Gisterenavond had ik last minute besloten om dinsdagnamiddag naar kantoor in Brussel te gaan. Reden: mijn eind vorig jaar gepensioneerde voorganger had laten weten dat hij langs zou komen op kantoor om gedag te zeggen tegen de paar de collega’s daar. Natuurlijk wilde ik graag horen hoe hij de lockdown verteerde had en tegelijkertijd kon ik van de gelegenheid gebruik maken om hem een paar vragen te stellen waarvoor ik hoopte op zijn geheugen te kunnen rekenen. En dus spoorde ik ‘s middags naar Brussel.
Met onze oud-collega was alles goed, gelukkig gepensioneerd zoals dat heet. Hij had omwille van heel de coronacrisis wel een paar reizen moeten annuleren, maar dat had hij gecompenseerd door veel te fietsen in eigen buurt. Hij zag er alleszins blakend van gezondheid uit. Alleen jammer dat hij zijn dochter, die in de UK woont, wellicht nog een tijd niet zal kunnen bezoeken. We namen alleszins afscheid met de belofte elkaar snel weer te zien.
Om vier uur in de namiddag was ons gebruikelijke virtuele teambabbelmomentje gepland. Mijn collega’s die op de werkvloer aanwezig waren, hadden een conference speakerphone gereserveerd, zodat we samen in een vergaderzaal (op anderhalve meter afstand, natuurlijk) met onze thuiswerkende collega’s konden babbelen. We waren net fijn in gesprek toen een vierde collega de vergaderzaal binnen stapte. Ik was nogal verbaasd, want ik was er niet van op de hoogte dat mijn collega die dag naar Brussel zou komen en had haar naam ook niet op de lijst met aanwezigen zien staan.
Mijn verbazing werd nog groter toen mijn collega opeens allerlei lekkernijen uit haar rugzak begon te toveren. Mijn collega’s hadden samen gelegd voor een cadeau om mij te feliciteren met het feit dat ik na twee en een half jaar de facto die functie uitgeoefend te hebben mij EINDELIJK officieel directeur van mijn team mag noemen. Ik ga jullie niet vervelen met heel de uitleg, maar het volstaat te zeggen dat het met eerder beperkt enthousiasme was dat ik tijdens de coronacrisis nog een soort van sollicitatieprocedure doorlopen heb. Maar eind goed, al goed. En ik moet zeggen, verdorie, die collega’s van mij kennen mij goed: een witte wijn en een fles champagne van Magnus, een bon voor Sud Sud Bistro en als dessertje een doosje pralines van Bittersweet. Ik ben met mijn gat in de boter gevallen!
Oja, mijn vriend heeft zich vanavond echt overtroffen met het avondmaal. Waar het Foodbag gerecht van gisteren eerder basic was, kon de witvis met gierst, courgette en kerstomaat zo als feestmaal dienen. Heel erg lekker én fotogeniek. Enkele foto’s van het wordingsproces: