Zondag waren we te gast bij onze vrienden in Tongeren voor ondertussen al de veertiende editie van ons jaarlijks driekoningenfeestje. Ik greep weer naast de boon, maar eerlijk gezegd was ik blij dat ik het kleinste stuk taart kreeg, want ik had me wat laten gaan bij het pasta opscheppen en het is zo onbeleefd om iets te laten liggen dat je zelf opgeschept hebt.
Terwijl de kinderen zich onderling amuseerden, speelden de volwassenen een spelletje “Bang”. Een gezellig middag/namiddag, die bijna heel anders was uitgedraaid. Tijdens het aperitieven had ik kleine U, net zes maanden oud, op de arm genomen. Hij bleef braaf zitten en scheen zich prima op zijn gemak te voelen. Terwijl ik hem vasthield, babbelde ik met onze vrienden. Tot kleine U opeens een schijnbeweging maakte en zich met zijn ganse gewicht achteruit wierp. Een schrille kreet ontsnapte aan de lippen van zijn moeder. En even flitste voor mijn geestesoog het beeld van een baby met een gapende hoofdwonde. Gelukkig zijn mijn reflexen nog goed en had ik hem stevig vast. Maar ik moet wel zeggen dat mijn hart als een razende tekeer ging. En dat van zijn moeder ongetwijfeld nog veel meer. Ik heb hem dan maar snel terug gegeven. Niks erg gebeurd, maar iedereen was wel flink geschrokken, kleine U uitgezonderd, want die bleef even vrolijk.