Anonieme aanbidders

Naar aanleiding van dit berichtje bij Joke, moest ik even terugdenken aan lang vervlogen tijden.

Het toeval wil dat ik gisteren de lades van mijn bureaublok heb opgeruimd. Die bureaublok is al ettelijk keren met mij mee verhuisd naar een nieuwe woonplek. Niet te geloven wat voor een rommel daar allemaal in terug te vinden was: oude calligrafiepennen al jaren in onbruik geraakt, nieuwjaarskaartjes uit 1994 (!), een hele verzameling papieren zakagenda’s uit de tijd dat er nog geen digitale alternatieven bestonden, oude foto’s, etc. Tussen al de rommel vond ik ook een dikke kaft terug, vol met brieven en kattenbelletjes uit de tijd dat ik nog full time student was en mijn leven heerlijk zorgeloos was. Tussen die brieven zat een mooie collectie liefdesbrieven. Van ex-vriendjes, maar ook van onbekenden van wie ik de identiteit nooit met zekerheid heb kunnen achterhalen.

D’r zijn weinig dingen die spannender zijn dan een anonieme liefdesbrief. Aanleiding tot avonden eindeloos speculeren met mijn beste vriendin. Wie o wie zou de schrijver kunnen zijn? Wat kunnen we uit het geschrift leren? Waar is de brief afgestempeld? Wat zegt ons het briefpapier? Zalig! En ja, het is natuurlijk best flatterend om zo’n brief in je bus te krijgen. Spijtig genoeg is het aantal brieven van anonieme aanbidders zwaar gekelderd sinds wijd en zijd bekend is dat ik een vast vriendje heb. :-( Dus als iemand zich geroepen voelt mij een anonieme brief te sturen om daarin mijn mooie haar en mijn mooie ogen op te hemelen, ga gerust uw gang. 😉

En wie weet, als ik in een goeie bui ben, typ ik misschien wel eens zo’n oude brief over op dit blogje. ‘t Is zo lang geleden, ik ben zeker dat de schrijver in kwestie het mij niet kwalijk zal nemen. Of misschien maakt hij zich dan eindelijk bekend. 😉

Reiskriebels

Ik zit er al een tijdje mee. En sites zoals tripbase (very alpha) verergeren de zaak alleen maar. Ik heb geweldige plannen om in 2008 allerlei plekken op deze aardbol met een bezoekje te vereren. Eerst moet ik echter nog een kleine (kuch) hindernis nemen: enkele exaampjes in juni en september waar ik mij totaal niet voor kan motiveren. Ik weet het, ‘t is belachelijk om nu niet mijn best te doen. ‘t Is het laatste jaar, het laatste loodje. Nog even doorbijten en ik heb dat tweede diploma op zak en dan kan ik even op mijn lauweren rusten. Ik weet het allemaal en toch zit mijn motivatie ver onder het nulpunt. Bleh.

Welkom in Leuven

Gisteren was het dan eindelijk zover, het moment waarop ik al ettelijke jaren zat te wachten: de officiële verwelkoming van de nieuwe Leuvenaars op het stadhuis. Nu voel ik mij al jaren Leuvenaar (ongeveer vanaf de eerste dag dat ik als groentje in Leuven mijn studiecarrière inzette met een bezoek aan de Oude Markt, toen nog niet autovrij), maar sinds een maand of twee is het ook écht officieel. En bij deze komt er ook een einde aan de tochtjes naar een gemeentehuis in het verre Limburg. Het werd tijd.

De verwelkoming begon met een speech van Tobback. Beetje gestoef over de stad, schetsen van het belang van de unief, een kleine vermelding van het parkeerprobleem. Naar zijn doen een behoorlijk makke speech, vond ik. Dat kan beter, Louis! Na de speech kregen we een rondleiding in het stadhuis. We hadden een heel goede gids, een vrouw die duidelijk met passie over de interessante geschiedenis van Leuven en de rivaliteit met de Brusselaars babbelde. Tja, Leuven heeft misschien niet het grootste stadhuis, maar wel het mooiste. 😉

We mochten zelfs een blik werpen in het heilige der heiligen: de bureau van Tobback himself. Opvallend afwezig: een computer. Hoe de mens zijn werk gedaan krijgt zonder, het is mij een raadsel. Het bureau was bijzonder ordelijk en voorzien van de nodige geestrijke dranken om voor inspiratie te zorgen. 😉 ‘k Zou er persoonlijk niks op tegen hebben om in zo’n mooie historische omgeving te werken, maar dan toch liefst mét computer en internetverbinding.

Fotootje van de bureau:

Na de rondleiding volgde nog een kleine receptie. Bijzonder leuk was dat er zich enkele bekende gezichten onder de nieuwe Leuvenaars bevonden: een kennis die ik al een jaar of twee niet meer gezien had en een oud-studiegenootje. Ideaal om bij te babbelen onder het genot van een glaasje kriek en een aantal lekkere toastjes. De kennis bleek zich samen met zijn vriend een appartementje gekocht te hebben niet eens zo ver van ons. Ik moet toegeven dat ik een beetje verrast was over het feit dat hij een vriend had, want ik heb altijd gedacht dat hij hetero was. Alhoewel, knap, goed verzorgd, vriendelijk, sympathiek, de aanwijzigingen waren er. 😉 ‘k Heb ze meteen maar uitgenodigd om eens langs te komen in ons nieuwe appartement.

Ook fijn om bij te kunnen bijpraten met mijn oud-studiegenootje. Ik organiseer regelmatig reünies voor de mensen waarmee ik ben afgestudeerd, maar hij komt bijna nooit. (Eén keertje heeft hij acte de présence gegeven omdat ik hem in de Delhaize tegen het lijf ben gelopen en hem halvelings verplicht heb te komen. 😉 ) Ik heb zo’n gevoel dat hij een beetje buiten de vaste kliek valt die naar elkaars housewarming parties en doctoraatsverdedigingen gaat. Toch jammer, want ‘t is een sympathieke kerel én hij had een knappe Spaanse vriendin aan zijn zijde met wie ik nog wel eens een goed gesprek wil voeren.

Na nog een paar toastjes verorberd te hebben, breiden we een eind aan de gesprekken, want mijn vriend had nog een afspraak met zijn collega’s en die zaten met hongerige magen op hem te wachten om aan het diner te beginnen. Bij het buitenkomen van het stadhuis werden we getrakteerd op een werkelijk schitterende regenboog. De mens kan nog zulke indrukwekkende bouwwerken maken, de natuur overklast de kunstwerken van de mens moeiteloos.

Natuurlijk heb ik mij daarna laten overhalen om mee te dineren met de collega’s van mijn vriend. Ik heb immers nog nooit slecht gegeten in de Kosmopol, zelfs al moesten we gisteren een beetje te lang wachten naar mijn goesting. En zeg nu zelf, een aanbod voor een gratis maaltijd, dat sla je toch niet af?