Van Harrison Hot Springs naar Lac Le Jeune – 25 juli 2015

Wakker om 6u! Uitslapen zit er hier duidelijk niet in. We zijn weer bij de eersten aan het ontbijt en terwijl mijn vriend zijn valies pakte, ging ik stiekem wat fotootjes van de baden maken. Eigenlijk verboden, maar ik kan me niet voorstellen dat iemand er wakker van ligt als ik wat fotootjes maak als aandenken.

IMG_3812

We checken uit en laten dit toch ietwat teleurstellende resort (op de baden na, die waren geweldig) achter ons. We vertrekken met nog een paar druppels, maar daarna stopt het met regenen. De lucht is wel nog zwaar bewolkt, dus het is moeilijk in te schatten hoe lang het droog zal blijven.

IMG_3817

IMG_3819

IMG_3820

IMG_3829

Vandaag rijden we naar Lac Le Jeune. Onderweg houden we halt in het piepkleine dorpje Yale. Momenteel slechts 200 inwoners, maar ten tijde van de Fraser Canyon gold rush groeide dit dorp aan tot maar liefst 30.000 inwoners. Allemaal goudzoekers die hun geluk wilden beproeven bij het zoeken naar goud in de Fraser rivier. Het boeiende museum bood een blik op het leven van de goudzoekers met oude foto’s, werktuigen en reconstructies van tentenkampen. Nadat de goudzoekers hun biezen gepakt hadden, was het de beurt aan de (Chinese) spoorwegbouwers van de Canadian Pacific Railroad. Echt leuk museum voor zo’n klein stadje.

IMG_3842

IMG_3856

IMG_3862

IMG_3865

IMG_3866

IMG_3868

IMG_3869

IMG_3875

IMG_3884

IMG_3888

IMG_3890

Volgende halte op onze route: Hell’s Gate Overpass. Hell’s Gate is een smalle canyon van slechts 34 meter breed waardoor de Fraser rivier zich met bulderend geweld een weg baant. Je kan de kolkende rivier oversteken met een gondola die je naar de andere oever brengt. In de Connections brochure die ik samen met mijn gids als inspiratie gebruikte voor het plannen van deze reis had ik gelezen dat er ook een zipline zou zijn boven Hell’s Gate. Wellicht bedoelden ze daarmee de gondola, want van een zipline viel geen spoor te verkennen. Jammer, want ik zag me al met een rotvaart over de diepe kloof sjezen.

De gondola was iets minder avontuurlijk, maar toch ook plezant. En zeker niet geschikt voor mensen met hoogtevrees. Bij aankomst aan de overkant liepen we over de metalen hangbrug om foto’s te maken van het kolkende water. Behoorlijk indrukwekkend. Er stond ook een stevige wind, die de brug flink deed bewegen.

IMG_3917

IMG_3918

IMG_3919

IMG_3930

IMG_3932

IMG_3953

IMG_3960

IMG_3965

IMG_3970

IMG_3979

Het was ondertussen alweer etenstijd (langer in Yale blijven hangen dan gepland). We begaven ons naar de enige eetgelegenheid in de verre omtrek. de cafetaria van Hell’s Gate. Ik bestelde een salmon chowder en mijn vriend een zalmburger. Ik vond de chowder veel te zout. Geen succes. Tijdens het eten zaten we ons af te vragen wat die betonnen constructies beneden in de bedding van de rivier waren. Opwekking van elektriciteit werd al bijna meteen uitgeschakeld.

IMG_3950

Gelukkig vonden we het antwoord in het kleine vismuseum. Ten tijde van de aanleg van de Canadian Pacific Railroad kwam op 23 februari 1914 door een ontploffing een hele hoop steengruis in de rivierbedding terecht. De zo al smalle doorgang bij Hell’s Gate werd hierdoor nog lastiger te nemen door de zalmen die elk jaar stroomopwaarts naar hun geboorteplek terugkeren om daar kuit te schieten. Door dit desastreuze ongeval konden veel zalmen de nieuwe hindernis niet overwinnen en stierven ze ter plekke, ondanks pogingen om de zalmen te vangen en ze over de barrière te dragen. De zalmpopulatie is anno 2015 nog steeds niet op hetzelfde peil als voor de ramp.

In de loop der jaren ondernam men verschillende pogingen om de doorgang opnieuw makkelijker te maken voor de zalmen. Er werden ingenieuze systemen bedacht om de zalmen te vangen in grote opvangbakken, ze over te zetten en vervolgens weer vrij te laten aan de andere kant van de barrière. Omdat zalmen echter genetisch geprogrammeerd zijn om tegen de stroom in te zwemmen, zwommen ze terug de bak in waaruit ze net losgelaten waren. Uiteindelijk bood de bouw van fish ways (vistrappen) een oplossing. In de fish ways stroomt het water minder snel en kunnen de zalmen makkelijker stroomopwaarts geraken. In de loop der jaren werden er steeds meer fish ways bijgebouwd.

Als afsluiter van ons bezoek aan Hell’s Gate at ik een bananenfudge-ijsje. Terwijl ik van mijn ijsje genoot, schoot er pijlsnel een chipmunk voorbij. Alweer wildlife om van ons lijstje te schrappen.

IMG_7632

Vanaf Hell’s Gate is het drie uur rijden naar Lac Le Jeune. Onderweg krijgen we het ene na het ander fabuleuze landschap voorgeschoteld. We zien tegelijkertijd de temperatuur op de buitenthermometer van de wagen langzaamaan opklimmen. We stoppen verschillende keren onderweg om al de natuurpracht in ons op te nemen. Het valt ons op hoe op vele velden de sproeiers op volle toeren werken om de gewassen van het broodnodige water te voorzien.

IMG_4011

IMG_4013

IMG_4018

IMG_4027

IMG_4037

IMG_4050

IMG_4053

IMG_4058

IMG_4059

IMG_4071

Ook opmerkelijk zijn de schijnbaar oneindig lange vrachttreinen, vaak met wagons van twee containers boven mekaar. De treinen zijn zo lang dat de wagons door meerdere locomotieven voortgestuwd moeten worden.

IMG_4070

IMG_4072

Tijdens onze rit zien we regelmatig in de verte regenbuien hangen, maar wij blijven wonderwel rijden in de zon. Fantastisch.

Zo rond 18.40u komen we eindelijk aan Lac Le Jeune Resort. Een resort gelegen op een landtong tussen met elkaar verbonden meren. We worden ongelooflijk hartelijk welkom geheten en krijgen meteen het aanbod om de dag nadien gratis te upgraden naar een kamer met een mooier uitzicht. Daar zeggen wij natuurlijk geen neen tegen.

IMG_4074

IMG_4075

IMG_4078

Voor het avondmaal schuiven we aan bij het buffet van het hotel. Er is toevallig die avond een grote groep uit Malta in het hotel en wij belanden aan dezelfde tafel als de gids en de chauffeur van de groep. De Maltese gids is duidelijk niet al te opgezet met zijn groep en zit wat te grommelen tegen de chauffeur. We vernemen dat de gids jaarlijks met een groep Lac Le Jeune bezoekt. De chauffeur is een erg aimabele man die in Banff National Park woont. Hij is met pensioen, maar in de zomer rijdt hij groepen rond met de bus. Ik begrijp het niet helemaal, maar dit zou volgens hem een voorwaarde zijn om in het park te mogen wonen.

Het buffet is echt copieus. Zoveel keuze uit warme en koude gerechten. De rosbief is om duimen en vingers af te likken, maar het allerbeste is het dessert. een ongelooflijk heerlijke blueberrie pie.

IMG_7633

Niet lang na het avondmaal kruipen we in bed (weer twee aparte queen size bedden op de kamer, mijn vriend deed een klein vreugdedansje bij aankomst), vast van plan om de volgende dag vroeg op te staan om zoveel mogelijk wildlife te spotten.

Harrison Hot Springs – 24 juli 2015

Pech met het weer vandaag. Opgestaan met regen en afgaande op de weerberichten zit er niet veel verbetering aan te komen. We ontbijten uitgebreid met scrambled eggs en veel vers fruit. Het ontbijt is de belangrijkste maaltijd van de dag!

Normaal is regenweer voor mij een serieuze demper op de reisvreugde, maar nu maakt het me niet zoveel uit. We hebben vandaag immers een dagje relaxation in de hot pools ingepland. We trekken onze badjassen aan en trekken op verkenning in de zwembaden van het resort. Er zijn zowel binnen- als buitenzwembaden. We beginnen met het heetste bad binnen, kwestie van goed opgewarmd te zijn. Daarna verkassen we naar buiten. In een heet bad zitten terwijl het regent, is een erg bijzondere belevenis. We genieten.

Rond het middaguur vinden we het welletjes. Mijn vingers beginnen verrassend veel gelijkenis met een rozijn te vertonen en het water bevat niet alleen mineralen, maar ook chloor. Ik maak een afspraak voor een pedicure, want dat is ook alweer van Singapore geleden en ik loop hier meestal met flipflops of sandalen rond. Er is pas om 17u een gaatje in de agenda. Ik stem even af met mijn vriend. Het regent nog altijd (goed om de forest fires te voorkomen!), dus een wandeling of een activiteit op het meer zit er toch niet in. Afspraak geboekt.

Al dat relaxen is duidelijk goed voor het libido, want we hebben een stomende vrijpartij eens we terug op de kamer zijn. Van al dat vrijen krijgt een mens honger. We hebben echter niet veel zin om iets te eten in het resort dat naar onze goesting wat te pompeus is en gedateerd aanvoelt. TripAdvisor brengt ons bij The Hungry Chef. Ik eet een heerlijke falafel wrap en mijn vriend een veel te zware pasta. ’t Is niet dat we nog stevige wandelingen op het programma hebben.

IMG_7599 IMG_7597

Na de lunch keren we terug naar de kamer. Terwijl het buiten regent typ ik wat aan mijn reisverslagen en tripadvisor reviews. En zo vliegt de namiddag voorbij tot het tijd is voor mijn afspraak bij de pedicure.

Stipt om 17u zit ik met mijn voeten in een teiltje warm water, terwijl ik door het meisje dat mijn voeten onderhanden neemt, aan een spervuur van vragen wordt onderworpen. Of het mijn eerste keer in Canada is, of ik vaak reis, met wie ik reis, of ik kinderen heb, waar ik vandaan kom, waar België ligt, wat voor werk ik doe, of ik huisdieren heb, waar ik woon, wat ik nog ga doen deze trip,… Het meisje vindt al mijn antwoorden ‘awesome’. Ze vertelt dat ze zelf langs de kant van haar vader van Slovaakse afkomst is. Ik vraag of ze Slovaaks kan spreken, maar dat is niet het geval. Ondanks het feit dat haar vader en grootvader vroeger altijd Slovaaks met elkaar spraken, verstaat ze de taal niet. Ze is ook nog nooit in Slovakije geweest. Heel jammer vind ik dat.

Het valt me op dat de meeste Canadezen zich zeer open opstellen naar bezoekers toe. Al kan ik nooit helemaal goed thuis brengen of het welwillende praatje voortkomt uit oprechte vriendelijkheid en interesse dan wel bedoeld is om de fooi te verhogen. En dat vind ik eerlijk gezegd een beetje jammer. Ik ben niet zo’n fan van het systeem met fooien. Liever betaal ik een faire prijs voor de service waarvan de werknemer in kwestie dan een fair aandeel krijgt. Maar goed, ik heb het meisje een mooie fooi gegeven.

IMG_7606

Met mooi gelakte teennagels keer ik terug naar de hotelkamer, om mij klaar te maken voor het diner om 19u in The Copper Room. We hebben op voorhand een pakket geboekt waarin een diner was inbegrepen. Iedereen die ik al sprak in het hotel was laaiend enthousiast over dit restaurant, maar dit waren allemaal werknemers van het hotel en dus misschien contractueel verplicht tot enthousiasme.

The Copper Room legt zelfs een dress code op. Flipflops niet toegelaten, awoert! Om mijn kersverse nagellak niet te beschadigen, loop ik op blote voeten tot aan The Copper Room om dan snel enkele meters tot aan onze tafel te wandelen met mijn schoenen aan en ze onder tafel opnieuw uit te schoppen. Gelukkig zijn het tafels met lange tafelkleden.

The Copper Room wil een restaurant op hoog niveau zijn, maar schiet daarin toch te kort mijns inziens. Het ganse concept: live band die klassiekers uit de jaren 60 en 70 speelt, tafeltjes geschikt rond de dansvloer, doet voor mij net iets te gedateerd aan. En het eten was ok, maar eerlijk, ik heb al beter (en goedkoper) gegeten deze trip. Het is allemaal wat fantasieloos. En daar kan zelfs de champagnecocktail en het glas uitstekende witte wijn niets aan veranderen.

De oudjes op de dansvloer laten het echter niet aan hun hart komen en zetten hun beste dansbeentje voor. Ik pleit nog even bij mijn vriend om ons aan een rock’n roll te wagen, maar daarvoor was de rusty nail toch niet straf genoeg.

Na de driegangenmaaltijd sluiten we de dag af in de hot pools. De avond valt, de lichtjes in de tuin gaan aan, het water is heerlijk warm. Fantastisch!

Wanneer we om 22.30u naar bed gaan regent het nog steeds. Hopelijk morgen beter weer!

Van Victoria naar Harrison Hot Springs – 23 juli 2015

Geslapen tot 6.45u en maar één keer wakker. Hoera voor de aparte bedden die duidelijk een belangrijke bijdrage leveren aan onze slaapkwaliteit! Misschien moeten we dat thuis ook invoeren. 😉 Naar goede gewoonte zitten we vroeg aan het ontbijt. Tijdens het verorberen van onze scrambled eggs zien we beelden van bosbranden op de tv passeren. De zomerdroogte laat zijn sporen na. We kunnen alleen maar hopen dat wij op onze trip niet te veel last van bosbranden zullen hebben.

Na het ontbijt trekken we Victoria in. Victoria is een absoluut charmant stadje met een rijke geschiedenis, gelegen aan een mooie haven met veel historische gebouwen. Echt helemaal my cup of tea. We wandelen langs de haven, wuiven naar een grote ferry die de haven invaart en belanden, na gekeken te hebben wanneer er een rondleiding is in de British Columbia Parliament Buildings, in de tuin van het Royal British Columbia Museum, waar we een kleine maar fijne collectie totempalen kunnen bewonderen. Het museum zelf laten we links liggen, we hebben niet zoveel tijd op Victoria en we willen profiteren van het schitterende weer.

Victoria blijkt trouwens helemaal onze cup of tea te zijn, meer dan Vancouver. Heel mooie stad, met statige, oude gebouwen, een interessante geschiedenis en prachtig gelegen aan het water. Jammer dat we deze stad vandaag alweer achter ons moeten laten, ik had hier gerust een paar dagen langer willen blijven.

IMG_3567

IMG_3569

IMG_3571

IMG_3577

IMG_3578

IMG_3583

IMG_3585

IMG_3587

IMG_3590

IMG_3596

IMG_3607

IMG_3608

IMG_3612

In de tuin van het museum spot mijn vriend een wasbeer. Beetje bizar om zo’n diertje in het midden van de stad aan te treffen. Veel trekt het zich niet van ons aan. Wat mij de gelegenheid geeft om hem op mijn gemak te fotograferen.

IMG_3629

IMG_3639

Doordat we een beetje te lang bezig geweest zijn met het fotograferen van de wasbeer, moeten we lopen om de guided tour van 10.30u in de British Columbia Parliament Buildings te halen. Wanneer we daar een beetje puffend aankomen, blijkt er helemaal geen rondleiding te zijn. Vreemd, want ik ben er zeker van dat er nog geen uur geleden stond van wel. Nu, geen probleem, je kan ook zonder rondleiding het gebouw bekijken. Volledig gratis bovendien. Echt de moeite, het interieur is schitterend en je krijgt meer inzicht in de geschiedenis van BC, waar het statige Victoria de hoofdstad van is. De stad Victoria is genoemd naar de Britse Queen Victoria, de toenmalige koningin van British North America. De huidige Queen Elizabeth is trouwens nog steeds koningin van Canada. We werpen een blik op de vergaderzaal van de Legislative Assembly of British Columbia en luisteren stiekem mee naar de uitleg van een als Queen Victoria verklede gids. Aanrader!

IMG_3643

IMG_3644

IMG_3649

IMG_3656

IMG_3661

IMG_3669

We lopen verder naar het gezellige Bastion Square waar allerlei kraampjes staan opgesteld. We nemen even een kijkje in The Bay Centre, een prachtig winkelcentrum van verschillende verdiepingen. We informeren of er zich ergens een drug store in het gebouw bevindt, maar daarvoor is het een beetje te chic. Gelukkig vinden we een huizenblok verder een Shoppers Drug Mart alwaar ik anti-insecten spray koop en een crème om de beten te behandelen, want de muggen hebben mij ondertussen al goed te pakken gehad.

IMG_3684

IMG_3686

IMG_3688

IMG_3689

Lunchen doen we op het terras van The Docks in het zonnetje met uitzicht op de haven. We zien zelfs een visser terugkeren van de vangst en op zijn gemak zijn vissen fileren. Ik bestelde Albacore Tuna en mijn vriend de Wild BC Salmon Wellington. Mijn gerecht ziet eruit als een plaatje en het smaakt even lekker als het eruit ziet. Mijn eerste glas BC witte wijn smaakte naar meer, dus kan ik de verleiding om een tweede glas te bestellen niet weerstaan. Mijn vriend gaat voor een tweede biertje. Hij doet zijn best om tegen het einde van de reis alle lokale bieren geproefd te hebben. 😉

IMG_7576

IMG_7577

Na de lunch zetten we onze tocht verder naar Marquet Square. Een collega die net zoals wij veel reist, heeft mij gevraagd de groeten te doen aan de uitbaters van Wannawafel, een wafel- en ijszaak uitgebaat door een Vlaams koppel dat vele jaren geleden naar Canada gemigreerd is. We stellen ons voor aan de dame die er het meest Vlaams uit ziet. Meteen raak. We hebben een fijn gesprek. Ik eet nog een ijsje op het terras en mijn vriend drinkt een koffie. Jammer dat er net werken in de buurt aan de gang zijn waardoor we de ganse tijd gestoord worden door een bijzonder irritant geluid.

IMG_3692

IMG_3695

IMG_3702

IMG_3704

We kijken nog even rond op Marquet Square en lopen dan op het gemak terug naar het hotel. Tijd om te vertrekken naar onze volgende bestemming. We rijden met de auto nog even langs de hoogste totempaal ter wereld en nemen dan noodgedwongen afscheid van Victoria. Dit bezoek was werkelijk veel te kort. We zullen nog eens moeten terugkomen.

IMG_3726

Om terug te keren naar het vasteland nemen we de veerboot van Swartz Bay naar Tsawwassen. Een andere route dan op de heenweg, kwestie van niet twee keer dezelfde ferry te nemen. Dit keer hebben we geen reservatie gemaakt en nu gaat alles vlekkeloos. De overtocht is nog mooier dan de vorige. Op een bepaald moment varen we door een smalle vaargeul tussen twee eilanden door. Net voordat we van boord rijden, stap ik nog even uit de wagen om te zien of je vanaf het voertuigendek  iets van de haven ziet. Er staat nog iemand naar buiten te kijken en de heer in kwestie beweert enkele minuten geleden orca’s gezien te hebben. Ik betwijfel het, eerlijk gezegd, maar het is mogelijk. Al zie ik natuurlijk helemaal niks.

IMG_3738

IMG_3740

IMG_3742

IMG_3745

IMG_3748

IMG_3753

IMG_3760

IMG_3764

IMG_3771

IMG_3777

IMG_3784

IMG_3793

Van Tsawwassen rijden we door naar Abbotsford. Over Abbotsford heb ik niet veel te vertellen buiten het feit dat ze daar een uitstekende Vietnamees hebben die heerlijke noedelsoep serveert. Hoera voor noedelsoep!

IMG_7582

We komen vrij laat aan in Harrison Hot Springs Resort, vooral bekend om wille van de hete baden. Het is een gigantisch resort prachtig gelegen aan de oever van een meer. Onze kamer valt echter op het eerste gezicht tegen. Klein, afgeleefd en niet helemaal proper. We trekken er ons niet al te veel van aan en kruipen linea recta in bed. Vermoeid na een fijne dag.

Van Vancouver naar Victoria – 22 juli 2015

Helaas, een lange nachtrust is mij niet gegund. Om stipt 5u moet ik naar het toilet en kan ik de slaap niet meer vatten door het gekoer en gekras van die stomme duiven. Enfin, het voordeel is dat we stipt om 6.30u aan het ontbijt zitten en dat we nog geen half uur later al onderweg zijn naar de Capilano Suspension Bridge.

Soms loont vroeg opstaan echter niet. We zijn gewoonweg een half uur voor openingstijd (8.30u!) ter plaatse. De gigantische parking is op onze auto na volledig leeg. Een nieuwe ervaring, toch wel. Doordat we zo vroeg zijn, zijn we wel de grote massa voor en kunnen we vrijwel ongestoord genieten van het prachtige regenwoud met de Douglas-fir trees. De majestueuze oude bomen zijn magnifiek. De wandeling over de bruggen tussen de boomkruinen is onvergetelijk.

IMG_3303

IMG_3306

IMG_3317

IMG_3325

IMG_3338

De wandeling over de Capilano Suspension Bridge zelf is ook een fenomenale ervaring. 137 meter lang en 70 m hoog boven de rivier hangen we te wiebelen. We voelen ons echter geen moment onveilig, wetende dat in de winter van 2006 één van die eeuwenoude dennenbomen (91,4 meter hoog en 93.000 pond zwaar) met zijn volle gewicht op de brug terecht is gekomen zonder dat deze de geest gaf. Het verwijderen van de boom bleek een huzarenstukje. De boom moest heel voorzichtig stukje voor stukje verwijderd worden, om de vermijden dat de restanten van de boom samen met de opruim-crew opeens in de lucht zouden gekatapulteerd worden.

IMG_3357

IMG_3363

IMG_3381

Na de wandeling laten we ons verleiden tot de aanschaf van twee stukken fudge. Heel zoet en smeuïg. Ik durf er niet aan te denken hoeveel calorieën we zo op korte tijd naar binnen gespeeld hebben, maar het was geweldig lekker.

IMG_3376

We rijden verder naar Horseshoe Bay waar we rond 11.30u aankomen. Mooi op tijd voor de ferry van 12.50u. We besluiten nog snel iets te gaan eten in Troll’s, een aangename pub in Horseshoe Bay. Mijn zalm is uitstekend, de burger van mijn vriend ook. En de toiletten waren erg proper.

IMG_3400

De leuke lunchstop blijkt echter een kapitale fout. We hebben er geen rekening mee gehouden dat we vanuit Horseshoe Bay maar liefst 15 minuten moeten rijden om bij de ferry te geraken. We rijden binnensmonds vloekend het vertrekpunt van de ferry voorbij waar we de auto’s zien aanschuiven. Er is echter geen enkele mogelijkheid om een shortcut te nemen, wij moeten helemaal rond rijden. Tot onze grote frustratie missen we de checkin tijd voor de ferry (12.20u) op vijf minuten na. Door onze eigen domme schuld. Is ons eerlijk waar nog nooit overkomen. Dik balen dat we onze reservation fee kwijt zijn en nog tot 14.30u moeten wachten op de volgende ferry. En we hebben al zo weinig tijd in Victoria. Ik ben vooral boos op mezelf omdat ik de tijd niet strenger bewaakt heb.

Enfin ja, gedane zaken maken geen keer. We schuiven aan in de rij en ik laat me verleiden tot de aanschaf van een bakje blueberries, mijn favoriete fruit, dat hier in Canada in overvloed aanwezig is. Wat op het eerste zicht een klein bakje lijkt, is een gigantische hoeveelheid blauwe bessen. En dat voor maar 5 dollar! We hebben alleszins genoeg proviand voor de overtocht naar Vancouver Island.

IMG_7554

Bij het tergend lange wachten op de volgende ferry, merken we dat bij aankomst in Horseshoe Bay beter direct de wachtrij voor de ferry waren ingereden. Er is immers een mogelijkheid om via een voetgangersbrug te voet naar Horseshoe Bay te gaan zonder gigantische omwegen te moeten maken. Dat weten we dan weer voor de volgende keer.

De bluerries hadden mijn humeur al een beetje opgekrikt, de boottocht doet de rest. Onder een stralende zon varen wij naar Victoria, we hebben een tafeltje bemachtigd op het bovenste dek en genieten van de zon op ons gezicht. In de verte kunnen we de skyline van Vancouver bewonderen die langzaam uit het zicht verdwijnt. 1 uur en 40 minuten later rijden we aan wal in Nanaimo op Vancouver Island.

IMG_3403

IMG_3412

IMG_3424

IMG_3429

IMG_3432

IMG_3446

We willen het liefst de snelwegen vermijden om meer van de omgeving te zien, maar zien nergens bordjes die ons naar een scenic route leiden. Punten voor Schotland waar de scenic routes wel altijd mooi aangegeven stonden. We rijden langs Chemainus waar sommige huizen beschilderd zijn met grote muurschilderingen die meer vertellen over de geschiedenis van deze plek. Het is een beetje zoeken naar de huizen met de schilderingen. Sommige straten rijden we wel drie keer op en af voordat we er eentje ontdekken. Mooi initiatief, die muurschilderingen, een plannetje en wat bordjes om aan te geven welke huizen beschilderd zijn, zou nog mooier zijn. In totaal slagen we er toch in zo’n 15 muurschilderingen te ontdekken.

IMG_3465

IMG_3469

IMG_3472

IMG_3476

IMG_3477

IMG_3481

Ons voornemen indachtig om de snelwegen te vermijden, proberen we met de hulp van google maps zo dicht mogelijk de kustlijn van Vancouver Island te volgen. Heel indrukwekkend zijn de grote zagerijen langs de kust. We komen langs mooie plekjes, maar zien ook veel vervallen huizen, met autowrakken en rommel in de tuin. Canada is toch niet zo welvarend als ik gedacht had. En het lijkt erop (voorzichtig geformuleerd, want gebaseerd op mijn eigen waarnemingen) dat het percentage van mensen in armoede heel wat hoger ligt bij de First Nations dan bij de blanke bevolking.

Tegen het avondmaal komen we aan in de Embassy Inn in Victoria, waar we een mooie kamer toegewezen krijgen met twee queen size bedden. Dit tot grote vreugde van mijn vriend die al uitkijkt naar een ongestoorde nachtrust. Naar het schijnt ben ik nogal een onrustige slaper en in smalle bedden gebeurt het al wel eens dat ik ’s nachts mijn vriend per ongeluk een klop of een duw verkoop. Om nog maar te zwijgen van mijn nachtelijke toiletbezoekjes.

We eten sushi als avondmaal bij Sushi Matsuri, een sushizaak uitgebaat door Koreanen. Het smaakt mij geweldig. En ja, ik weet dat sushi niet echt tot de typisch Canadese keuken behoort, maar als er zoveel sushizaken zijn, is he moeilijk om aan de verleiding te weerstaan.

IMG_7565

IMG_7559

Na het avondmaal lopen we vanaf ons hotel een paar honderd meter verder naar de British Columbia Parliament Buildings. Het is net het begin van het blauwe uurtje en ik positioneer mij met mijn statief naast twee oudere mannen die met gezonde afgunst naar mijn toestel en lens kijken. Ik leef me uit met foto’s te maken van de met gloeilampen verlichte gebouwen tegen een prachtig donkerblauwe achtergrond. Postkaartwaardig.

IMG_3524

IMG_3555

IMG_3561

Het was een vermoeiende dag en de jetlag is nog niet volledig verteerd, dus kruipen we mooi op tijd in bed.

Museum of Anthropology, Queen Elisabeth Park en VanDusen Botanical Garden – 21 juli 2015

Wakker om 5.30u. Er is verbetering in zicht! Het weer is alweer helemaal omgeslagen. Het regent. Al kan ik me voorstellen, gebaseerd op het vele rosse gras dat we gisteren zagen, dat de mensen in Vancouver erg blij zijn met deze paar druppels regen.

Na het ontbijt is het gestopt met regenen, maar we nemen voor de zekerheid toch maar een regenjas mee. We kopen een dagpas voor de bus in de drug store vlakbij ons hotel en nemen de bus naar het UBC Museum of Anthropology. We stappen af op de campus van de University of British Columbia. Die regenjas bleek lichtelijk overbodig te zijn, want de grijze wolken hebben plaatsgemaakt voor een stralend zonnetje. Mooie campus, trouwens, schitterend gelegen in het groen.

IMG_2956

IMG_2960

IMG_2962

IMG_2967

IMG_2968

Naar goede gewoonte zijn we voor openingstijd bij het museum. Nog tien minuutjes wachten en dan mogen we binnen. Het UBC Museum of Anthropology is een absolute aanrader. Ik ben zwaar onder de indruk van de collectie totempalen. Erg indrukwekkend om tussen de fantastische kunstwerken van de First Nations rond te lopen. Tegelijktijd straalt dit museum iets van schuldgevoel uit. Veel van de schitterende cultuur van de First Nations werd in het verleden verboden. De Canadese overheid voerde een bewuste politiek van assimilatie door kinderen weg te nemen uit hun gezinnen, op internaat te sturen en hen in te prenten dat hun cultuur verkeerd was.

Sommige artefacten in het museum mogen volgens de gebruiken van de First Nations eigenlijk niet tentoongesteld worden, maar dit wordt getolereerd opdat de huidige generatie First Nations kunstenaars kunnen leren van de kunstwerken uit het verleden. Al bestaat hier toch wat controverse over. Tijdens de rondleiding beklemtoont de gids dat het museum veel samenwerkt met First Nations kunstenaars, maar het blijft een lastige evenwichtsoefening.

IMG_2983

IMG_2991

IMG_3001

IMG_3011

IMG_3015

IMG_3022

IMG_3046

IMG_3048

Wat dit museum verder nog bijzonder maakt, is de open storage ruimte. In het hart van het museum ligt een opslagplaats waarbij alle artefacten achter glas zichtbaar zijn. Vele musea stellen slechts een percentage van hun collectie tentoon. De rest wordt opgeslagen in een depot dat niet toegankelijk is voor bezoekers. Open storage lost dat probleem op. Je kan gans de collectie bekijken, maar er is wel geen uitleg voorzien per object.

IMG_3055

IMG_3056

IMG_3060

We eindigen de rondleiding in de rotonde waar een schitterend kunstwerk pronkt van Bill Reid: De raaf en de eerste mensen uit 1980. Het beeld is een interpretatie van een Haidamythe en stelt de sluwe raaf voor die de mensheid uit een grote schelp de wereld probeert in te lokken. Bill Reid sneed niet alleen veel totempalen hij maakte ook prachtige juwelen met motieven die verwijzen naar de First Nations.

IMG_3063

IMG_3066

Mijn vriend en ik zijn zo enthousiast over het museum dat we ons ook aansluiten bij de rondleiding van 12.30u doorheen de tijdelijke tentoonstelling ‘Portugal. Heaven, hell and somewhere in between’. Het Museum of Anthrophology ziet zijn missie ruimer dan enkel het tonen van First Nations kunstwerken, het wil volkskunst vanuit heel de wereld tonen door middel van tijdelijke tentoonstellingen. Ik moet zeggen dat ik aangenaam verrast was door de Portugese tentoonstelling. Vooral de prachtige poppen uit het figurentheater en de politiek geïnspireerde werken spraken mij aan.

IMG_3083

IMG_3084

IMG_3088

IMG_3097

IMG_3101

Aangezien het aanbod in het museumcafé ons niet echt inspireerde, besluiten we ons geluk te wagen bij Sage Bistro op een paar minuten wandelen van het museum. Het café bevindt zich op een prachtige locatie met een schitterend uitzicht. Spijtig genoeg waren alle tafeltjes op het terras buiten volzet. We krijgen gelukkig een tafeltje toegewezen vlak aan het raam waardoor we toch van het uitzicht kunnen genieten. We bestellen allebei een visgerecht. Het eten zag er fantastisch uit, maar de smaak is eerder middelmatig. Beide vissen zijn te droog. Onze verwachtingen worden niet ingelost.

IMG_7536

IMG_7538

Na ons middagmaal keren we terug naar het museum voor een wandeling in de tuin waar twee traditionele First Nations houten bouwsels staan. Eén van de twee is een traditioneel familiehuis waarin we een korte uitleg van een gids krijgen. We merken dat de temperatuur ondertussen flink gestegen is, iets waar we geen van beiden echt op gekleed zijn. Ik kan nog een topje uitspelen, maar mijn vriend zweet zich kapot in zijn jeansbroek.

IMG_3108

IMG_3115

IMG_3117

IMG_3120

IMG_3124

We nemen de shuttle van het museum terug naar de bushalte van de universiteit en nemen vervolgens de bus naar het Queen Elisabeth Park (die buspas moet renderen, he). Eens in het park realiseren we ons dat we mijn anti-muggenstick kwijt zijn. Waarschijnlijk op de bus uit het zijzakje van het fototoestel gerold. Dikke ramp, want de muggen hebben mij die paar momenten dat ik niet ingesmeerd was al flink te pakken gehad.

Het Queen Elisabeth Park is prachtig. We genieten van het uitzicht op Vancouver (het park bevindt zich op het hoogste punt van Vancouver) en kopen een organische limonade om de dorst te lessen. Heerlijk verfrissend! In het park bevindt zich het Bloedel Conservatory, een grote tropische volière met schitterende vogels en planten. We weten niet waar eerst kijken.

IMG_3140

IMG_3144

IMG_3158

IMG_3161

IMG_3164

IMG_3178

IMG_3191

IMG_3201

IMG_3222

IMG_3223

IMG_3230

IMG_3234

IMG_3239

IMG_3244

Op wandelafstand van het Queen Elisabeth Park ligt de VanDusen Botanical Garden. Voordat we het park gaan verkennen tanken we even bij op het zonnige terras van Café Truffels. Het is erg warm, wat extra vocht is welkom. Net zoals in de US krijg je in Canada bij elke maaltijd of elk drankje dat je bestelt een gratis glas water (en zelfs refills) aangeboden. Ik zou het enorm appreciëren, mocht deze gewoonte ook ingang vinden in België. De in het groot geafficheerde mimosa die ik bestelde aan de toog, blijkt helaas uitverkocht, dus bestel ik in de plaats een glaasje wijn uit B.C. Correct dat het prijsverschil kwijtgescholden werd, aan de bar had men immers moeten signaleren dat de mimosa uitverkocht was. Het is zo heerlijk op het terras dat we onszelf een schop onder ons gat moeten geven om overeind te komen.

Het Queen Elisabeth Park is mooi, maar de VanDusen Botanical Garden overtreft alles. Zonder overdrijven één van de mooiste botanische tuinen die ik al bezocht heb in mijn leven. Door het iets te lang uitgelopen drankje hebben we eigenlijk te weinig tijd om alles rustig op ons gemak te bezoeken. Een beetje op een drafje volgen we de self guided tour door het park, waarbij het ons opvalt hoe droog alles is. Gelukkig hebben de talrijke eekhoorns (grijze, zwarte en rode) niet al te veel last van de droogte. In de helft van de wandeling komen we een enthousiaste man tegen die ons een foto toont die hij zonet gemaakt heeft van een coyote. Hoe cool zou het zijn om dit beest zelf tegen het lijf te lopen. We schatten de kans daarop niet al te hoog in. Maar kijk, het geluk is aan onze kant, een coyote loopt op zijn dooie gemak over het pas gemaaide grasveld en blijft mooi staan om te poseren voor de foto.

IMG_3255

IMG_3260

IMG_3266

IMG_3270

IMG_3277

IMG_3278

IMG_3280

IMG_3292

IMG_3301

Om 19.45u, een kwartier voor sluitingstijd, beëindigen we onze wandeling. We twijfelen. Echt groot is de honger nog niet omdat we ’s middags vrij laat aten. We besluiten een bus richting de luchthaven te nemen alwaar we onze huurauto moeten ophalen en onderweg te stoppen voor eten. Helaas bij de busstop waar we afstappen zijn niet veel aanvaardbare eetgelegenheden te bespeuren. Dan maar verder naar de luchthaven met de bus en vervolgens de trein. Stom trouwens dat we helemaal terug naar de luchthaven moeten voor de huurwagen. Toen ik de auto boekte voor onze trip via rentalcars.com was dit echter de enige optie. Een verhuurlocatie dichter bij ons hotel behoorde niet tot de mogelijkheden. Slecht gepland, ik geef het toe.

Om 21.15 komen we aan in de luchthaven en handelen we de administratieve rompslomp af die nu eenmaal bij een huurwagen hoort. We maken de fout om niet simpelweg iets te eten op de luchthaven, maar te hopen onderweg iets tegen te komen. Uiteindelijk zitten we om 22u aan tafel bij Chinees restaurant House of Canton, zowat het enige restaurant dat nog klanten wil bedienen op dit uur. Honger is de beste saus, zeggen ze, het eten is simpel, maar de porties zijn groot en het smaakt mij.

Het is nog een kleine uitdaging om onze huurwagen veilig in de parkeergarage van ons hotel te parkeren, maar na dit huzarenstuk tot een goed einde gebracht te hebben, kunnen we om 23u uitgeput in bed kruipen.

Eerste dag in Vancouver – 20 juli 2015

Na een onrustige nacht waarin ik het gekras van duivenpoten op de airco-installatie buiten even aanzag voor het geluid van rondkruipende ratten in onze slaapkamer, werd ik om 4.30u wakker. Natuurlijk slaagde ik er niet meer in in slaap te vallen en was het wachten tot het een aanvaardbaar uur was om op te staan (5.45u). We openden de gordijnen en werden verwelkomd door een stralend zonnetje.

Om 6.30u stipt zaten we aan het continental breakfast van ons Best Western Plus Uptown Hotel. Het ontbijt stelde niet veel voor. Ik beperkte me dan ook tot een soort eierkoek, een banaan en een potje yoghurt. Ook een manier om afwas te besparen: er waren enkel wegwerpborden en -bekers voorhanden. Tss.

De zon die ons bij het opstaan verwelkomde, had helaas na het ontbijt plaats gemaakt voor dikke, grijze wolken. Gelukkig regende het niet en zou het volgens de voorspellingen ook droog blijven. Ons hotel bevond zich een flink eind van het historische centrum van Vancouver, maar we hadden alle tijd om te voet naar ginder af te zakken. Op het gemak wandelden we langs het Science World Museum om uit te komen bij de Dr. Sun Yat-Sen Classical Chinese Garden. Deze tuin zou echter pas om 10u open gaan en het was nog maar 9.30u (vroeg opstaan, heeft soms ook nadelen. Gelukkig lag vlak naast deze ommuurde tuin een tweede Chinese tuin die wel al open was en vrij te bezoeken was.

IMG_2597

IMG_2605

IMG_2607

We liepen op ons gemak rond in de tuin en merkten voor het eerst met eigen ogen op dat BC met droogte kampte. De watersproeiers werkten op volle kracht om al de dorstige planten van water te voorzien.

IMG_2609

IMG_2624

IMG_2627

IMG_2641

Om tien uur stipt kochten we een kaartje voor de Dr. Sun Yat-Sen Classical Chinese Garden. Deze tuin was in 1986 de eerste klassieke Chinese tuin in Mingstijl die buiten China werd aangelegd. Om de tuin aan te leggen werden 53 Chinese werklieden naar Vancouver gehaald die de tuin geheel volgens de traditionele technieken aanlegden. Dat wil zeggen dat er enkel traditionele werktuigen gebruikt werden, dat alle gebouwen zonder nagels in mekaar gezet werden en dat geen elektrische hulpmiddelen gebruikt werden. Een knap werkstuk.

Gans de tuin is ingericht volgens de taoïstische principes van yin en yang. Elk venster, elke steen, elke plant heeft een betekenis. Erg knap. Zeker een bezoek waard! Het is de moeite om de gratis gegidste rondleiding te volgen voor een goed begrip van wat je te zien krijgt. We sloten de wandeling af met een kopje Chinese thee en oefenden nog wat op onze kanji (de Japanners hebben de Chinese karakters overgenomen, dus de kanji die een concreet concept voorstellen, zoals mens of water of boek, kunnen wij ook in het Chinees begrijpen).

IMG_2653

IMG_2662

IMG_2669

IMG_2680

IMG_2687

IMG_2697

In de gift shop kochten we nog twee mooie boekjes voor het dochtertje van onze vrienden die we in Chicago gaan bezoeken. Het meisje is Chinees-Belgisch, maar geboren in Amerika. Een boekje met een klassieke Chinese legende geschreven in zowel het Chinees als het Engels leek ons daarom wel geschikt. Het andere boekje was in het Engels, maar ging over haar Chinese sterrenbeeld (paard). Hopelijk zijn de ouders er blij mee. Het dochtertje zelf is nog iets te klein om te kunnen lezen. 😉

Na dit fijne bezoek was het tijd voor de lunch. Het was nog geen twaalf uur, maar door het vroege ontbijt rammelden onze magen al. We lunchten in de Chinese bakkerij/restaurant, New Town. Zo’n typische plek waar je heel snel je eten krijg en vooral niet te lang moet blijven zitten. Mijn noedelsoep met wonton en visballetjes was trouwens uitstekend. Ik denk dat ik een kleine verslaving aan het kweken ben. 😉

IMG_7503

IMG_7507

Na deze superefficiënte lunch wandelden we verder richtig de haven van Vancouver. Je leest altijd dat Vancouver steeds in de top drie van de meest leefbare steden ter wereld staat, maar op onze wandeling kwamen we verrassend veel bedelaars, mentaal onstabiele mensen, daklozen en verslaafden tegen. We zagen mensen die met hun ganse hebben en houden op straat sliepen en die duidelijk de sporen van een verslaving op hun lichaam droegen. In Leuven hebben we ook wel een paar vreemde snuiters rondlopen die tegen zichzelf praten, maar hier leek het alsof ze een ganse bus met vreemde types afgedropt hadden. Ik schrok er toch wat van. Deze duidelijk zichtbare armoede en miserie, geconcentreerd rond een paar straten, stemde helemaal niet overeen met het beeld dat ik van Vancouver had.

IMG_2701

IMG_2702

IMG_2710

We wandelden via de haven langs Portside Park met als uiteindelijke doel Canada Place. Op de één of andere manier lukte het ons echter niet om vanop de weg waarop wij liepen (Waterfront Road) op Canada Place te geraken. We zaten een niveau onder het plein, maar zagen nergens een mogelijkheid om op het plein te geraken, tenzij ergens via een leveranciersingang. Aan de andere kant was het wel fascinerend om te zien langs welke weg de gigantische cruiseschepen die aanmeren op Canada Place bevoorraad werden.

Op zich stoorde dit helemaal niet, want we kwamen uiteindelijk uit bij het mooie Harbour Green Park. We wandelden langs de mooie esplanade langs het water en lazen met interesse de borden met informatie over de geschiedenis van Vancouver. Een geschiedenis die niet altijd even fraai is. Lees er maar even het trieste verhaal van de Komagata Maru op na. We liepen verder langs het Vancouver Convention Center, twijfelden nog even over een rondvlucht met een watervliegtuig, maar besloten het dan toch niet te doen.

IMG_2716

IMG_2722

IMG_2724

IMG_2726

IMG_2732

Bij Canada Place vergaapten we ons aan de reusachtige cruiseschepen. We zagen een Disneycruiseschip aangemeerd liggen (zouden die mensen niet gek worden van elke dag naar dezelfde Disney-melodietjes te luisteren?) en waren getuigen van een evacuatie-oefening op een Noors schip. Genoeg alvast om mij te doen besluiten dat zo’n cruise eerder iets is voor de heel verre toekomst.

IMG_2756

IMG_2764

IMG_2767

IMG_2776

IMG_2784

IMG_2793

IMG_2804

IMG_2811

IMG_2814

In het Waterfront Station, een mooi 19-de eeuws gebouw van de Canadian Pacific Railroad kochten we een SIM-kaart voor de gsm van mijn vriend. De SIM-kaart die we van vrienden kregen, bleek helaas niet te passen in zijn gsm. Spijtig. De meneer die ons de SIM-kaart verkocht was erg vriendelijk en hulpvaardig. Terwijl de meneer zijn best deed om de dataconnectie aan de praat te krijgen, kocht ik mij een kale berry crush smoothie (verse boerenkool, aardbeien, frambozen, veenbessensap en appelsap). Kwestie van ook een beetje mee te zijnet de ganse boerenkool hype.

IMG_2833

IMG_2836

IMG_2838

IMG_2843

Terug buiten stootten we op een wel heel bijzondere bagpiper. Een moderne interpretatie, zullen we maar zeggen. Vervolgens werd onze wandeling onderbroken omdat ik een cute t-shirt van de Royal Canadian Mounted Police had gespot voor mijn petekindje. Het eerste souvenir is een feit.

Een paar meter verder werd er alweer een pauze ingelast bij de Steamworks Brewing Co. Mijn vriend wilde graag enkele van hun biertjes proeven en een glaasje wijn uit BC zou mij ook wel smaken. Wij zaten buiten op het terras omdat de zon ondertussen met volle kracht was doorgebroken. Een bezoekje aan het toilet gaf mij de mogelijkheid om binnen een blik op de zaak te werpen. Prachtig interieur en gigantisch groot. Plaatselijk gebrouwen bier is duidelijk populair in Canada.

Na deze aangename tussenstop begonnen we aan onze wandeling door Gas Town. De omschrijving in mijn gids had bij mij echter verwachtingen gewekt die niet ingelost werden. Gezellig vond ik dit historische centrum niet echt, daarvoor reden er veel te veel auto’s. We kwamen langs een lange rij souvenirwinkels, wat de authenticiteit niet ten goede kwam. Wat mij niet tegenhield om een een kerstbal te kopen voor de mama van mijn petekindje en een glaasje van de stad Vancouver voor onszelf.

IMG_2855

IMG_2868

IMG_2870

IMG_2874

De stoomklok vond ik wel leuk, maar over het algemeen was ik behoorlijk underwhelmed door Gas Town. We liepen terug naar de Harbour Centre Tower die met zijn 177 meter een prachtig uitzicht op de omgeving bood. In de verte konden we Mount Baker zien en gans Vancouver baadde in een prachtig avondlicht. Denk dat ik een paar gig aan foto’s genomen heb. 😉

IMG_2885

IMG_2887

IMG_2891

IMG_2901

IMG_2916

IMG_2919

IMG_2920

IMG_2921

IMG_2938

IMG_2940

Na de lift terug naar de begane grond genomen hebben, dachten we snel iets te eten in de Food Court van de Harbour Centre Tower, maar deze bleek maar tot 19u open te zijn. We hadden niet meer veel fut om iets in het centrum te zoeken en besloten de bus naar ons hotel te nemen en daar in de buurt iets te gaan eten. Op de bus bleek dat je enkel met muntstukken kon betalen. Uiteraard hadden wij te weinig muntstukken, omdat we ’s namiddags al ons kleingeld aan de originele bagpiper gegeven hadden. Gelukkig hadden we te maken met een supersympathieke chauffeur die deze twee toeristen met een brede glimlach een gratis ritje aanbood. Ik zie het in België nog niet zo snel gebeuren.

We belandden uiteindelijk in de Hime Sushi, een klein sushirestaurant met heerlijke sushi. We bestelden elk een roll. Ik ging voor de verandering eens voor de vegetarische optie met asperge, komkommer, rode biet,… Verrassend lekker! Na het avondmaal kropen we in bed. Het was nog maar 21u, maar onze pijp was uit.

IMG_7523

Een prachtige eerste dag in Vancouver.

Van Leuven naar Vancouver – 19 juli 2015

Opstaan om 4 uur ’s ochtends, wie mij een beetje kent, weet dat vroeg opstaan niet bepaald mijn sterke punt is, maar met een mooie reis in het vooruitzicht wil een mens al eens een extra inspanning doen. Mijn vriend en ik namen nog snel een douche alvorens te vertrekken. Kwestie van niet te hard te stinken, die 17 uur op het vliegtuig.

Gepakt en gezakt trokken we richting het station van Leuven. Tot onze grote verbazing regende het. Onverwacht, want de dag voordien was het nog prachtig weer en hadden we samen met onze vrienden uit Konz in Duitsland genoten van enkele uurtjes in het stadspark (heel blij met hun blitzbezoekje, trouwens).

Het nadeel aan de allereerste trein naar de luchthaven nemen, is dat je gegarandeerd gecontroleerd wordt. Vol vertrouwen haalde mijn vriend de afgedrukte biljetten boven om vervolgens een hele preek te krijgen dat hij enkel diabolotoeslag had betaald en geen ticket naar de luchthaven had gekocht. Enfin ja, laten we het erop houden dat de gebruiksvriendelijkheid van de website van de NMBS te wensen overlaat, want nadat de conducteur zo vriendelijk was ons de vijf euro die we nog moesten betalen kwijt te schelden, hoorden we hem exact dezelfde uitleg doen tegen een andere treinreiziger die blijkbaar dezelfde fout had gemaakt.

We geraakten verder zonder problemen in de luchthaven en checkten onze koffers met de cadeautjes voor onze vrienden in Chicago in (ik zat met mijn koffer exact aan het maximum toegelaten gewicht). We ontbeten in de Exki met yoghurt met granola en vers fruit. Zo vroeg op de ochtend had ik nog niet al te veel honger.

We zaten perfect op schema. Nadat we aan boord van het vliegtuig gegaan waren, meldde de kapitein echter dat ons vliegtuig een uur vertraging zou hebben wegens weersomstandigheden in Frankfurt. We vreesden al even onze aansluiting te missen. Gelukkig stegen we na een dikke twintig minuten toch op en kwamen we na een superkort luchtje in Frankfurt aan om 8.47u. Ruim op tijd om onze vlucht naar Seattle te halen. We moesten zelfs niet van terminal wisselen.

IMG_7473

Na het eerder beperkte ontbijt, had ik razend veel honger. Mijn vriend kocht twee porties sushi, die we opsmikkelden terwijl we onze elektronische spullen lieten opladen bij de gate. De vlucht naar Seattle was a piece of cake (ok, het mini-incidentje waarbij ik met de draad van mijn koptelefoon bijna de stewardess pootje lapte, daar gelaten). Ik probeerde tussendoor een uiltje te knappen, maar alles bij elkaar heb ik hoop en al een uur geslapen. Wel veel afleveringen van The Good Wife gezien, daardoor. En oja, als bonus konden we genieten van een prachtig uitzicht over Groenland.

IMG_7475

IMG_7484

We hadden ons op voorhand wat zorgen gemaakte over de security check bij aankomst in de US, maar dat bleek heel goed mee te vallen. Veel vlotter dan ik mij van ons vorig bezoek aan de US in 2009 herinnerde. We moesten zelfs niet al te lang aanschuiven.

Een klein propellervliegtuig bracht ons van Seattle naar Vancouver (als jullie je terecht afvragen waarom wij in godsnaam drie vluchten nodig hadden om Vancouver te bereiken, dit was de goedkoopste optie die we konden vinden; als je aankomst- en vertrekluchthaven niet hetzelfde zijn, zijn de vluchten meteen een aardig pak duurder, zo blijkt en misschien was drie maand op voorhand boeken ook wat aan de late kant).

IMG_7492

We kregen rij dertien toegewezen in het vliegtuig. Al een geluk dat we niet bijgelovig zijn. 😉 We wandelden helemaal tot achteraan in het vliegtuig om daar vast te stellen dat de laatste rij nummer twaalf was. Lichtelijk in de war keken we mekaar aan, gelukkig was er iemand die dit vliegtuig duidelijk al vaker genomen had die ons kon zeggen dan rij dertien zich helemaal vooraan bevond. Al binnensmonds grommelend worstelden we ons tegen de stroom in terug naar voren. Al een geluk dat het een klein vliegtuig betrof. En jawel, naast de stoel van de stewardess bevonden zich twee zetels met de rug naar de cockpit toe en kijkend in de richting van de staart van het vliegtuig. De eerste keer in mijn leven dat ik achteruit heb gevlogen. 😉

Verder valt er ook over deze bijzonder korte vlucht weinig te vertellen. Zo hebben we het het liefste, natuurlijk. Na meer dan 17 uur onderweg geweest te zijn, werden we in Vancouver herenigd met onze valiezen. We hadden de fut niet meer om uit te zoeken of we makkelijk met het openbaar vervoer naar ons hotel konden en namen de taxi naar ons Best Western Hotel. We checkten in, fristen ons wat op en gingen voor een snel avondmaal in de buurt. Een straat verder dan ons hotel stootten we op Vietnamees restaurant Pho Linh alwaar ik heerlijke noedelsoep met rundvlees (pho tai) at.

IMG_7500

Na ongeveer 24 uur wakker geweest te zijn, was onze pijp uit. Rond 20u (!) lagen we dan ook in bed.

Dinsdag 30 juni: Montreal

In Montreal sliepen we in het Intercontinental hotel. We hebben al gemerkt dat hoe chiquer het hotel is, hoe duurder de extra’s zijn. Zo waren we ervan uitgegaan dat we net als in Australië makkelijk onze was in één van de hotels onderweg zouden kunnen doen. Viel dat tegen. De meeste hotels hadden geen laundry room, enkel een laundry service waarbij je per stuk wasgoed een vaste prijs moest betalen. 4,5 Canadian dollar per stuk ondergoed, vonden we er toch een beetje over. De goedkopere hotels beschikten bovendien allemaal over gratis internet, terwijl je in de duurdere hotels daar per dag voor moest bijbetalen. Ook het ontbijt was bij de goedkopere hotels in de prijs inbegrepen. Dat je je ontbijt op plastieken bordjes en met plastieken bestek moest verorberen, nam je er dan maar bij.

Het weerbericht ‘s ochtends was onheilspellend. Alle weerberichten waren het roerend met elkaar eens: vandaag stonden ons heavy rainshowers te wachten. Dit weerhield ons er niet van om toch te proberen de wandeling te maken die in de toeristische gids van vriend H stond. We wapenden ons met onze paraplu’s en trokken het oude centrum van Montreal in.

Onze eerste halte was de bank van Montreal. Een klein museum in het indrukwekkende gebouw gaf meer uitleg over de geschiedenis van de bank. Daarna bewonderden we de Basilique Notre Dame, waar we een kleine rondleiding kregen. Het neogotische interieur van de kerk is werkelijk overweldigend. De architect van de Basilique was een protestant die zich tot het katholicisme bekeerde om onder zijn meesterwerk te kunnen begraven worden.

We wandelden verder langs het justitiepaleis en het stadhuis tot Château Ramezay. Het kasteel dateerde uit 1705 en was nu een museum waar je meer te weten kwam over de ontstaansgeschiedenis van Montreal en Canada. Canada was oorspronkelijk een Frans overzees gebied, tot de Britten er zich mee kwamen moeien. In 1763 werd in het Verdrag van Parijs Frans Canada aan Engeland overgedragen.

Wat heel erg opvalt als je met de inwoners van Montreal praat, is hun bijna perfecte tweetaligheid. Vaak kregen we de vraag welke taal we verkozen, Engels of Frans. Moeiteloos werd er geschakeld tussen deze twee talen. Daar kunnen de winkelbedienden in Brussel nog iets van leren. Ik probeerde de kans te grijpen om mijn Frans nog eens van stal te halen, maar blijkbaar verstond men mij niet altijd. Het Canadese Frans klinkt behoorlijk anders dan het Frans dat in Frankrijk gesproken word. Er ligt een soort dik Engels accent over. Een gids vertelde ons dat bij een bezoek aan Louvain-la-Neuve in België zijn Canadees Frans heel slecht begrepen werd. Jammer eigenlijk, dezelfde taal spreken, maar toch moeilijkheden hebben om mekaar te verstaan.

Na ons bezoek aan Château Ramezay, lasten we een drankpauze in. La maison Pierre du Calvet was een geschikte plek om even bij te tanken. Dit historische huis bood nu onderdak aan een restaurant en hostellerie. In de serre zaten papegaaien in grote kooien. We zetten ons in de zetels op de lieflijke binnenplaats en dronken een cranberry juice.

Volgende halte: Chapelle Notre-Dame-de-Bon-Secours en het bijhorende Musée Marguerite-Bourgeoys. De kapel wordt ook de kerk van de zeelieden genoemd omdat zeelieden hier vroeger kwamen bidden voor een behouden vaart. Van het dak van de kapel hangen lampen in de vorm van bootjes die dit illustreren. De kapel is ook een bedevaartsoort waar enerzijds de Maagd Maria wordt aanbeden en anderzijds stichtster Marguerite Bourgeoys. In een nis bij het altaar staat een zogezegd miraculeus beeldje van de Maagd Maria. Het kleine houten beeldje was het enige wat ongeschonden de brand in de kapel overleefde.

In de crypte onder de kapel zijn de fundamenten van de eerste afgebrande kapel te bezichtigen. Maar daar houdt het niet bij op. Archeologen vonden op dezelfde plaats ook een vuurput van de native people terug die waarschijnlijk dateert van 400 voor Christus. Het was echt bijzonder om op zo’n plek van historisch belang te staan en met eigen ogen de overblijfselen van vroeger tijden te kunnen zien. Na de crypte klommen we tot in de klokkentoren om te genieten van het uitzicht over Montreal.

We wandelden verder door de Marché Bonsecours, een overdekte markt in een bijzonder mooi gebouw dat vroeger het parlement van het verenigde Canada was en later het stadhuis. Tijd voor een nieuwe pauze, want ondertussen was het al vier uur in de namiddag. Volgens onze reisgids zou de wandeling die we volgden, twee uur duren. We waren al onderweg vanaf half elf ‘s ochtends…

Place Jacques Cartier leek een ideale plek om even uit te rusten. Het grote plein bood een ruime keuze aan restaurants en cafés. Op het plein zelf stonden kraampjes met souvenirs en straatartiesten maakten portretten en karikaturen. Het deed me vaag aan Montmartre denken. De sfeer in Montreal was ook heel anders dan in Toronto. De Franse invloed vond ik duidelijk merkbaar en je moest overal langer op je eten wachten. 😉

Onze reisgids raadde ons Le Jardin Nelson aan. We kregen een tafeltje op de gezellige binnenplaats en werden erg vriendelijk bediend. Ik koos als vieruurtje een pannenkoek met warme appeltjes en maple sirop (een mens kan toch niet naar Canada gaan zonder maple sirop te proberen), vriend H koos pudding met maple sirop en mijn vriend nam een pizza, een atypisch vieruurtje. 😉 We bestelden een karaf sangria en genoten van het mooie weer. De rainshowers waren nog altijd nergens te bekennen.

Tijdens de wandeling was er een hele discussie ontstaan over de zin en onzin van het dragen van een t-shirt onder een hemd. Vriend H, goed voorzien op het vlak van borsthaar, meende dat mannen die geen t-shirt onder hun hemd droegen macho waren en dat de meeste mannen een t-shirt droegen. Mijn vriend en ik hielden er een andere mening op na. ‘t Is toch niet omdat het bovenste knopje van je hemd open staat dat je een macho bent? De discussie draaide erop uit dat we onderweg elke man met een hemd bestudeerden om na te gaan of hij al dan niet een t-shirt onder zijn hemd droeg. Volgens mij waren de t-shirtlozen in de meerderheid.

Ondertussen was het al vijf uur, maar we wilden toch nog graag het Museum of Archeology and History bezoeken, omdat op deze plek de eerste nederzetting Ville-Marie in 1642 ontstond. Het museum sloot om zes uur. We zouden ons moeten haasten. Het gloednieuwe museum is bovenop archeologische opgravingen van de eerste nederzetting gebouwd. Er werden op deze plek talloze interessante vondsten gedaan. In de kelder van het museum waren de opgravingen te bekijken. Met behulp van multimediale presentaties werd de sfeer van de eerste kolonisten opgeroepen.

Na dit museum was ons verzadigingspunt bereikt. We rustten uit op een bankje aan de oevers van St. Lawrence river. In totaal hadden we acht uur gedaan over een wandeling van twee uur. Ik vermoed dat de reisgids de museumbezoeken niet meegeteld heeft. 😉

Ons avondmaal aten we bij Gandhi, een Indisch restaurant waar ze gratis wifi hadden. Hoera!

Maandag 29 juni: Vertrek uit Toronto, Fort Henry, Kingston en aankomst in Montreal

Na een uitgebreid ontbijt in het hotel, pakten we onze koffers en maakten we ons klaar om Toronto te verlaten. Voor ons vertrek wilden we nog snel een bezoek brengen aan de City Hall, vlakbij ons hotel. Aan de ingang werden we echter de weg versperd door stakende gemeente-ambtenaren, die slechts druppelsgewijs mensen het gebouw binnen lieten. We informeerden bij één van de wachtende in de rij of het gemeentehuis van binnen de moeite was. De vriendelijke meneer klonk niet echt enthousiast. We namen wat foto’s van de gezellig van het zonnetje genietende stakers en vertrokken richting Montreal.

Onderweg stopten we nog even aan St Lawrence Market. Jammer genoeg was op maandag de overdekte markt gesloten en konden we niet veel meer doen dan de niet zo indrukwekkende buitenkant bewonderen en eens door de ramen naar binnen gluren. Op naar Montreal.

De rit van Toronto naar Montreal zou zo’n vijf uur en veertig minuten duren. Een lange tijd om in de wagen te zitten. We planden onze tocht zo dat we ergens halverwege een oud fort zouden bezoeken dat door de Unesco als werelderfgoed erkend was. Tijdens onze rit naar Fort Henry werden de hemelsluizen weer opengezet, maar toen we aankwamen was de hemel opgeklaard en scheen het zonnetje behoorlijk fel.

Fort Henry is een oud Canadees fort dat gebouwd werd om Canada en de waterwegen te beschermen tegen eventuele Amerikaanse invallen. Het fort is echter nooit aangevallen geweest waardoor het nog in perfecte staat verkeerde. We kregen een rondleiding in het fort van een jongeling uitgedost in soldatenplunje daterende uit de tijd dat het fort nog in gebruik was. Even was er wat verwarring onder ons gezelschap omdat hij tijdens zijn verhaal verschillende keren naar zichzelf verwees met de woorden “a soldier like me”. Mijn vriend dacht dat hij een echt soldaat was, ik was van het tegenovergestelde overtuigd. Ik ben het dan maar gaan vragen en natuurlijk had ik gelijk. En zo heb ik, dankzij mijn vriend, waarschijnlijk bij die gids zijn vooroordelen over blondines bevestigd.

Tijdens de rondleiding kregen we een goed zich op het verschil tussen officieren en gewone soldaten. Officieren waren meestal welgestelde jongelingen die hun positie kochten. Ze kregen mooie vertrekken met prachtig meubilair en konden zich allerlei privileges veroorloven. Als je een gewone soldaat was, had je geen enkele privacy. Je deelde je vertrekken met de andere soldaten en zelfs de koffer voor je weinige persoonlijke bezittingen, mocht je niet op slot doen. Na veertien jaar gediend te hebben, mocht je huwen en dan samen met je vrouw en kroost naar een ander vertrek verhuizen. In één vertrek huisden een viertal families, slechts van elkaar gescheiden door een gordijn.

In het fort liepen allerlei verklede figuren rond. Om vier uur werd er zelfs een heuse parade georganiseerd. Met trommels en fluiten marcheerden de nepsoldaten voor de nepcommandant van het fort. Heel leuk: de mascotte van het fort was er ook bij. Een spierwitte geit waarmee alle toeristen op de foto konden. 😉 Het fort heeft bovendien een mooi uitzicht op het stadje Kingston, aan de andere kant van de rivier.

We bleven langer in het Fort dan verwacht. Ondertussen was het al vier uur geworden en begonnen onze magen hevig te protesteren. We besloten dan maar een niet voorziene stop in te lassen. Kingston, dat gezellig lag te blinken in de zon, zag er bijzonder gastvrij uit. We vonden een gezellig binnentuintje bij het restaurant Chez Piggy. De naam alleen al was genoeg reden om er een plekje onder de parasol te zoeken.

Ik bestelde een caipirinha (mijn vertrouwen in de Canadese cocktails is nog niet beschadigd geweest) en een cheesecake. Lekker decadent. Mijn vriend had iets gekozen waarvan hij dacht dat het zachte gevulde tortilla’s waren, maar het bleken van die harde tacochips met een soort dipsaus met kip te zijn. Gelukkig smaakte het wel lekker. Mijn cheesecake was alleszins dik in orde en de caipirinha viel zo in de smaak dat ik er een tweede bestelde.

Kingston bleek een gezellig en mooi stadje te zijn. Jammer dat we geen tijd hadden om er langer te blijven rondhangen. We betaalden de rekening en keerden terug naar onze huurwagen.
Op weg naar Montreal viel het op dat niemand van onze medeweggebruikers zich aan de (strenge) snelheidslimieten hield. When in Rome…

Traditiegetrouw waren we veel later dan gepland in Montreal. Alwaar tot ons verdriet de regen ons opnieuw ingehaald had. We hadden die dag nog niet veel gegeten, dus zochten we snel een restaurantje op in de buurt van ons hotel. Veel was er niet meer open na tien uur ‘s avonds, maar gelukkig vonden we een paar straten verder Boris Bistro. Ik at een risotto die heerlijk smaakte, maar ‘s nachts serieus op mijn maag lag. Laat eten, niet gezond.

Zondag 28 juni: Toronto

We stonden op en het eerste wat we zagen was regen, stortregen. De weergoden die ons tot nu toe zo welgezind waren, hadden ons in de steek gelaten. We ontbeten in het hotel. Het buffet was zo overdadig dat we er meteen een brunch van maakten. Regenweer is beslist bevorderlijk voor de eetlust ofwel hadden we niet veel zin om door de regen te wandelen). We wapenden ons tegen de regen met regenjasjes (vriend H) en paraplu’s (ikzelf met de geleende paraplu van vriend H en mijn vriend met onze eigen paraplu).

We besloten een dagkaart voor het openbaar vervoer te kopen om zoveel mogelijk droog te reizen. Aan het metrostation bleek echter dat credit cards niet geaccepteerd werden. Dan maar op zoek naar een bank om Canadian dollars af te halen. Onderweg naar de bank kwamen we langs een historisch huis waarover niets in onze gids stond. We lieten ons verleiden door het grote doek “OPEN” aan de voordeur en gingen Campbell House binnen.

Dat bleek een goeie beslissing te zijn. Campbell House was één van de weinige overgebleven historische huizen uit de tijd dat Toronto nog York heette. We kregen met z’n drieën een privérondleiding door het huis. Campbell House stond oorspronkelijk op een andere plaats. Toen de firma die het huis in eigendom had, het wilde afbreken om er een parkeerplaats te bouwen, besloot een advocatenvereniging het huis te redden. Het huis werd van zijn fundamenten gelicht en in zijn geheel verplaatst naar een andere plaats. De foto’s van die operatie waren behoorlijk indrukwekkend.

Het interieur vertoonde gelijkenissen met de villa’s die we in de omgeving van Baton Rouge zagen. Het huis was heringericht met meubilair dat uit de juiste periode stamde. De ramen hadden nog al het oorspronkelijke glas. We zagen antieke keukengereedschappen en werden er nogmaals op gewezen dat ijs een kostbaar goed was in de tijd voor de diepvriezer uitgevonden werd.

Het regende nog steeds toen we Campbell House verlieten. We kochten onze dagpassen voor het openbaar vervoer en namen de metro naar Casa Loma. Casa Loma was het ultieme droomhuis van de steenrijke exentriekeling Pallet. Pallet had zijn fortuin verdiend op de beurs en was door enkele goede investeringen de rijkste man van Canada geworden. Hij en zijn vrouw kochten een stuk heuvel in de buitenwijken van Toronto voor de bouw van hun droomhuis.

Casa Loma is zo groot dat we er een ganse namiddag in zoet waren. We liepen van kamer naar kamer en bewonderden de prachtige met houtsnijwerk versierde bibliotheek, de schitterende slaapkamers en de marmeren badkamers. de vreemde torentjes van het bouwwerk en de prachtig in eer herstelde tuin. Het geheel was een eclectische mengeling van stijlen uit verschillende periodes. Ook indrukwekkend was de tunnel naar de stallen die onder de straat doorliep. Pallet was een paardenliefhebber en had verscheidene prijsbeesten in huis. De namen van de paarden stonden in gouden letters boven de stallen.

Het lot bleef Pallet echter niet goed gezind, waardoor hij zijn ganse fortuin verloor en genoodzaakt was al de inboedel van zijn huis te verkopen. Van grote rijkdom verviel hij naar grote armoede. Op termijn was hij zelfs verplicht zijn geliefde huis zwaar onder de prijs te verkopen aan de stad Toronto, wegens achterstallige belastingen.

Terwijl we in het huis waren, vond er een fotoshoot plaats met een pasgetrouwd Indisch koppel dat vergezeld was van maar liefst 6 volwassen bruidsmeisjes en -jongens. Allemaal in identieke outfits. De heren met een roos in het knoopsgat in dezelfde kleur als de jurken van de bruidsmeisjes. En maar poseren voor de foto’s. De bruid en bruidegom werden ook gefilmd en moesten verschillende keren romantisch door de bibliotheek naar de cameraman lopen. De bruidegom zag eruit alsof hij de boel al lang beu was.

Casa Loma is een architecturale curiositeit, maar wel een aanrader. Vanuit de toren van het huis heb je een mooi uitzicht op Toronto. Dit mooi gerestaureerde overblijfsel van vroeger tijden moet je zeker bezoeken als je in Toronto bent.

Na ons bezoek aan Casa Loma had de zon de regenwolken verdreven. We namen de metro terug naar het centrum en bezochten St. James Cathedral. Een mooie kathedraal, maar er hing binnen een onfris reukje. Ondertussen was het avond geworden en onze magen hadden de brunch volledig verteerd. We besloten ons geluk te wagen en te hopen dat er nog een plaatsje vrij was in restaurant 360, boven in de CN tower. De zon scheen, dus een mooi uitzicht was gegarandeerd.

Ons bezoek aan restaurant 360 was een groot succes. Niet alleen was er een plaatsje vrij voor ons drieën, we mochten als klanten van het restaurant alle wachtrijen aan de liften voorbijsteken. Het restaurant draaide om zijn as waardoor we een steeds wisselend uitzicht hadden op Toronto en Lake Ontario. We besloten een beetje zot te doen en de driegangenmenu van 55 dollar te nemen en meteen een flesje Canadese wijn erbij te bestellen.

Het was fantastisch om de stad aan onze voeten te zien liggen en van onze heerlijke maaltijd te genieten. Wat ik erg apprecieer aan vriend H is dat hij een goede discussie nooit uit de weg gaat. We hebben altijd onderwerpen genoeg om over te praten. Sinds we met z’n drieën op roadtrip zijn, hebben we de gewoonte aangenomen om nota’s te nemen met de gsm zodat we punten van discussie later op wikipedia kunnen opzoeken. Jammer dat niet elke plek ter wereld uitgerust is met wireless netwerk. 😉

Na de overvloedige maaltijd bezochten we het observation deck en de glazen vloer van de CN tower. Gratis toegankelijk voor klanten van het restaurant 360. De CN tower is, de antenne inbegrepen, 553 meter hoog. Oorspronkelijk was het niet de bedoeling om van deze reusachtige zendmast een toeristisch attractie te maken, maar ik ben blij dat ze dat wel gedaan hebben. De ondergaande zon zorgde voor een schitterend schouwspel. De glazen vloer vond ik een beetje akelig. Verstandelijk weet je perfect dat die vloer berekend is om 14 nijlpaarden te dragen, maar het blijft raar om met je voeten op het glas te staan en loodrecht naar beneden te kijken, de diepte in.

Terug op de begane grond kochten we ons tweede souvenir van de reis: een CN tower paraplu.Want iedereen weet dat de beste manier om ervoor te zorgen dat het stopt met regenen, het kopen van een paraplu is.