maar dat daar nu geen geld meer mee te verdienen viel en dat hij daarom taxichauffeur geworden was. Ja, dat Belgische bier, ja, dat kende hij als baruitbater natuurlijk heel goed. Dat hij in zijn jonge jaren met de Harley Davidson door Europa getrokken had. Dat hij tijdens die reis was beginnen knokken ergens in een kroeg in Noord-Italië en dat hij vervolgens door de Italiaanse politie de grens overgezet was. En dat de mensen hem altijd vroegen wat hij van dit of dat land vond en dat hij dan antwoordde: “I don’t know, I’ve only seen the bars.” Als laatste goeie raad gaf hij ons mee dat we maar veel moesten roken (tabak én wiet) en drinken nu we nog jong waren. De rit was een hele belevenis. 😉

Na de taxirit namen we de veerboot naar Liberty Island waar we het cadeautje van de staat Frankrijk bewonderden. Een koperen, flink uit de kluiten gewassen madame. We hadden gehoopt de kroon van het vrijheidsbeeld te kunnen bezoeken, maar de tickets waren al lang op voorhand uitverkocht. En hoewel H zijn best gedaan had om tickets vast te krijgen, was dit niet gelukt. We deden een poging om de rest van de cheesecake op te eten en wandelden rond het beeld. We namen wat typische toeristenfotootjes. We zochten naar een 9/11 memorial dat op de kaart stond aangegeven, maar onvindbaar bleek en volgens één van de locals op een ander eiland lag. We sloegen het museum over en namen de ferry naar Ellis Island.

Ellis Island is een eiland dat vroeger één van de toegangspoorten tot de USA vormde. In totaal kwamen er zo’n 12 miljoen migranten via Ellis Island het land binnen. We kregen een rondleiding van een ranger op pensioen die ons uit de doeken deed hoe de verwerkingsprocedure van een doorsnee immigrant in zijn werk ging. Ik vond het hele proces erg onmenselijk aandoen: die medische controle na de lange bootreis op mekaar gepakt in derde klasse, het scheiden van de zieken van de gezonden, de slaapzalen met drie stapelbedden boven mekaar waarin de familie van de zieke moest wachten tot die laatste genezen was, de juridische controle,… Een bureaucratisch proces heeft natuurlijk altijd dat afstandelijke, dat tikkeltje onmenselijke in zich. Uiteindelijk werden slechts 2% van de inwijkelingen geweigerd en terug op de boot naar Europa gezet.

We namen de ferry terug naar Manhatten en lieten ons door een taxi voor het Empire State Building afzetten. Het Empire State Building is met 381 meter de hoogste wolkenkrabber in New York. We hadden ons voorbereid op lange wachtrijen, maar uiteindelijk bereikten we de top in een kleine twintig minuten. We sloegen een deel van de wachtrijen over door de laatste zes verdiepingen naar het observatory op de 86ste verdieping met de trap te doen. Goed om al die cheesecake te verbranden. 😉 Verdieping 102 bezochten we niet, omdat dit ons afgeraden werd door de vader van H die het niet de moeite vond om er de extra kostprijs voor te betalen.

Na het Empire State Building bezochten we in zeven haasten de New York Public Library, Grand Central Station, St Patrick’s Cathedral en Rockefeller Plaza. Als alternatief voor de lunch aten we onderweg snel een chocolate chip cookie. So much to see, so little time. Na deze laatste eindsprint hadden we alles gezien wat nog op H zijn verlanglijstje stond. Hij kon met een gerust gemoed naar Chicago vertrekken.

We vergezelden H naar het hotel, wuifden hem uit en bezwoeren onszelf de rest van de avond in een trager tempo door te brengen. We aten ons avondmaal (vis, gezond!) in de buitenlucht op Rockefeller Plaza, met uitzicht op de lelijkste fontein ooit Boven de fontein zweefde een aartslelijk, verguld beeld van Prometheus. Gelukkig zat ik er met mijn rug naartoe.

De rest van de avond brachten we door op de hotelkamer. Eindelijk was het gedaan met de stiekeme, stille seks onder de lakens. 😉