Germknödel

Het onderbewustzijn is iets vreemds. Vannacht heb ik gedroomd dat ik samen met wat oud-studiegenootjes op uitstap was in Brussel. Nuja, Brussel, in mijn droom was ik er stellig van overtuigd dat de stad waarin wij ons bevonden, Brussel was, maar die stad leek in niets op Brussel.

In mijn droom gingen we ‘s middags iets eten in een groot restaurant (moest wel, want we waren met een bende van zeker dertig mensen). Bleek dat de uitbaatster van dit restaurant alleen maar Duits sprak. Jawel, Duits in Brussel! Die vrouw doet een hele uiteenzetting in het Duits over wat er op het menu staat. Helaas verstond niemand van de anderen ook maar een woord Duits. Dus haalde ik mijn beste vertaalkunsten boven en legde aan mijn disgenoten uit wat de keuzes waren.

De specialiteit van het huis was schnitzel. Het nieuwste gerecht op de kaart, volgens de uitbaatster, was germknödel. Dus ik uitleggen dat germknödel een soort dikke deegbal is met in het midden confituur, meestal overgoten met vanillesaus en daarover zwarte zaadjes gestrooid.

Geen idee uit welke krochten van mijn onderbewustzijn die germknödel plotseling opgedoken is, maar ik denk dat het al meer dan tien jaar geleden is dat ik nog eens germknödel gegeten heb. Dat moet op skireis geweest zijn in Oostenrijk met mijn toenmalige beste vriendin. Ha, sweet memories.

Hangt Saddam dit weekend?

Ik hoop alvast van niet. Ik ben namelijk zo’n watje dat tegen de doodstraf is. Het is mijn diepste overtuiging dat wij als mens het recht niet hebben deze “straf” aan anderen op te leggen. Het verbaast mij steeds dat veel van de aanhangers van de doodstraf eveneens aanhangers van de tien geboden zijn. Als ik mij niet vergis, luidt één van die tien geboden als volgt: “gij zult niet doden”. Bovendien blijkt uit onderzoek dat de doodstraf in landen zoals Amerika het vaakst wordt toegepast op arme mensen. Rijke mensen kunnen zich een goeie advocaat permitteren, weet u wel. En u zal maar eens het slachtoffer van een juridische dwaling zijn…

Niet dat we in het geval van Saddam met een juridische dwaling te maken hebben. Ik zal de eerste zijn om toe te geven dat Saddam Hussein een klootzak is die honderden, zoniet duizenden doden op zijn geweten heeft. Maar persoonlijk zie ik hem liever de rest van zijn leven opgesloten in een cel dan met een strop rond zijn hals. De Irakese rechters hebben hier echter anders over beslist.

Het einde is in zicht!

Vandaag werd, wonder boven wonder, de elektriciteit en het aardgas aangesloten in ons appartementje-to-be. Het ziet ernaar uit dat we binnen een paar weken _eindelijk_ kunnen verhuizen. Dat die verhuis dan midden in de examenperiode valt, neem ik er met de glimlach bij. We zijn er bijna!

(Nu is het alleen nog wachten op het laminaat in de slaapkamers en de aansluiting van het water. Binnendeuren zijn voor watjes.)

Blokken

Zucht, ik heb het lang verdrongen, maar ik kan er niet langer omheen. Ik moet de waarheid onder ogen zien. Januari komt met lichtsnelheid op mij af gestormd. En wat brengt januari mee als te laat kerstgeschenkje? Examens. Voor mijn studies én voor Italiaans. De ene beloven al iets vlotter te verlopen dan de andere.

Nu zou je denken dat ik in mijn laatste jaar supergemotiveerd ben. De laatste loodjes en zo. Niet dus. Ik zit al de ganse tijd te denken aan al die andere leuke dingen die ik zou kunnen doen, moest ik niet zo stom zijn om mijn (schaarse) vrije tijd op te offeren aan examens. What was I thinking toen ik bij mezelf dacht: “Ach ja, een extra diploma aan d’unief halen, in combinatie met een full time job, dat moet kunnen.” Blah.

Nu goed, om de botsing met de examens in januari zo pijnloos mogelijk te laten verlopen, zal ik maar eens achter de boeken kruipen, zeker. Eigen schuld, dikke bult.

(Tot zover de jaarlijkse het-zijn-examens-en-ik-heb-geen-goesting-rant.)