Kaarsje

Er brandt een kaarsje in ons huis. Een kaarsje voor een baby in een buik. Een baby die, als alles goed gegaan was, een grote broer gehad zou hebben om mee te spelen. Helaas ging niet alles goed. Na negen maanden wachten kwam de grote broer dood ter wereld. Daarom brandt er een kaarsje. Een kaarsje voor de baby die nooit geademd heeft. Een kaarsje voor de baby-in-de-buik die zijn grote broer nooit zal kennen.

Onverschilligheid?

Ik durf het bijna niet neerschrijven op deze blog: toen ik eergisteren het bericht van die aanslagen in Irak las, was mijn eerste reactie er eentje van onverschilligheid. Een vermoedelijk dodental van 500 mensen en het raakte mijn koude kleren niet. Die reactie heeft mij aan het denken gezet, want een tweetal jaar geleden zou zo’n bericht mij emotioneel zeer erg hebben aangegrepen. Misschien komt het door de aanhoudende stroom slecht nieuws uit Irak. Er overheest bij mij een gevoel van gelatenheid: d’r valt toch niks aan te doen. Het gebeurt zelfs meer en meer dat ik de berichten uit Irak gewoon oversla. Slechtnieuwsmoeheid die mij niet alleen treft, want het valt op dat de berichten over Irak steeds korter worden en meer naar achteren in de krant verschuiven.

Ik kan niet gelukkig zijn met dat gevoel van gelatenheid en onverschilligheid. De hoop opgeven is het ergste wat er kan gebeuren. Hoe uitzichtloos de situatie ook lijkt, er valt iets aan te doen. Er móet iets aan te doen vallen. De mensen in Irak hebben recht op een normaal leven, een leven zonder angst. Maar hoe ze uit dit moeras moeten geraken, ik zou het niet weten. Zou iemand het weten? Kan de staat Irak nog blijven bestaan? Zullen de verschillende partijen erin slagen vreedzaam naast elkaar te leven? De toekomst zal het uitwijzen. Belangrijk is dat ik dat gevoel van onverschilligheid kwijtraak. De inwoners van Irak hebben mijn aandacht en mijn medeleven nodig. ‘t Is niet veel, maar ‘t is beter dan niks.

Meisjes van achttien

Horen te giechelen met vriendinnen, te wenen om een gebroken hart, te lachen als dat hart weer gelijmd wordt, te dansen op hun favoriete muziek, te shoppen in de grote stad, te roddelen over die bitch op school, te twijfelen over wat ze morgen zullen aantrekken,… Meisjes van achttien horen te genieten van het leven. Zij horen niet levenloos op het koude blad van een autopsietafel te liggen. Hoe gruwelijk.

Bejaarden en medicatie

Vandaag in de Morgen:

Bejaarden in rusthuizen slikken gemiddeld acht verschillende medicijnen per dag, krijgen meer antidepressiva dan nodig en nemen vaak de verkeerde pillen. Tot die conclusie komt het Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg.

Blij dat een krant als de Morgen dit op haar voorpagina plaatst. Dit bericht is naar mijn persoonlijk aanvoelen veel nieuwswaardiger dan het nog maar eens herkauwen van de dood van Joe Van Holsbeeck.

Natuurlijk is het erg dat die jongen op zo’n manier gestorven is. Natuurlijk is dit een drama dat de mensen in zijn omgeving voor de rest van hun leven getekend heeft. Maar laten we eerlijk zijn: dit soort incidenten vallen niet uit te roeien, hoeveel onbemande camera’s en politiepatrouilles je ook de straat op stuurt. En heel die heisa rond het feit dat niemand hem te hulp gesneld is: pffft. Ik kom zelf dagelijks in het Centraal Station: je bent gehaast, je moet je trein halen, je loopt soms zelfs bekenden voorbij zonder hen op te merken. Zo’n steekpartij is een kwestie van seconden. Voordat je hersenen door hebben dat er iets gebeurd is, zijn de daders al gaan lopen.

En ja, ik vind ook dat Joe een schattige krullenbol had en ongetwijfeld was hij een schat van een jongen. Maar hoeveel ouders verliezen hun kind niet in het verkeer? Als we de cijfertjes van “aantal slachtoffers van steekpartijen” en “aantal slachtoffers van verkeersongelukken” naast mekaar leggen, denk ik dat de conclusie snel gemaakt is. Pas op, ik pleit niet voor permissiviteit en elke dode is er één te veel, maar we moeten de dingen niet buiten proportie opblazen. Geweld zit in de menselijke natuur en wat we onszelf ook zouden willen wijsmaken, al die beschaving is eigenlijk maar een laagje vernis. Geweld zit in elk van ons.

Terug naar de duizenden bejaarden die de laatste jaren van hun leven in een rusthuis slijten. Het bericht in de krant verbaast me niks. Ziekenhuizen, bejaardentehuizen, ik ken het wereldje beter dan me lief is. Een arts die met een zeurend oud mens (en de meeste kunnen er wat van, het is een feit) geconfronteerd wordt, zal inderdaad snel de neiging hebben om antidepressiva voor te schrijven. Echte klachten worden zo vaak over het hoofd gezien. Of de arts neemt niet de tijd voor een serieus onderzoek en schrijft te veel voor. Niemand wordt daar beter van: dit voorschrijfgedrag kost de maatschappij handenvol geld en de bejaarden worden er niet mee geholpen. Fijn om te zien dat er politici zijn die zich dit probleem, dat met de oprukkende vergrijzing alleen maar zal verergeren, aantrekken. In deze context vind ik het dubbel jammer dat mensen die in de zorgsector werken zo ondergewaardeerd worden.

Begrafenis

Begrafenissen. Niemand gaat er graag naartoe. Niemand wordt graag geconfronteerd met de dood. Toch denk ik dat het goed is een soort van ritueel te hebben om afscheid te nemen van een geliefd persoon. Een moment waarop iedereen samen komt om even stil te staan bij een leven dat plots veel te ruw is afgebroken. Een leven dat nog zoveel moois in petto had.

Vandaag werd de vader van mijn vorige vriend begraven. De kerk zat stampvol. De man was tandarts in een onooglijk klein dorpje en had jaren in het verenigingsleven meegedraaid. Ik denk dat ongeveer het ganse dorp in de kerk was.

Het was een mooie mis. De lector was een goeie vriendin van de overledene en dat gaf de viering een persoonlijke toets. Ik heb veel bewondering voor de kracht die de twee zonen van de overledenen vonden om een stukje voor te lezen. Bij het groeten (wat in West-Vlaanderen ná de mis gebeurt), kromp mijn hart ineen toen ik de tranen in de ogen van mijn ex-vriend zag. Het verdriet in de ogen van zijn moeder en broer, het liet me niet onberoerd.

Toch was de relatie tussen zonen en vader niet altijd even goed. De vader was streng en recht door zee. En veeleisend voor zijn zonen. Té veeleisend, vond ik persoonlijk. Wat maakt het uit welk diploma je kinderen hebben, als ze maar gelukkig zijn. Hij legde zoveel druk op hun schouders dat ze het soms moeilijk hadden dit te kunnen dragen. Gelukkig zijn ze allebei op hun pootjes terecht gekomen. Ik ben blij dat ook dit, zij het zijdelings, in de mis vermeld werd.

Het is goed dat mijn vriend en ik naar de begrafenis geweest zijn, zelfs al moesten we er helemaal voor naar West-Vlaanderen rijden en zaten we even in de cipiersfile. Zelfs al hebben we er ons mondeling examen Italiaans voor moeten verzet (gelukkig hebben we een superlieve juffrouw van Italiaans). Ik denk dat het belangrijk is dat je op zulke momenten het verdriet van je vrienden kan delen. Hopelijk heeft mijn ex-vriend iets gehad aan de talrijke opkomst van zijn vrienden. Ik denk het wel.