Gisteren kreeg ik van mijn collega het bericht dat ik verwachtte, maar waarvan ik tegen beter weten in hoopte dat het niet zou komen: de baby van mijn collega is geboren en tegelijkertijd gestorven. Het scenario komt me ondertussen al veel te bekend voor. Toepassing van embryoselectie om een erfelijke aandoening uit te sluiten, na een veel te lange lijdensweg eindelijk zwanger, de ouders dolgelukkig en dan, door een gruwelijke speling van het lot blijkt de baby een andere afwijking te hebben dan de erfelijke afwijking waarop geselecteerd werd. Bij elk berichtje dat ik kreeg van mijn collega, zag ik de kansen op een goede afloop slinken. En toch blijf je hopen, hopen dat de testen verkeerd zijn, dat de baby wel nog eens kans heeft, dat misschien de afwijking nog meevalt, dat de ouders die éne verschrikkelijke keuze niet moeten maken. Helaas, het mocht niet zijn.
Hoe verschrikkelijk moet het zijn om mama te worden en geen baby mee naar thuis te kunnen nemen? Ik ben er oprecht niet goed van.