Maandag 29 juni: Vertrek uit Toronto, Fort Henry, Kingston en aankomst in Montreal

Na een uitgebreid ontbijt in het hotel, pakten we onze koffers en maakten we ons klaar om Toronto te verlaten. Voor ons vertrek wilden we nog snel een bezoek brengen aan de City Hall, vlakbij ons hotel. Aan de ingang werden we echter de weg versperd door stakende gemeente-ambtenaren, die slechts druppelsgewijs mensen het gebouw binnen lieten. We informeerden bij één van de wachtende in de rij of het gemeentehuis van binnen de moeite was. De vriendelijke meneer klonk niet echt enthousiast. We namen wat foto’s van de gezellig van het zonnetje genietende stakers en vertrokken richting Montreal.

Onderweg stopten we nog even aan St Lawrence Market. Jammer genoeg was op maandag de overdekte markt gesloten en konden we niet veel meer doen dan de niet zo indrukwekkende buitenkant bewonderen en eens door de ramen naar binnen gluren. Op naar Montreal.

De rit van Toronto naar Montreal zou zo’n vijf uur en veertig minuten duren. Een lange tijd om in de wagen te zitten. We planden onze tocht zo dat we ergens halverwege een oud fort zouden bezoeken dat door de Unesco als werelderfgoed erkend was. Tijdens onze rit naar Fort Henry werden de hemelsluizen weer opengezet, maar toen we aankwamen was de hemel opgeklaard en scheen het zonnetje behoorlijk fel.

Fort Henry is een oud Canadees fort dat gebouwd werd om Canada en de waterwegen te beschermen tegen eventuele Amerikaanse invallen. Het fort is echter nooit aangevallen geweest waardoor het nog in perfecte staat verkeerde. We kregen een rondleiding in het fort van een jongeling uitgedost in soldatenplunje daterende uit de tijd dat het fort nog in gebruik was. Even was er wat verwarring onder ons gezelschap omdat hij tijdens zijn verhaal verschillende keren naar zichzelf verwees met de woorden “a soldier like me”. Mijn vriend dacht dat hij een echt soldaat was, ik was van het tegenovergestelde overtuigd. Ik ben het dan maar gaan vragen en natuurlijk had ik gelijk. En zo heb ik, dankzij mijn vriend, waarschijnlijk bij die gids zijn vooroordelen over blondines bevestigd.

Tijdens de rondleiding kregen we een goed zich op het verschil tussen officieren en gewone soldaten. Officieren waren meestal welgestelde jongelingen die hun positie kochten. Ze kregen mooie vertrekken met prachtig meubilair en konden zich allerlei privileges veroorloven. Als je een gewone soldaat was, had je geen enkele privacy. Je deelde je vertrekken met de andere soldaten en zelfs de koffer voor je weinige persoonlijke bezittingen, mocht je niet op slot doen. Na veertien jaar gediend te hebben, mocht je huwen en dan samen met je vrouw en kroost naar een ander vertrek verhuizen. In één vertrek huisden een viertal families, slechts van elkaar gescheiden door een gordijn.

In het fort liepen allerlei verklede figuren rond. Om vier uur werd er zelfs een heuse parade georganiseerd. Met trommels en fluiten marcheerden de nepsoldaten voor de nepcommandant van het fort. Heel leuk: de mascotte van het fort was er ook bij. Een spierwitte geit waarmee alle toeristen op de foto konden. 😉 Het fort heeft bovendien een mooi uitzicht op het stadje Kingston, aan de andere kant van de rivier.

We bleven langer in het Fort dan verwacht. Ondertussen was het al vier uur geworden en begonnen onze magen hevig te protesteren. We besloten dan maar een niet voorziene stop in te lassen. Kingston, dat gezellig lag te blinken in de zon, zag er bijzonder gastvrij uit. We vonden een gezellig binnentuintje bij het restaurant Chez Piggy. De naam alleen al was genoeg reden om er een plekje onder de parasol te zoeken.

Ik bestelde een caipirinha (mijn vertrouwen in de Canadese cocktails is nog niet beschadigd geweest) en een cheesecake. Lekker decadent. Mijn vriend had iets gekozen waarvan hij dacht dat het zachte gevulde tortilla’s waren, maar het bleken van die harde tacochips met een soort dipsaus met kip te zijn. Gelukkig smaakte het wel lekker. Mijn cheesecake was alleszins dik in orde en de caipirinha viel zo in de smaak dat ik er een tweede bestelde.

Kingston bleek een gezellig en mooi stadje te zijn. Jammer dat we geen tijd hadden om er langer te blijven rondhangen. We betaalden de rekening en keerden terug naar onze huurwagen.
Op weg naar Montreal viel het op dat niemand van onze medeweggebruikers zich aan de (strenge) snelheidslimieten hield. When in Rome…

Traditiegetrouw waren we veel later dan gepland in Montreal. Alwaar tot ons verdriet de regen ons opnieuw ingehaald had. We hadden die dag nog niet veel gegeten, dus zochten we snel een restaurantje op in de buurt van ons hotel. Veel was er niet meer open na tien uur ‘s avonds, maar gelukkig vonden we een paar straten verder Boris Bistro. Ik at een risotto die heerlijk smaakte, maar ‘s nachts serieus op mijn maag lag. Laat eten, niet gezond.

Zondag 28 juni: Toronto

We stonden op en het eerste wat we zagen was regen, stortregen. De weergoden die ons tot nu toe zo welgezind waren, hadden ons in de steek gelaten. We ontbeten in het hotel. Het buffet was zo overdadig dat we er meteen een brunch van maakten. Regenweer is beslist bevorderlijk voor de eetlust ofwel hadden we niet veel zin om door de regen te wandelen). We wapenden ons tegen de regen met regenjasjes (vriend H) en paraplu’s (ikzelf met de geleende paraplu van vriend H en mijn vriend met onze eigen paraplu).

We besloten een dagkaart voor het openbaar vervoer te kopen om zoveel mogelijk droog te reizen. Aan het metrostation bleek echter dat credit cards niet geaccepteerd werden. Dan maar op zoek naar een bank om Canadian dollars af te halen. Onderweg naar de bank kwamen we langs een historisch huis waarover niets in onze gids stond. We lieten ons verleiden door het grote doek “OPEN” aan de voordeur en gingen Campbell House binnen.

Dat bleek een goeie beslissing te zijn. Campbell House was één van de weinige overgebleven historische huizen uit de tijd dat Toronto nog York heette. We kregen met z’n drieën een privérondleiding door het huis. Campbell House stond oorspronkelijk op een andere plaats. Toen de firma die het huis in eigendom had, het wilde afbreken om er een parkeerplaats te bouwen, besloot een advocatenvereniging het huis te redden. Het huis werd van zijn fundamenten gelicht en in zijn geheel verplaatst naar een andere plaats. De foto’s van die operatie waren behoorlijk indrukwekkend.

Het interieur vertoonde gelijkenissen met de villa’s die we in de omgeving van Baton Rouge zagen. Het huis was heringericht met meubilair dat uit de juiste periode stamde. De ramen hadden nog al het oorspronkelijke glas. We zagen antieke keukengereedschappen en werden er nogmaals op gewezen dat ijs een kostbaar goed was in de tijd voor de diepvriezer uitgevonden werd.

Het regende nog steeds toen we Campbell House verlieten. We kochten onze dagpassen voor het openbaar vervoer en namen de metro naar Casa Loma. Casa Loma was het ultieme droomhuis van de steenrijke exentriekeling Pallet. Pallet had zijn fortuin verdiend op de beurs en was door enkele goede investeringen de rijkste man van Canada geworden. Hij en zijn vrouw kochten een stuk heuvel in de buitenwijken van Toronto voor de bouw van hun droomhuis.

Casa Loma is zo groot dat we er een ganse namiddag in zoet waren. We liepen van kamer naar kamer en bewonderden de prachtige met houtsnijwerk versierde bibliotheek, de schitterende slaapkamers en de marmeren badkamers. de vreemde torentjes van het bouwwerk en de prachtig in eer herstelde tuin. Het geheel was een eclectische mengeling van stijlen uit verschillende periodes. Ook indrukwekkend was de tunnel naar de stallen die onder de straat doorliep. Pallet was een paardenliefhebber en had verscheidene prijsbeesten in huis. De namen van de paarden stonden in gouden letters boven de stallen.

Het lot bleef Pallet echter niet goed gezind, waardoor hij zijn ganse fortuin verloor en genoodzaakt was al de inboedel van zijn huis te verkopen. Van grote rijkdom verviel hij naar grote armoede. Op termijn was hij zelfs verplicht zijn geliefde huis zwaar onder de prijs te verkopen aan de stad Toronto, wegens achterstallige belastingen.

Terwijl we in het huis waren, vond er een fotoshoot plaats met een pasgetrouwd Indisch koppel dat vergezeld was van maar liefst 6 volwassen bruidsmeisjes en -jongens. Allemaal in identieke outfits. De heren met een roos in het knoopsgat in dezelfde kleur als de jurken van de bruidsmeisjes. En maar poseren voor de foto’s. De bruid en bruidegom werden ook gefilmd en moesten verschillende keren romantisch door de bibliotheek naar de cameraman lopen. De bruidegom zag eruit alsof hij de boel al lang beu was.

Casa Loma is een architecturale curiositeit, maar wel een aanrader. Vanuit de toren van het huis heb je een mooi uitzicht op Toronto. Dit mooi gerestaureerde overblijfsel van vroeger tijden moet je zeker bezoeken als je in Toronto bent.

Na ons bezoek aan Casa Loma had de zon de regenwolken verdreven. We namen de metro terug naar het centrum en bezochten St. James Cathedral. Een mooie kathedraal, maar er hing binnen een onfris reukje. Ondertussen was het avond geworden en onze magen hadden de brunch volledig verteerd. We besloten ons geluk te wagen en te hopen dat er nog een plaatsje vrij was in restaurant 360, boven in de CN tower. De zon scheen, dus een mooi uitzicht was gegarandeerd.

Ons bezoek aan restaurant 360 was een groot succes. Niet alleen was er een plaatsje vrij voor ons drieën, we mochten als klanten van het restaurant alle wachtrijen aan de liften voorbijsteken. Het restaurant draaide om zijn as waardoor we een steeds wisselend uitzicht hadden op Toronto en Lake Ontario. We besloten een beetje zot te doen en de driegangenmenu van 55 dollar te nemen en meteen een flesje Canadese wijn erbij te bestellen.

Het was fantastisch om de stad aan onze voeten te zien liggen en van onze heerlijke maaltijd te genieten. Wat ik erg apprecieer aan vriend H is dat hij een goede discussie nooit uit de weg gaat. We hebben altijd onderwerpen genoeg om over te praten. Sinds we met z’n drieën op roadtrip zijn, hebben we de gewoonte aangenomen om nota’s te nemen met de gsm zodat we punten van discussie later op wikipedia kunnen opzoeken. Jammer dat niet elke plek ter wereld uitgerust is met wireless netwerk. 😉

Na de overvloedige maaltijd bezochten we het observation deck en de glazen vloer van de CN tower. Gratis toegankelijk voor klanten van het restaurant 360. De CN tower is, de antenne inbegrepen, 553 meter hoog. Oorspronkelijk was het niet de bedoeling om van deze reusachtige zendmast een toeristisch attractie te maken, maar ik ben blij dat ze dat wel gedaan hebben. De ondergaande zon zorgde voor een schitterend schouwspel. De glazen vloer vond ik een beetje akelig. Verstandelijk weet je perfect dat die vloer berekend is om 14 nijlpaarden te dragen, maar het blijft raar om met je voeten op het glas te staan en loodrecht naar beneden te kijken, de diepte in.

Terug op de begane grond kochten we ons tweede souvenir van de reis: een CN tower paraplu.Want iedereen weet dat de beste manier om ervoor te zorgen dat het stopt met regenen, het kopen van een paraplu is.