5 juli: Cheesecake, Statue of Liberty, Ellis Island, Empire State Building, Grand Central Station en nog veel meer

Een drukke dag voor de boeg. De laatste dag die H in New York zou doorbrengen. Er waren nog een hoop dingen die hij wilde bezoeken, voordat hij ‘s avonds op het vliegtuig naar Chicago zou stappen. We stonden extra vroeg op en sloegen zelfs onze ochtendlijke douche over. Wat een mens al niet doet uit vriendschap. 😉

We ontbeten in supersneltempo (ik denk dat ik sinds ik in New York ben alleen nog maar in supersneltempo ontbeten heb, de jachtigheid van de grootstad heeft me in zijn greep). We nuttigden ons ontbijt bij Junior’s. Ik dacht: “Hey, laat ik eens gezond doen en een yoghurtje als ontbijt nemen.” Maar omdat een yoghurtje alleen me ook zo zielig leek, liet ik me verleiden door (volgens de menukaart) de World’s Most Fabulous Cheesecake.

Een kleine misrekening, zo bleek. Mijn yoghurt met fruit en granola was gigantisch en vulde enorm. De cheesecake stond naast mijn bord te blinken. Ik nam één hap en meteen werden er signalen naar mijn hersenen gestuurd dat mijn maag echt vol zat. Er kon geen tweede hap, laat staan de rest van de cheesecake meer bij. En toen deed ik iets wat ik nog nooit had gedaan. Ik vroeg of ik een doosje kon krijgen om mijn cheesecake mee te nemen. Jaja, de Amerikaanse gewoonten begonnen me in hun greep te krijgen. 😉

Om zoveel mogelijk tijd te besparen, namen we een taxi naar de ferry. Ik had gedacht dat we in New York heel veel gebruik zouden maken van de metro, maar door de alomtegenwoordigheid van taxi’s was de verleiding om snel een taxi te roepen om je van punt A naar punt B te brengen gewoon te groot. We namen tijdens ons ganse verblijf in New York slechts één maal de metro (schaam, schaam, en dat terwijl ik zo’n grote voorstander van het openbaar vervoer ben).

De taxirit naar de ferry was een belevenis op zich. De chauffeur feliciteerde ons bij het instappen omdat we de enige taxi in New York gevonden hadden die bestuurd werd door iemand die effectief in Amerika geboren was. En het klopte wel, de vorige taxi’s die we genomen hadden, werden, te oordelen aan de zware accenten waarmee de chauffeurs spraken, bestuurd door inwijkelingen.

Onze chauffeur was niet te stoppen. Na de standaardvraag: “Where are you from?” kregen we een heel verhaal te horen. Over hoe hij eerst eigenaar van een bar was, daarna in de immobiliënsector was gestapt, maar dat daar nu geen geld meer mee te verdienen viel en dat hij daarom taxichauffeur geworden was. Ja, dat Belgische bier, ja, dat kende hij als baruitbater natuurlijk heel goed. Dat hij in zijn jonge jaren met de Harley Davidson door Europa getrokken had. Dat hij tijdens die reis was beginnen knokken ergens in een kroeg in Noord-Italië en dat hij vervolgens door de Italiaanse politie de grens overgezet was. En dat de mensen hem altijd vroegen wat hij van dit of dat land vond en dat hij dan antwoordde: “I don’t know, I’ve only seen the bars.” Als laatste goeie raad gaf hij ons mee dat we maar veel moesten roken (tabak én wiet) en drinken nu we nog jong waren. De rit was een hele belevenis. 😉

Na de taxirit namen we de veerboot naar Liberty Island waar we het cadeautje van de staat Frankrijk bewonderden. Een koperen, flink uit de kluiten gewassen madame. We hadden gehoopt de kroon van het vrijheidsbeeld te kunnen bezoeken, maar de tickets waren al lang op voorhand uitverkocht. En hoewel H zijn best gedaan had om tickets vast te krijgen, was dit niet gelukt. We deden een poging om de rest van de cheesecake op te eten en wandelden rond het beeld. We namen wat typische toeristenfotootjes. We zochten naar een 9/11 memorial dat op de kaart stond aangegeven, maar onvindbaar bleek en volgens één van de locals op een ander eiland lag. We sloegen het museum over en namen de ferry naar Ellis Island.

Ellis Island is een eiland dat vroeger één van de toegangspoorten tot de USA vormde. In totaal kwamen er zo’n 12 miljoen migranten via Ellis Island het land binnen. We kregen een rondleiding van een ranger op pensioen die ons uit de doeken deed hoe de verwerkingsprocedure van een doorsnee immigrant in zijn werk ging. Ik vond het hele proces erg onmenselijk aandoen: die medische controle na de lange bootreis op mekaar gepakt in derde klasse, het scheiden van de zieken van de gezonden, de slaapzalen met drie stapelbedden boven mekaar waarin de familie van de zieke moest wachten tot die laatste genezen was, de juridische controle,… Een bureaucratisch proces heeft natuurlijk altijd dat afstandelijke, dat tikkeltje onmenselijke in zich. Uiteindelijk werden slechts 2% van de inwijkelingen geweigerd en terug op de boot naar Europa gezet.

We namen de ferry terug naar Manhatten en lieten ons door een taxi voor het Empire State Building afzetten. Het Empire State Building is met 381 meter de hoogste wolkenkrabber in New York. We hadden ons voorbereid op lange wachtrijen, maar uiteindelijk bereikten we de top in een kleine twintig minuten. We sloegen een deel van de wachtrijen over door de laatste zes verdiepingen naar het observatory op de 86ste verdieping met de trap te doen. Goed om al die cheesecake te verbranden. 😉 Verdieping 102 bezochten we niet, omdat dit ons afgeraden werd door de vader van H die het niet de moeite vond om er de extra kostprijs voor te betalen.

Na het Empire State Building bezochten we in zeven haasten de New York Public Library, Grand Central Station, St Patrick’s Cathedral en Rockefeller Plaza. Als alternatief voor de lunch aten we onderweg snel een chocolate chip cookie. So much to see, so little time. Na deze laatste eindsprint hadden we alles gezien wat nog op H zijn verlanglijstje stond. Hij kon met een gerust gemoed naar Chicago vertrekken.

We vergezelden H naar het hotel, wuifden hem uit en bezwoeren onszelf de rest van de avond in een trager tempo door te brengen. We aten ons avondmaal (vis, gezond!) in de buitenlucht op Rockefeller Plaza, met uitzicht op de lelijkste fontein ooit Boven de fontein zweefde een aartslelijk, verguld beeld van Prometheus. Gelukkig zat ik er met mijn rug naartoe.

De rest van de avond brachten we door op de hotelkamer. Eindelijk was het gedaan met de stiekeme, stille seks onder de lakens. 😉

Zondag 21 juni: Het taxivoorval

Het begin van de zomer, ons afscheid van New Orleans. Het was een toffe tweedaagse, maar de hitte zal ik niet meteen missen.

Wat begon als een rustige ochtend, dreigde echter op een dramatische manier te ontsporen. Mijn vriend en ik waren in alle vroegte opgestaan, want onze vlucht naar Chicago vertrok om 7.55u en voor een binnenlandse vlucht moet je toch een uur op voorhand op de luchthaven zijn. We hadden niet bepaald zin om weer naar de gate te moeten spurten.

We waren duse mooi op tijd aan de balie om uit te checken. Er waren echter wat problemen met het computersysteem óf de bediende die aan de receptie stond, kon er niet veel van. Het uitchecken van de persoon voor ons duurde hemeltergend lang en we zagen de minuten tot het tijdstip waarop onze taxi ons kwam ophalen, langzaam wegtikken. Vandaar dat ik voorstelde om even naar buiten te gaan om te kijken of er al een taxi stond en die dan op de hoogte te brengen van onze vertraging. Ondertussen bleef mijn vriend aan de balie wachten.

En inderdaad, er stond buiten al een taxi. De chauffeur stapte uit toen hij mij zag en mompelde iets wat op ons kamernummer leek. Hij nam meteen mijn koffer van me over en stopte deze in de taxi voordat ik daar goed en wel toestemming tot gegeven had. Iets waar ik niet zo heel blij mee was, maar goed, het leek een officiële taxi te zijn. Hij ging zelfs mee naar binnen om de koffer van mijn vriend op te halen. De persoon aan de balie leek de chauffeur te kennen, dus dat nam mijn ongerustheid wat weg. Ik zei de chauffeur dat we wat vertraging hadden opgelopen doordat we nog niet uitgecheckt waren. Hij zei dat dat geen probleem was. En toch had ik ergens een gevoel dat er iets niet goed zat. Ik hield buiten op de stoep de taxi met daarin bijna al onze bagage erg goed in het oog, terwijl de chauffeur wachtte tot mijn vriend de financiële kant van ons verblijf had geregeld.

Op een zeker moment stapte de chauffeur opnieuw uit, blijkbaar om te kijken waar mijn vriend bleef en wat toen gebeurde, is echt te gek voor woorden. Mijn vriend was net met de laatste formaliteiten bezig (de baliebediende was nog steeds aan het knoeien), toen er opeens een tweede taxichauffeur opdook. Die ook ons kamernummer kende. Verwarring alom. Twee taxichauffeurs, welke was de juiste?

De tweede taxichauffeur was exact op het tijdstip van de afspraak gearriveerd en leek erg boos op de eerste taxichauffeur. Taxichauffeur nummer 1 scheen zich echter niet al te veel aan te trekken van zijn collega en gebaarde ons in te stappen. Wij wilden echter niet meer met taxichauffeur nummer 1 meerijden, maar probleem, al onze bagage zat nog in de koffer van de wagen en taxichauffeur nummer 1 weigerde die open te doen. Als het al niet zo warm was, zou het zweet mij toen zeker uitgebroken zijn.

Taxichauffeur nummer 2 nam toen het heft in handen en opende de koffer van taxi nummer 1 door aan een hendeltje aan de kant van de chauffeur te trekken. Mijn vriend en ik namen snel onze bagage uit de wagen en drie tellen later lagen ze in de koffer van taxi nummer 2. Dit was duidelijk niet naar de zin van taxichauffeur nummer 1 die begon te roepen wie er zijn koffer had geopend en dat dat toch zomaar niet kon.

Taxichauffeur nummer 2 schoot daarop in een Franse colère zoals ik nog nooit heb meegemaakt. Een scheldtirade waarin woorden zoals “bitch, motherfucker, motherfucking bitch” en nog meer fraais uit zijn mond vloeiden. Het leek een stuk dialoog recht uit een gangstermovie. Mijn vriend en ik waren met stomheid geslagen. Maar het bleef niet bij verbale agressie: taxichauffeur nummer 2 dreigde met een stuk gereedschap nummer 1 op zijn bakkes te slaan. De tussenkomst van mijn vriend en ik in dit alles beperkte zich tot “Sir, sir, don’t do it. Please step back in the car.” Wat chauffeur nummer 2 na enkele seconden gelukkig ook deed.

Zijn boze bui smolt als sneeuw voor de zon en hij schakelde meteen over op een gezapig conversatietoontje. Ik was zo geshockeerd dat ik even moest bijkomen. Stel je voor dat die mannen elkaar werkelijk te lijf gegaan waren.

Onze taxichauffeur legde uit dat dit een veel voorkomende praktijk was. Taxichauffeurs die voor zichzelf werken, proberen klanten van andere chauffeurs die voor maatschappijen werken af te pakken door de bediende aan de balie wat geld toe te stoppen. Zo weten ze welk kamernummer er op welk uur een taxi besteld heeft. Ze zorgen dat ze een kwartier voor het tijdstip van afspraak ter plekke zijn en pikken de klant onder de neus van de werkelijk bestelde taxi uit. Bovendien rekenen ze het smeergeld dat ze aan de bediende gaven om het kamernummer te verklappen bij de prijs voor de rit naar de luchthaven.

Meteen begrepen mijn vriend en ik de woede van chauffeur nummer 2. Al was ik behoorlijk opgelucht toen we veilig en wel op de luchthaven stonden.