Vroeger had ik de meest waanzinnige dromen. Tegenwoordig is dat anders. In de droomflarden die ik me nog herinner, spelen het werk en mijn collega’s steeds de hoofdrol. Niet dat ik geen toffe collega’s heb of zo, maar in mijn dromen word ik liever niet met werksituaties geconfronteerd. Daar heb ik overdag al genoeg mee te maken. Bring back de goeie oude vliegdromen!
dromen
Onbewuste stress?
‘t Zijn drukke tijden voor mij. Veel te veel te doen op het werk, ik hol van het ene naar het andere. Bovendien komt er binnenkort een reorganisatie aan, wat de nodige onzekerheid/ontevredenheid met zich meebrengt. Voeg daaraan toe: een ingestorte muur, een ongewenst voorzitterschap, een veel te drukke sociale agenda, baby’s die bezocht moeten worden, een gigantische fotoverwerkachterstand, twee nieuwe talen om onder de knie te krijgen, een examen rechten dat geblokt moet worden, een paar feestjes die georganiseerd moeten worden, teksten die geschreven moeten worden, enzovoort. En toch heb ik niet echt het gevoel dat ik de controle verlies. Het is druk, maar het gaat wel. Alles ok, ik voel me goed.
Mijn onderbewustzijn schijnt er echter een andere mening op na te houden. Vannacht ben ik weer in volle paniek wakker geschoten. Mijn hart klopte in mijn keel en het duurde zeker een kwartier voordat de adrenaline weggeëbd was en ik mij weer te slapen kon leggen. Ik weet niet meer wat er mij in mijn dromen zo’n schrik heeft aangejaagd, maar het zal niet fraai geweest zijn. En natuurlijk is mijn arme vriend ook wakker geworden door mijn luide jammerklacht. Mijn onderbewustzijn heeft last van stress. Wat doe je daar nu aan?
In mijn dromen vannacht
Heb ik drie verschillende mannen gekust en geen van die drie was mijn vriendje. Op het einde van de droom ben ik alles braaf gaan opbiechten tegen mijn vriendje. En weet je wat? Hij vond het niet eens erg. Heb ik geen droomvriendje? 😉
Droom
Vannacht vloog ik in mijn dromen. En daar ben ik heel gelukkig mee, want het moet jaren geleden zijn dat ik nog eens een vliegdroom had. Vroeger verkende ik droomgewijs wel vaker het luchtruim. De laatste jaren bleef ik helaas in mijn dromen met beide voeten op de grond. Dat er in mijn droom vannacht ook een kerkhof voorkwam, stoort me niet. ‘t Zal mijn morbide kantje wel zijn, want ik heb kerkhoven altijd rustgevende plaatsen gevonden.
Dromen
Vannacht heb ik weer heel wat afgereisd in mijn dromen. Dat er hier en daar een lijk en wat doodskisten aan te pas kwamen, probeer ik daarbij te vergeten. Die verhoogde droomactiviteit hangt ongetwijfeld samen met de naderende examens en de toenemende stress. Het is een halfjaarlijks wederkerend fenomeen.
In mijn dromen was ik eerst samen met mijn vriend in Schotland (waar ik ook in realiteit al ben geweest). Het had er gesneeuwd, maar nu was de sneeuw aan het dooien. Er is niets lelijker dan smeltende sneeuw. Daarna was ik met een hele grote groep vrienden en oud-studiegenootjes op stap in een museum in Stockholm (waar ik in realiteit nog nooit geweest ben). Het was een reusachtig groot museum, zo groot dat heel onze planning overhoop gegooid werd. Iedereen had honger, maar het einde van het museum was nog lang niet in zicht. En ik de reisleider maar troosten dat het niet zijn schuld was.
Blijkbaar ben ik niet de enige die last heeft van rare dromen. Mijn vriendje droomde deze nacht dat ik een baby ging krijgen en alles liep in het honderd. Hij moest nog vanalles regelen, we waren nog niet verhuisd en er liepen hem hopen mensen voor de voeten. Hij zei dat het een heel stresserende droom was.
En toen was ik stiekem een beetje blij met mijn reisdromen. Die doodskisten neem ik er wel bij. 😉
Germknödel
Het onderbewustzijn is iets vreemds. Vannacht heb ik gedroomd dat ik samen met wat oud-studiegenootjes op uitstap was in Brussel. Nuja, Brussel, in mijn droom was ik er stellig van overtuigd dat de stad waarin wij ons bevonden, Brussel was, maar die stad leek in niets op Brussel.
In mijn droom gingen we ‘s middags iets eten in een groot restaurant (moest wel, want we waren met een bende van zeker dertig mensen). Bleek dat de uitbaatster van dit restaurant alleen maar Duits sprak. Jawel, Duits in Brussel! Die vrouw doet een hele uiteenzetting in het Duits over wat er op het menu staat. Helaas verstond niemand van de anderen ook maar een woord Duits. Dus haalde ik mijn beste vertaalkunsten boven en legde aan mijn disgenoten uit wat de keuzes waren.
De specialiteit van het huis was schnitzel. Het nieuwste gerecht op de kaart, volgens de uitbaatster, was germknödel. Dus ik uitleggen dat germknödel een soort dikke deegbal is met in het midden confituur, meestal overgoten met vanillesaus en daarover zwarte zaadjes gestrooid.
Geen idee uit welke krochten van mijn onderbewustzijn die germknödel plotseling opgedoken is, maar ik denk dat het al meer dan tien jaar geleden is dat ik nog eens germknödel gegeten heb. Dat moet op skireis geweest zijn in Oostenrijk met mijn toenmalige beste vriendin. Ha, sweet memories.