Diner with the British

Donderdagavond organiseerde mijn werk een belangrijk diner voor een groep Britten die op zakenreis in Vlaanderen waren. Het was voor mij de eerste keer dat ik zo’n diner bijwoonde, één van de verantwoordelijkheden die bij mijn nieuwe functie horen. Niet dat ik klaag dat ik chique diners met belangrijke mensen moet bijwonen, ik zou niet durven!

‘s Middags kreeg ik echter een telefoontje van mijn collega die het diner geregeld had en normaal de honneurs zou waarnemen bij het verwelkomen. Hij was doodziek en zijn stembanden kraakten en schuurden terwijl hij vroeg of ik zijn taak kon overnemen. Uiteraard geen probleem, maar meteen veranderde mijn rol van gewoon aanwezig zijn in verantwoordelijk zijn dat alles goed zou verlopen. Nu, ik had er wel vertrouwen in, de locatie die we hadden afgehuurd was niet van de minste en de gastheer van de avond zou ook zonder mijn collega wel zijn plan kunnen trekken.

Op een paar last minute afzeggingen na, die ik bij aankomst doorgaf aan het zaalpersoneel, zodat we de tafelschikking nog snel konden veranderen en de naamkaartjes van de afwezigen discreet konden weggenomen, verliep alles op rolletjes. Alle aanwezigen hadden een fijne avond en het eten was werkelijk subliem, alleen de rode wijn viel tegen en heb ik laten staan. Op het einde van de avond stuurde ik nog snel een sms’je naar mijn collega om te laten weten dat alles prima was gegaan. Wellicht zal hij het sms’je pas de dag nadien gelezen hebben, maar dan was hij toch gerustgesteld dat ik geen belangrijke gast op de tenen getrapt had. 😉

Het menu:

Gegrilde Sint-Jakobsvruchten, aardpeer, pompoen en truffeljus
Verdicchio dei Castelli de Jesi – DOC Classico Superiore 2011
**
Filet van hertenkalf met peterseliewortel, witloof, zachte aardappel, veenbes en grué
Domaine Perdrix – Lasouche – Syrah 2007 Koen Strobbe
**
Kweepeer met brownie, vijg en peperkoek
**
Koffie en versnaperingen

Genève – 2 november 2012

Alweer een mooie zonnige start van de dag. Vandaag stonden er twee dingen op het programma: een bezoek aan CERN, waarover ik al eerder schreef, en een bezoek aan onze vrienden die in een slaapstadje net over de Franse grens woonden. De kersverse mama kwam ons ophalen na ons bezoek aan CERN en nog geen tien minuten later waren we in hun appartementje in een Franse woonwijk die duidelijk CERN-medewerkers als doelgroep had. De meeste mensen die in CERN werken, hebben namelijk tijdelijke contracten en zoeken iets om te huren, want ze komen uit alle hoeken van de wereld. Slimme Franse projectontwikkelaars spelen in op het gebrek aan huurappartementen op de Geneefse markt door snel snel hele wijken neer te zetten waar snel geld mee te verdienen valt. Het straffe is, aan isolatie doen ze niet mee, daar in Frankrijk en alle appartementen worden met elektriciteit verwarmd. Aja, want die elektriciteit is afkomstig van Franse kerncentrales en kost toch bijna niks. En wij hier maar isoleren als gekken en energiezuinig leven, in ons Belgenlandje.

We maakten kennis met de schattige dochter van onze vrienden en praatten wat bij terwijl we wachtten tot de heer des huizes terugkwam van zijn werk. En raad eens wat er op het menu stond voor het avondmaal? Geen kaasfondue, maar wel raclette! Nog een nationaal Zwitsers gerecht! We kunnen er weer voor een tijdje tegen op gesmoltenkaasgebied!

Heel boeiende discussie gehad met de gastheer die niet geloofde in het principe van schaalvergroting en een vurig pleidooi afstak voor kleinere structuren: kleinere gemeenten (hij was geen voorstander van de fusies tussen gemeenten), kleine, lokale bedrijven en handelaars. Hij pleitte voor lokale productie en consumptie, een discours dat me deed denken aan dat van de hedendaagse transitiebewegingen. Zijn overtuiging was dat grote structuren onveranderlijk gedoemd zijn om te falen. Ergens kon ik hem wel volgen, want hoe groter je structuur hoe meer administratieve overhead en hiërarchie je creëert, wat onveranderlijk ten koste gaat van de efficiëntie. Toch geloof ik in de voordelen van schaalvergroting en het goede dat supranationale samenwerkingsverbanden zoals de Europese Unie kunnen realiseren. Iets waar mijn gastheer niets in zag.

Hij zong het lof van het Zwitserse systeem met kantons die veel meer bevoegdheden hebben dan het federale niveau en verklaarde zich een grote voorstander van het systeem van referenda in Zwitserland. De geldigheid van zo’n referendum is niet gekoppeld aan een minimale opkomst en eenieder kan een voorstel tot referendum indienen als je op voorhand genoeg medestanders verzameld hebt. En dan maar hopen dat de meerderheid van de mensen die komen stemmen jouw voorstel genegen zijn. Ik stelde de vraag hoe dat dan zat met de representativiteit. Wat als er maar tien procent komt opdagen voor zo’n referendum, dan wordt er uitgevoerd wat de meerderheid van die tien procent beslist. Hij zei dat dit geen probleem vormde, want als het ging om iets wat de mensen werkelijk belangrijk vonden, zouden ze wel hun stem laten horen. Het feit dat ze dit niet deden, betekende dat het onderwerp in kwestie hen onverschillig liet. Zo had ik het nog niet bekeken.

Het was alleszins een verrijkende avond die stof tot nadenken bood.

Genève – 1 november 2012

Ok, ik geef toe dat Genève niet echt mijn lijstje met nog te bezoeken steden op deze wereldbol stond. De hoofdreden voor ons bezoekje was dan ook de geboorte van de dochter van twee vrienden die ik in de Russische les leerde kennen en die collega-ingenieurs van een ander jaartal bleken te zijn. Ik kende Genève enkele van de deeltjesversneller en van het Palais des Nations, het hoofdkwartier van de VN.

Maar kijk, het was een bijzonder aangename kennismaking met deze Zwitserse stad op een dik uurtje vliegen van Brussel. Voor mij was het pas de tweede keer in mijn leven dat ik voet zette op Zwitserse bodem, na een verblijf in mijn jonge jaren Maloja met de CM (yep, in het beroemde, onlangs verkochte Maloja Palace). We dropten onze bagage af in Hôtel bel’espérance en liepen van daar naar het Meer van Genève om meteen al één van de top tien attracties van ons lijstje te schrappen: le Jet d’Eau. We hadden geluk dat we vergezeld werden door een stralend herfstzonnetje waardoor we konden genieten van een prachtige dubbele regenboog. le Jet d’Eau spuit zo’n 500 liter water per seconde de lucht in aan een snelheid van 200 km per uur. 140 meter hoog is deze indrukwekkende waterstraal. Wij liepen door het watergordijn om dit man made wonder van alle kanten te bekijken.

Na deze verfrissende wandeling lunchten we in de Yo’Mo Lounge. Genève is beslist niet de goedkoopste stad om op restaurant te gaan, maar als je een dagmenu neemt, valt de prijs nog wel meer. We aten kip parmentier en als dessert een werkelijk verrukkelijke sabayon. Ik eet niet zo dikwijls sabayon, omdat ik weet dat het nogal een ongezond dessert is, maar verdorie, het smaakte.

Na het middagmaal had de zon zich verstopt achter de wolken en was het blauw vervangen door grijs, maar het zag er gelukkig niet naar uit dat het snel zou beginnen regenen. We besloten dus te voet naar onze volgende bestemming te gaan: le Palais des Nations. We staken het meer over via een brug en zetten onze weg voort langs de oevers. Uiteindelijk bleek dat de Googlemaps schatting wat aan de optimistische kant was, vooral toen bleek dat we nog een stuk verder moesten stappen om het visitors office te bereiken.

Na een nogal oppervlakkige check van het identiteitsbewijs van mijn vriend (mijn identiteitsbewijs hebben ze niet eens bekeken), kregen we een visitor pass en mochten we de heilige grond van de UN betreden. Maar eerst moesten we nog voorbij de kassa geraken die slechts door één tergend traag werkende jongedame werd bediend die duidelijk trots was op haar talenkennis, want ze probeerde elke bezoeker in zijn of haar moedertaal te begroeten. Bij ons deed ze een verdienstelijke poging in het Duits. Enfin, toen we eindelijk ons toegangsbewijs hadden, was onze groep al vertrokken. Gelukkig werden we door een andere jongedame snel naar de juiste groep geloodst.

We kregen een rondleiding van een gids met een piepstemmetje die vooral veel uitwijdde over de vele geschenken die de VN al ontvangen had. Al was niemand echt onder de indruk van het kokostapijt uit de Filippijnen. De nieuwe vleugel voltooid in de jaren ’70 vond ik ronduit lelijk, het neoclassicistische gedeelte uit de jaren dertig kon er naar mijn gevoel wel mee door. Al straalden de gangen een ronduit ongezellig en kil sfeertje uit, het was interessant om op de plek te staan waar de voormalige League of Nations jammerlijk gefaald heeft de tweede wereldoorlog te voorkomen. Het gebouw had wel een aantal indrukwekkende zalen, waarvan de Council Chamber met de indrukwekkende canvassen van José Maria Sert het meest tot de verbeelding sprak. Vooral omdat deze ruimte vaak gebruikt werd om vredesverdragen tot stand te brengen. Zo werden de onderhandelingen om de eerste golfoorlog te beëindigen hier gevoerd. Toen ik de ruimte binnen wandelde, wist ik meteen dat ik deze bombastische schilderstijl al eerder gezien had. En ja, het werk van José Maria Sert valt ook te aanschouwen (ik wilde eerst bewonderen schrijven, maar ik ben nog steeds geen fan van ‘s mans werk) in het Rockefeller Center. Al bij al vond ik de rondleiding wat tegen vallen. De gids was nogal kort in zijn uiteenzettingen en ik had het gevoel dat er veel meer te vertellen viel over deze toch wel historische plek.

Op de terugweg stopten we nog een bij de beroemde Broken Chair te fotograferen. De stoel symboliseert de strijd tegen landmijnen en clusterbommen. De stoel is maar liefst 12 meter hoog en verbeeldt op een treffende manier het leed dat door deze verschrikkelijke oorlogswapens wordt berokkend.

Op de terugweg naar het oude stadsgedeelte namen we toch maar de tram, want mijn voeten begonnen serieus zeer te doen van het lopen op hoge hakken. We hadden zin in een vieruurtje en stapten de eerste de beste patisserie binnen. En ik kan jullie verzekeren, die Zwitsers kunnen verdorie lekkere gebakjes maken. Zo mooi en verfijnd. Kleine kunstwerkjes om op te eten.

Na ons vieruurtje kuierden we door de smalle straten van de Oude Stad met de ene na de andere antiekzaak of kunstgalerij. Genève is duidelijk een stad voor rijke mensen. Dat zie je aan de prachtige etalages en de hoge prijzen. Genève is een geweldige stad voor wie van luxe houdt en genoeg geld heeft om het zich te permitteren. Wij hielden het bij window shopping. Ondertussen was de avond gevallen en belandden we op het plein met de kathedraal. Het laatste avondlicht zorgde samen met de grijzen wolkenlucht voor een bijzonder sfeertje. We waren nog net op tijd om snel een blik op het interieur van de kathedraal te werpen, maar we hadden niet genoeg tijd om alles grondig te bekijken, dus besloten we hier één van de volgende dagen terug te keren bij daglicht om de glasramen in hun volle glorie te kunnen aanschouwen.

We maakten een snelle tussenstop in het hotel om andere schoenen aan te doen en gingen op zoek naar een plek in de buurt om iets te eten. Keuze zat in de Oude Stad. We belandden in restaurant Le Syracuse, waar ze Zwitserse specialiteiten serveerden. We lieten ons gaan en kozen voor de kaasfondue met boleten. Zwaar, maar o zo lekker. Zo vaak komen we per slot van rekening niet in Zwitserland!

Daarna vonden we het welletjes en kropen we in bed om voldoende energie voor de volgende dag te hebben.

Lunchweekend

We worden allemaal een dagje ouder en dat merken we ook aan het tijdstip van onze afspraken. Tot in de vroege uurtjes doorzakken, wordt een uitzondering en steeds vaker wordt er, vooral met de vrienden die kinderen hebben, ‘s middags afgesproken in plaats van ‘s avonds. Zo hadden we dit weekend zowel op zaterdag als zondag een lunchafspraak.

Zaterdag haalde onze West-Vlaamse gastvrouw werkelijk het onderste uit de kan met een keur aan hapjes die maakten dat er niet meer zoveel plaats over was voor het voor- en nagerecht. Alhoewel we het enorm appreciëerden dat ze zich zo uitsloofde voor ons, had het voor mij gerust wat minder mogen zijn. Want nu stond ze meer in de keuken dan dat ze tijd voor ons had om bij te babbelen. Wel leuk om kennis te maken met de bijna-buren van de gastheer en gastvrouw. Een sympathiek koppel met drie ongelooflijk brave, blonde tienerkinderen (10, 10 en 14). Lang geleden dat ik nog met zoveel blonde mensen in eenzelfde ruimte samen was, we hadden wel familie van mekaar kunnen zijn. De tieners waren opmerkelijk beleefd en welopgevoed. Ik moest even de juiste toon zoeken, want ik ben niet gewoon met tieners te spreken, maar we vonden al snel gespreksonderwerpen. Ik had een beetje schrik dat die jonge mensen waarvoor het eigenlijk allemaal nog moet beginnen, mij een oude zaag zouden vinden, maar ze deden goed alsof. 😉

Zondag was culinair misschien minder vooruitstrevend, maar een lekker brunch met een gekookt eitje, een uitgebreide keuze aan brood en beleg en verse fruitsla met yoghurt gaat er net zo goed in. Een fijne wandeling naar het provinciedomein was ideaal om alles te laten zakken en een plekje te maken voor de taart. Vervolgens verveelden we onze gastheer en gastvrouw nog wat met verhalen en foto’s uit Japan en voor dat we het wisten was het avond.

Het enige probleem met die lunchafspraken is, ik weet nooit goed wanneer naar huis te gaan. Als je ‘s avonds afspreekt is middernacht of het tijdstip waarop de gastheer en gastvrouw gewoonlijk gaan slapen zowat een breekpunt. Maar wat doe je bij zo’n lunchafspraak? Je kan toch moeilijk blijven hangen tot het avondeten? (Al moet ik toegeven dat we dat al wel gedaan hebben.) Wat vinden jullie, wat is een deftig uur om na een lunchafspraak naar huis te gaan?

The hard life

  • Maandagavond: receptie na een prijsuitreiking die door mijn team georganiseerd werd.
  • Woensdag: receptie na een conferentie waaraan mijn team haar steentje had bijgedragen. Tot onze verbazing werd er volop schuimwijn geschonken op wat eigenlijk een alcoholvrije receptie had moeten zijn, maar hey, je hoorde niemand klagen.
  • Donderdag: receptie na een conferentie die door mijn team georganiseerd werd en die, het mag gezegd, een groot succes was. Niets dan positieve feedback gekregen. Heel trots op wat mijn medewerkers in zo korte tijd gerealiseerd hebben.
  • Vrijdag: receptie na een prijsuitreiking waarop ik gevraagd was om wat fotootjes te nemen.

Ja ja, ik heb een zwaar leven.

CERN – research, technology, collaboration, education

Vrijdag 2 november 2012 zal de geschiedenis ingaan als de dag waarop mijn vriend en ik voet zetten op het meest inspirerende wetenschappelijke complex ter wereld: CERN. We hadden enkele maanden op voorhand een rondleiding geboekt. Ik keek enorm uit naar dit bezoek aan CERN, de plek waar voor het eerst wetenschappelijk bewijs gevonden werd voor het bestaan van het Higgs bosondeeltje.

Wat een bezoek aan CERN onvergetelijk maakt, is de wetenschap dat honderd meter onder jouw voeten geschiedenis geschreven werd en wordt. Elke dag vinden er massa’s botsingen tussen elementaire deeltjes plaats. Slechts enkele van deze botsingen zijn interessant genoeg om door onderzoekers nader bekeken te worden. De data die geproduceerd wordt, is gigantisch en wordt eerst door computers gefilterd alvorens in de GRID gepompt te worden waar wetenschappers over de ganse wereld vrij toegang hebben tot de gegevens.

We werden op CERN rondgeleid door een wetenschapper die persoonlijk aan het ATLAS experiment had meegewerkt. ATLAS is een gigantische detector die op zoek gaat naar bijzondere deeltjes die vrijkomen bij de frontale botsing van protonen met een uitzonderlijk hoge energie. Om die hoge energetische toestand te bereiken, moeten de protonen versneld worden in de deeltjesversneller tot ze bijna de snelheid van het licht bereikt hebben. CERN heeft verschillende deeltjesversnellers die mekaar voeden. De grootste deeltjesversneller is de Large Hadron Collider waar het Higgs bosondeeltje ontdekt werd. De ATLAS detector moet bijzonder nauwkeurig meten, want die bijzondere deeltjes leven slechts een fractie van een microseconde. De wetenschapper die ons rondleidde vertelde enthousiast over het werk dat op CERN gedaan werd. En de vragen die in onze groep gesteld werden waren van erg hoog niveau, soms zelfs op het filosofische af.

Wat CERN nog meer inspirerend maakt, is de missie: vrede door wetenschappelijk onderzoek. De oprichters van CERN wilden meebouwen aan een betere wereld en hoe kan dit beter gerealiseerd worden dan door samen te werken om de materie waaruit onze wereld is opgebouwd beter te begrijpen? Door in de deeltjesversneller de omstandigheden vlak na de Big Bang te recreëren, krijgen de wetenschappers meer inzicht in de fundamenten waaruit alles wat wij kennen is opgebouwd. Hoe geweldig moet het zijn om daaraan te kunnen bijdragen?

De vondst van het Higgs boson deeltje is uiteraard een grote opsteker voor de wetenschappers op CERN, maar er blijven nog vele vragen onbeantwoord: wat is de mysterieuze dark matter? Waarom hieven materie en anti-materie elkaar niet op na de Big Bang, maar bleef er voldoende materie over om al de sterrenstelsels te creëren? Veel vragen waarop in CERN naar een antwoord gezocht wordt.

Wel grappig: de meeste informatieborden en multimediamateriaal, evenals onderstaand filmpje, waren nog niet aangepast aan de vondst van Higgs boson. Het zal nog wat tijd kosten om alles aangepast te krijgen.

Oja, volgend jaar wordt de Large Hadron Collider even stilgelegd voor onderhoud. Dan hoop ik nog eens terug te gaan om de deeltjesversneller met eigen ogen te aanschouwen, iets wat door de vrijgekomen straling niet mogelijk is wanneer de deeltjesversneller in werking is.

CERN

  • Research: Seeking and finding answers to questions about the Universe
  • Technology: Advancing the frontiers of technology
  • Collaborating: Bringing nations together through science
  • Education: Training the scientists of tomorrow

Housewarming

Ik kan het niet genoeg zeggen, maar ik heb echt geweldige collega’s: toffe mensen die wanneer ze verhuizen hun collega’s uitnodigen voor een rondleiding in hun nieuwe woonst en een hapje en een drankje. We werden alleszins in de watten gelegd: met heerlijke courgettesoep en smakelijke chili con carne. Ook tof dat er ook een paar oud-collega’s van de partij waren. Heel leuk om wat te kunnen bijbabbelen. En ons cadeautje (een gezamenlijke bon van de IKEA) viel ook in de smaak. Je zou bijna hopen dat mijn collega snel opnieuw verhuist. 😉