Begrafenis

Begrafenissen. Niemand gaat er graag naartoe. Niemand wordt graag geconfronteerd met de dood. Toch denk ik dat het goed is een soort van ritueel te hebben om afscheid te nemen van een geliefd persoon. Een moment waarop iedereen samen komt om even stil te staan bij een leven dat plots veel te ruw is afgebroken. Een leven dat nog zoveel moois in petto had.

Vandaag werd de vader van mijn vorige vriend begraven. De kerk zat stampvol. De man was tandarts in een onooglijk klein dorpje en had jaren in het verenigingsleven meegedraaid. Ik denk dat ongeveer het ganse dorp in de kerk was.

Het was een mooie mis. De lector was een goeie vriendin van de overledene en dat gaf de viering een persoonlijke toets. Ik heb veel bewondering voor de kracht die de twee zonen van de overledenen vonden om een stukje voor te lezen. Bij het groeten (wat in West-Vlaanderen ná de mis gebeurt), kromp mijn hart ineen toen ik de tranen in de ogen van mijn ex-vriend zag. Het verdriet in de ogen van zijn moeder en broer, het liet me niet onberoerd.

Toch was de relatie tussen zonen en vader niet altijd even goed. De vader was streng en recht door zee. En veeleisend voor zijn zonen. Té veeleisend, vond ik persoonlijk. Wat maakt het uit welk diploma je kinderen hebben, als ze maar gelukkig zijn. Hij legde zoveel druk op hun schouders dat ze het soms moeilijk hadden dit te kunnen dragen. Gelukkig zijn ze allebei op hun pootjes terecht gekomen. Ik ben blij dat ook dit, zij het zijdelings, in de mis vermeld werd.

Het is goed dat mijn vriend en ik naar de begrafenis geweest zijn, zelfs al moesten we er helemaal voor naar West-Vlaanderen rijden en zaten we even in de cipiersfile. Zelfs al hebben we er ons mondeling examen Italiaans voor moeten verzet (gelukkig hebben we een superlieve juffrouw van Italiaans). Ik denk dat het belangrijk is dat je op zulke momenten het verdriet van je vrienden kan delen. Hopelijk heeft mijn ex-vriend iets gehad aan de talrijke opkomst van zijn vrienden. Ik denk het wel.

Duiding

Misschien toch een beetje uitleg bij het gedicht hieronder. Dit gedicht wordt geciteerd in twee boeken van Tonke Dragt: “Torenhoog en mijlenbreed” en “Ogen van tijgers”. In die tijd droomde ik al eens graag weg bij ruimtereizen, buitenaardse wezens en onderwerpen als telepathie. Vooral “Ogen van tijgers” heeft toendertijd enorm veel indruk op mij gemaakt.

Groot was dan ook mijn vreugde toen jaren later bleek dat mijn goeie vriendin M – ik leerde haar kennen op mijn eerste jaar aan de unief – ook een fan was van dit boek en dit gedicht.

Nog later heb ik de Nederlandse vertaling van het gedicht van Walter De La Mare gebruikt in mijn openingswoord voor haar huwelijk met C.

En blijkbaar zijn er nog mensen die mooie jeugdherinneringen aan dit boek hebben. Jammer dat haar laatste berichtje dateert van september vorig jaar.

Gezellige ex-collega’s

Gisteren had ik na het werk een afspraakje. Neen, niet dát soort afspraakje, maar wel een afspraak met de collega’s van mijn vorig werk. Om mekaar nog eens terug te zien en wat nieuwtjes over leven en werk uit te wisselen. Mijn collega’s waren nog niets veranderd. Hetzelfde kan ook gezegd worden van mijn ex-werk: zo te horen is het daar nog altijd een even grote puinhoop. Blij dat ik daar weg ben, denk ik dan maar. 😉

Onder het genot van een overheerlijk Turks gerecht (jofak of jokan of jolak of nog iets anders, ben de naam kwijt, ‘t was iets met rundsgehakt gerold in dürüm gebakken op de gril met daarover tomatensaus en geserveerd met yoghurt) werden de laatste roddels uitgewisseld: wie zwanger was, wie gescheiden was, wie veranderd was van werk, welke projecten nu weer in het honderd liepen, welke deadlines weer maar eens niet gehaald werden, enzovoort. Stof genoeg om de avond mee te vullen.

Na het eten ben ik dan samen met L, ex-collega, vriendin en mama van pluimgewichtje naar Leuven gespoord. Tijdens het wachten op de trein en de treinreis een goed gesprek gehad. Natuurlijk over pluimgewichtje, maar ook over haarzelf en haar man. Pluimgewichtje doet het beter dan verwacht. Hij zal natuurlijk steeds zwaar gehandicapt blijven, maar hij reageert op stimulansen en doet nu zelf zijn mondje open om melk en fruitpap te eten (dat was in het begin een probleem). Vorige week heeft hij even in het ziekenhuis gelegen met een virus op zijn luchtwegen, maar ondertussen is hij weer helemaal beter.

Ik heb zo’n bewondering voor L. Ze werkt vier-vijfde, is niet alleen mama van pluimgewichtje, maar ook van een zeer levendige dochter van twee die veel aandacht opeist. Het huishouden en de zorg voor de kinderen draagt ze bijna helemaal alleen. (Gelukkig heeft ze een heel lieve mama en lieve zussen die nu en dan bijspringen.) Haar man, een echte workaholic, is niet echt een huishoudelijke type en bemoeit zich niet al te veel met de opvoeding van de kinderen (boe!). Haar man heeft het ook moeilijk om de handicap van pluimgewichtje te aanvaarden en krijgt moeilijk een band met hem. Zij denkt dat dit komt, omdat er een kans van 1 op 4 is dat pluimgewichtje overlijdt voordat hij twee jaar is en dat haar man zich daarom niet durft binden.

Ik ben geen ouder, maar het op de wereld zetten van een gehandicapt kind lijkt me één van de zwaarste tegenslagen die je in het leven kan hebben. Je wil toch altijd het beste voor je kind? Dat hij of zij gelukkig is en iets van zijn of haar leven kan maken. Handicaps heb je natuurlijk in gradaties, maar de vooruitzichten van pluimgewichtje zijn op zijn zachtst gezegd niet zo goed. Hopelijk ondervindt hij iets van geluk door de liefde die hij krijgt van zijn mama en papa, zijn zusje dat dol op hem is, zijn grootouders en de familiehond die hem graag likjes geeft.

In Leuven moest L nog een half uurtje wachten om de trein naar Hasselt te nemen en zijn we nog even iets gaan drinken in de Kosmopol. Voor mij een cocktail (Sex on the beach!) en voor L een muntthee. In december komt ze met haar kindjes op bezoek bij ons in Leuven. Hopelijk kunnen we haar dan ontvangen in ons nieuwe appartement (nope, ‘t is nog steeds niet af).

Kwetsbaar leven

Een goeie vriendin heeft me net gezegd dat haar vader een ongeval heeft gehad. Met de fiets. Een onvoorzichtige bestuurder die zijn deur open deed en niet gezien had dat haar vader eraan kwam. Slecht neergekomen op zijn hoofd. Hij is nu in kritieke toestand. De man was net iets meer dan een jaar op pensioen en volop van zijn leven aan het genieten.

Ik heb er kippenvel van. Ik weet zo goed wat mijn vriendin en haar moeder en zussen nu meemaken. Het eindeloze wachten in het ziekenhuis. Het hopen en vrezen tegelijkertijd. De onzekerheid. De verschrikkelijk deprimerende sfeer die in zo’n ziekenhuis hangt. De onmacht. Wachten, wachten, wachten.

Ik hoop dat hij het haalt. Ik hoop het echt. Maar als de schade in zijn hersenen te erg is, dan hoop ik dat zijn strijd niet te lang duurt.

Het leven is zo kwetsbaar. We moeten er het beste van maken, want je weet nooit wanneer het gedaan is.