Deze zondagmiddag spoorden mijn vriend en ik richting Geel alwaar we afgesproken hadden met zijn ouders, zijn broer, zus en hun gezinnen voor een namiddag op de Palmenmarkt van Geel, zowaar de grootste kermis van de Kempen. Heel eerlijk, de tijd dat ik nog warm werd van kermissen ligt ondertussen al heel lang achter mij, maar het plezier van het jonge volk gaat voor, uiteraard. Het was alleszins, ondanks het ietwat kwakkelende weer, bijzonder druk op de kermis. Het is duidelijk dat de Palmenmarkt mensen vanuit gans de omgeving aantrekt.
We waren nog niet lang aan het slenteren over de kermis, toen het oudste nichtje van mijn vriend voorstelde om samen op zo’n muntenschuiver te spelen. Met plezier ging ik in op haar voorstel, want die rinkelende vallende muntjes doen me altijd terug denken aan mijn jeugd, toen ik dat spel uren speelde op de plaatselijke kermis. En jawel, natuurlijk stopten we te veel geld in dat toestel in verhouding tot de prijzen die we ermee wonnen, maar de endorfinestoot die die vallende muntjes veroorzaakten, maakte dat meer dan goed. Uiteindelijk keerden we naar huis met een externe luidspreker, een stel oortjes en een anti-stressknuffel en hadden we samen veel plezier. En dat is het belangrijkste van allemaal. Alleen jammer dat we de karakollenkraam die onze vriendin ons had aangeraden niet vonden.
Toen we, na nog wat rondgelopen te hebben, het allemaal wat koud begonnen te krijgen, lieten we de kermis achter ons en reden we naar het huis van de ouders van mijn vriend. We deden een flesje schuimwijn open en klonken op de bijna-jarige heer des huizes. Zeventig jaar al, je zou het hem niet geven als je hem zo ziet. Hopelijk heeft mijn vriend dezelfde goede genen geërfd.
Voor het avondmaal hielden we het simpel: een kaasschotel voor de volwassenen en balletjes met kriekjes voor de kinderen. Meer moet dat echt niet zijn! En natuurlijk sloten we de avond af met een glaasje whisky. Met dank aan de schoonbroer van mijn vriend om ons veilig bij het station van Geel af te zetten.