Zoveel te doen…

Zo weinig tijd! Ik word er zowaar een beetje moedeloos van. Het gevecht tegen mijn todolijst ben ik glansrijk aan het verliezen. Ik heb zowaar al even overwogen verlof te nemen om eindelijk wat items van mijn lijst te kunnen schrappen, ware het niet dat ik voor dit jaar geen verlof meer heb en dat het op het werk momenteel zo druk is dat ik gewoonweg geen verlof kán nemen. Ik geraak nu al niet rond met mijn werk.

Twee volle avonden in de week + een zaterdagvoormiddag besteden aan opleidingen, is beslist niet bevordelijk voor mijn beschikbare vrije tijd. Zeker als je daarbij optelt dat ik graag mijn sociale contacten op peil hou. Vriendschappen onderhouden vraagt nu eenmaal een zekere investering van tijd en energie. Maar goed, ik klaag niet, ik doe dit alles immers uit vrije wil. Ik ben erg blij met de kansen en de mogelijkheden die ik krijg. Al zouden twee extra uren per dag me beslist van pas komen. Of maak er meteen vier van. Kan dat, Sinterklaas?

Kookweekend

Dit weekend hebben mijn vriendje en ik voor een groot deel achter het fornuis doorgebracht. We hadden een paar weken niet meer gekookt voor vrienden. Hoog tijd voor een inhaalmanoeuvre.

Vrijdag kwamen ex-studiegenootje E en haar man H over de vloer. Door conflicterende drukke agenda’s was het al meer dan een jaar geleden dat ik hen gezien had. Een beetje schandalig toch wel. Maar goed, na zo’n lange periode van abstinentie (bijzonder flauw grapje), hadden we elkaar veel te vertellen. Het gesprek ging over hun bouwperikelen en onze ingestorte muur. Dat laatste onderwerp blijft nog wel een tijdje goed voor onthutste reacties. Je ziet de gasten in kwestie dan een beetje vertwijfeld rondkijken van: “ojee, hopelijk stort er niks in terwijl wij hier zitten”. 😉

Voor de annalen geef ik nog even mee wat we vrijdag kookten. Als aperitiefhapje serveerden we yakitori, helemaal zelf opgewarmd in de microgolfoven met een portootje en een glaasje witte wijn. 😉 Daarna spiesjes van fetakaas, kerstomaatjes en basilicum en als hoofdgerecht een ovenschotel met kabeljauwfilets, avocado, basilicum, room en kaas. Een supergemakkelijk gerecht dat ik met plezier overliet aan mijn vriend, die voor kok speelde terwijl ik bijbabbelde met E en schuddebuikte van het lachen door de spitsvondige uitspraken van H. Na al dat eten was er nog net genoeg plaats voor een bolletje cookies & cream van Häagen-Dasz. De kers op de taart, om het met een cliché te zeggen.

Zaterdag kregen we onze vriendjes L en U (ja, dezelfde L en U die donderdagnacht bleven slapen) en B en M over de vloer. Zo goed en vlotjes als het koken vrijdagavond verliep, zo hakkelend verliep het naar mijn gevoel zaterdagavond. Misschien lag het aan mijn iets te ambitieuze gerechtenkeuze en aan het feit dat voor zes personen koken nét iets ingewikkelder is dan voor vier. Tot en met de voorgerechtjes verliep alles goed. De gevulde champignons met geraspte parmigiano, gedroogde tomaatjes en pesto waren overheerlijk. De andere snel-opwarmhapjes uit de Delhaize heb ik niet geproefd, onze hongere gasten waren me voor.

Maar toen begon het. Mijn stressniveau stond de hele dag al hoger dan normaal. Ons wat moeten haasten tijdens het winkelen in de namiddag, niet direct de juiste ingrediënten vinden, wat moeten rondrijden in het verschrikkelijk drukke centrum van Leuven (Leuven op een winkelzaterdagnamiddag is echt een onaangenaam om met de wagen te doorkruisen), een onverwacht bezoekje van mijn broer en zijn vriendin dat, alhoewel ze zeer welkom waren, mijn normale voorbereidingsritueel wat door mekaar schudde. Enfin, een combinatie van factoren, waardoor het in- en uitscheppen van de groenten en de eend mij lastiger leek dan anders. Het gerecht was bovendien nét niet warm genoeg bij het opdienen, waardoor ik het eten van het eerste bord heb moeten opwarmen in de microgolfoven. Niks ergs, niet ernstigs. Alles nog onder controle.

Tot de bom barstte in de vorm van een dooier die zich mengde met mijn tot dan toe mooi van het eigeel gescheiden eiwit. ‘k Heb toen een paar krachttermen laten vallen die ik normaal spaar voor tegensputterende softwareprogramma’s en instortende muren. 😉 Waarop onze gasten direct in actie schoten en opeens met zijn vieren spontaan begonnen te helpen, waardoor ik nog meer stress kreeg, want al die bananensnijdende, afwassende en “waar liggen de keukenhanddoeken”-vragende mensen liepen geweldig hard in de weg. Met vereende krachten werd vervolgens een poging gedaan om het met eigeel bevuilde eiwit toch nog opgeklopt te krijgen. Ik denk dat er zondag een paar mensen spierpijn zullen gehad hebben, zo driftig werd de klopper door het eiwit gehaald (ja, wij zijn sukkelaars die geen mixer hebben).

Uiteindelijk bleek natuurlijk dat al die stress nergens voor nodig was. Het eiwit raakte opgeklopt. De bananenclafoutis was perfect, zelfs al was ik vergeten een scheutje rum aan de marinade voor de bananen toe te voegen. Eind goed, al goed.

Op een zalig zonnige zondagnamiddag

Onze gasten zijn de deur uit. We zitten gezellig met z’n tweetjes in bad, nog een beetje te bekomen van het drukke weekend. Veel schuim, lekker warm water, de juiste stemming… Begint het koppel in het appartement boven ons met de volumeknop op maximum ruzie te maken. Een geweldig scheldconcert van bas en sopraan waar wij van mochten meegenieten. We hebben in het warme water zitten luisteren tot het bijna afgekoeld was. Goedmaakseksgeluiden hebben we echter níet gehoord. Dus hebben wij maar ons best gedaan voor vier. 😉

Een schitterende ochtend

Toen ik deze ochtend opstond, werd ik vrolijk goeiemorgen gewenst door vrienden L en U die een nachtje bij ons logeerden. De ochtendzon scheen rozerood op de daken van de stad. De vrieskoublauwe lucht was doorschoten met witte uitwaaierende strepen van de vele vliegtuigen die over Leuven vliegen. Op sommige platte daken lag nog een beetje rijp. Ik rekte me nog eens uit, wenste L en U een goeiemorgen terug, nam een lekkere warme douche, duffelde me warm in (handschoen en sjaal niet vergeten) en vertrok met de trein richting Brussel.

Een zonnige, koude winterochtend, zo heb ik het graag.

Studiedag gaming

Gisteren was een zware werkdag voor mij. Ik was namelijk verplicht om mijn afdeling te vertegenwoordigen op de Leuvense studiedag gaming. Jullie begrijpen ongetwijfeld dat ik zwaar tegen mijn zin de Wii-controller ter hand nam en enkel en alleen vanuit wetenschappelijk oogpunt mij opgeofferd heb om de EyeToy uit te proberen. En op die mat waar je in een paar minuten zoveel mogelijk stappen/sprongen moest verzamelen, stond ik te springen omdat dit conditiebevorderend werkt. En die X-box controller hield ik enkel en alleen vast om mijn collega een plezier te doen. En dat ik ‘s middags mij te goed deed aan de -overigens voortreffelijke- hapjes, had enkel tot doel mijn hersencellen van de nodige brandstof te voorzien. En dat glaasje wijn diende om de tong wat losser te maken om zo in de namiddag optimaal in vorm te zijn wanneer er gebrainstormd moest worden rondom beleidsaanbevelingen. Jullie merken het, een zware, zware dag.

Voor wie het nog niet wist: games zijn niet alleen leuk, ze kunnen ook dienen voor educatieve doeleinden, conditiebevorderend werken en sociaal contact stimuleren. Niet iedereen die shooters speelt, gaat vervolgens als een gek met een geweer zwaaiend de straat op. Neen, de meerderheid van de gamers zijn gewoon goed aangepaste mensen die heus wel het onderscheid kunnen maken tussen geweld in een spelletje en in de echte wereld. ‘t Is maar dat u het weet.

De Schaduw van de Wind

Zonet met spijt de laatste pagina gelezen van het schitterende boek van Carloz Ruiz Zafon. Ik ben aan de Schaduw van de Wind begonnen vlak voordat we naar Parijs (oei, ik heb nog helemaal niks geblogt over onze ervaringen daar) vertrokken en heb het grootste deel van het boek gelezen wachtend in de lange, lange rij onder de Eiffeltoren om een ticketje te bemachtigen dat ons toegang tot de lift en de top zou verschaffen. Een bijzonder leeservaring.

Ik heb van het boek genoten, vooral van het prachtige, barokke taalgebruik van Fermín Romero de Torres en de herinnering aan Barcelona die het boek opriep. Ik ga hier niets prijsgeven van de plot van het verhaal, want ik wil het leesgenot van andere mensen niet vergallen. De plot zelf vond ik een tikkeltje voorspelbaar. Op pagina 300 had ik al door wat de clou was die pas op pagina 420 onthuld werd. Toch heeft dit mij het leesplezier niet ontnomen. Een aanrader om te lezen in lange wachtrijen, op de trein, in de wagen, overal waar je maar tijd hebt. 😉