In Flanders Fields

In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row,
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.

We are the Dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow,
Loved and were loved, and now we lie,
In Flanders fields.

Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders fields.

Geschreven door John Alexander McCrae (30 november 1872 – 28 januari 1918)

Margarita’s en vriendschap

Maandagavond hadden we een dinner date in de New Mexico met sexy ladies J en L. We genoten van het lekkere eten en dronken margarita’s. De avond vloog voorbij. Het gesprek rolde van het enige onderwerp in het andere en soms ontsponnen er zich parallelle gesprekken die de frustratie dat het niet mogelijk was alles tegelijkertijd te vertellen enkel verhoogden. Op het einde van de avond hadden we alle vier het gevoel dat we nog lang niet uitgepraat maken. En werd er afgesproken elkaar snel weer te zien.

Jammer genoeg verlopen gesprekken niet altijd zo vlot en gemoedelijk. Bij sommige vrienden die ik al jaren ken, vallen er steeds langere pijnlijke pauzes in het gesprek. De gemeenschappelijke grond die er eens was, lijkt verdwenen. Vervangen door twee continenten die in tegengestelde richting uit mekaar drijven. Vaak, maar zeker niet altijd, doet dit fenomeen zich voor bij mensen die kinderen gekocht hebben. De gezamenlijke interesses zijn weg, de gespreksstof op. En dat is uitermate pijnlijk. Want wat doe je daarmee? Hou je een langzaam uitdovende vriendschap in stand? Of knip je de banden door?

De opwindvogelkronieken

Het eerste boek van Haruki Murakami dat ik gelezen heb, is een bizar beestje. Deze magisch-realistische roman valt uiteen in drie delen, waarvan het derde deel enkele jaren later geschreven is dan de eerste twee. En dat merk je aan het verschillende tempo van de delen.

Ik moet zeggen dat ik wat moeite gehad heb met dit boek. Ergens midden in het tweede deel begon de passiviteit van de hoofdfiguur Toru Okada mij verschrikkelijk tegen te steken en heb ik het boek terzijde gelegd. Omdat er onder mijn collega’s echter een hele hoop Murakami-fans zijn, heb ik het opnieuw ter hand genomen tijdens onze Europareis.

En daar heb ik geen spijt van gehad. Ronduit briljant zijn de passages over de spanningen tussen Japan en Rusland in Mantsjoekwo tijdens de tweede wereldoorlog. De scène waarin Murakami beschrijft hoe een Japanner levend gevild wordt door een Mongool behoren tot de grootste horror die ik ook gelezen heb (en ik heb in mijn jonge jaren heel wat horror gelezen). Ik krijg al kippenvel als ik er aan terugdenk. Ook het verhaal van de dierentuin werd op een zeer aangrijpende manier verteld.

In het derde deel laat het hoofdpersonage Toru Okada zijn passiviteit achter zich (hoera!) en gaat hij actief op zoek naar zijn vrouw die op een dag zomaar uit zijn leven verdween. Uiteindelijk wijst alles erop dat ze een duister geheim met zich meedraagt, waar haar broer, een sluwe politicus mee te maken heeft. De rode draad die door het boek loopt, is dat alles met elkaar verbonden is, hoe ver gezocht dit soms ook lijkt. En de hoofdfiguur moet proberen de weg te vinden in dit doolhof van verhalen dat zich in een parallelle werkelijkheid lijkt te bevinden.

Het verhaal van de man die zijn vrouw kwijt speelde, dient enkel als een kapstok om allerlei bizarre personages aan het woord te laten, die allemaal hun verhaal aan Toru Okada vertellen. Het zijn die personages die voor mij het boek het lezen waard maakten. Want of de relatie van Okada en zijn vrouw echt het redden waard was, dat betwijfel ik. Voor mij is het feit dat ik door dit boek te lezen meer te weten kwam over de duistere Japanse geschiedenis tijdens de tweede wereldoorlog een extra reden om tevreden te zijn dat ik dit boek gelezen heb.

Zaterdag 24 juli – Augustów

Ik had een tussenstop in Augustów ingepland om tussen al de steden door een dagje natuur en ontspanning te hebben. Ons hotel lag vlak aan een groot meer en er waren mogelijkheden zat om aan watersport te doen. Nu we echter alletwee met wonden zaten die nog vers waren, wilden we niet te veel risico’s nemen. Zwemmen in het meer lieten we vallen, uit schrik om een infectie op te lopen en een lange tocht met kano of kajak zagen we ook niet echt zitten. In het hotel zelf was er een sauna en jacuzzi waar we gratis gebruik van konden maken, maar het leek ons beter hiervan af te zien. Je kon in het hotel tegen betaling allerlei soorten massage laten doen, maar aangezien het pijn deed om op mijn buik te liggen, was dit ook geen optie.

Gelukkig waren er nog andere mogelijkheden. In een roeibootje blijf je droog en kan je je been gewoon strekken en je armen het werk laten doen. We huurden een roeibootje en dobberden twee uur lang rond op het meer. Aan de oever van het meer lagen mensen te zonnen en speelden kinderen in het water. Je zag er waterskiërs, plezierbootjes, waterfietsen en jetski’s. Van het onweer van de vorige dag viel niets meer te merken en de zon scheen op het water. Het was zalig.

Minder fijn was de talrijke aanwezigheid van muggen. Ondanks het feit dat ik me helemaal volgespoten had met een muggenafweerproduct, bleven de muggen steken. Naast schaafwonden en blauwe plekken, stond ik nu ook vol dikke rode bulten. Ik kon zo aan een freakshow meedoen. En jeuk, jeuk, niet te doen. En maar smeren met dat zalfje van de apotheker dat even goed hielp als het muggenafweerproduct: niet.

Na het roeien aten we iets kleins (een soepje en een slaatje) op het terras van het hotel. Om toch een beetje gezond te doen, dronk ik een sapje van komkommer, kiwi en appel. Het drankje was grasgroen en lekker verfrissend. Daarna reden we even naar het stadscentrum om geld af te halen en onze kaartjes uit Gdańsk te posten (het was niet mogelijk ze gewoon in het hotel af te geven, het mens aan de receptie bekeek me of ik gek was toen ik dit vroeg). Veel was er niet te zien in het centrum van Augustów dus we waren snel weer terug.

Omdat het nog steeds prachtig weer was, besloten we nogmaals het meer op te gaan. Ditmaal huurden we een waterfiets. Waterfietsen bleek met mijn kapotte knie iets moeilijker te liggen. Gelukkig heb ik een vriendje met een goeie conditie die in zijn eentje perfect in staat was de waterfiets voort te bewegen. En zo vergleed een gezellige en gezapige namiddag.

Voor het avondeten hadden we geluk, er was nog net een plaatsje vrij op het terras van ons hotel. In het hotel zelf was ondertussen een trouwfeest aan de gang, want voor de nodige entertainment zorgde. En dan heb ik het nog niet gehad over het gezelschap aan de tafel vlak naast ons, die de ene wodka na de andere binnenkapten en hoe langer hoe vrolijker werden, terwijl de glazen sneuvelden.

Doordat men het in de keuken te druk had met het feest, waren niet alle gerechten op de kaart beschikbaar. Derde keuze, goede keuze: ik ging voor vis met spinazie, zongedroogde tomaatjes, bloemkoolpuree en een sausje met paddenstoelen. Mijn vriend ging voor een streekgerecht: een soort aardappelgebakjes in puntvorm met paddenstoelen, spek, zure room en veenbessen. Ik mocht er eens van proeven en het was best wel lekker.

Terwijl de zon langzaam onderging boven het meer, brachten we de rest van de avond door op het terras met een glaasje Żubrówka (of twee), dat we zelf moesten bestellen aan de toog, want de twee oudere, niet zo vriendelijke dames die de bediening verzorgden waren duidelijk een beetje overwerkt.

Laatste werkdag

Mijn laatste werkdag voor de vakantie was er één vol tegenstellingen. Aan de ene kant moest ik nog heel veel losse eindjes aan mekaar knopen en zag ik de tijd veel te snel wegtikken, wat me de nodige stress bezorgde, maar aan de andere kant was er een heel gezellig etentje samen met de medewerkers van mijn team op het terras van het instrumentenmuseum en het afscheidsfeestje van collega Q. Natuurlijk vind ik het erg jammer dat Q ons verlaat, maar we hebben afgesproken dat we zeker nog eens samen in Brussel gaan lunchen. Per slot van rekening is zijn nieuwe werk helemaal niet zo ver van ons verwijderd. En de rosé die hij had meegebracht, smaakte heerlijk zomers en paste perfect bij deze hete temperaturen.

En toen was het plotseling vier uur en vertrok ik op een drafje naar huis, om daar in zeven haasten onze koffers bijeen te pakken en snel snel iets te eten, want vannacht slapen wij in Dresden!

Alice in Wonderland en Through the Looking-Glass

Tot mijn grote scha en schande moet ik toegeven dat ik, die vroeger zo’n boekenwurm was, tegenwoordig nog amper aan lezen toekom. Maar kom, ik heb nog eens een boek uitgelezen. Een echte klassieker dan nog wel. Het was leuk om het boek te lezen dat zoveel figuren heeft voortgebracht die tot het collectieve bewustzijn zijn gaan behoren.

Mij spraken vooral de leuke taalspelletjes, de absurditeiten en de mooie ouderwetse illustraties aan, maar echt gegrepen heeft het boek me niet. Daarvoor ligt mijn kindertijd al net iets te ver achter me, denk ik, en heb ik te weinig energie gestopt in het ontcijferen van de ongetwijfeld vele dubbele bodems. Al deed het boek me wel vol heimwee terugverlangen naar de tijd dat ik nog in sprookjes geloofde.

Buikgriep

Vandaag op bezoek geweest bij vrienden die recentelijk hun kinderaantal verdubbeld hebben. Zoals dat hoort, telden we vol bewondering teentjes en vingertjes en braken we ons het hoofd over op wie de kleine het meeste leek. Alleen de papa zat er een beetje belabberd bij door een gemeen buikgriepje dat het huis binnengebracht was door zijn oudste dochter. Wijselijk hebben mijn vriend en ik het lichamelijk contact met onze vriend tot een absoluut minimum beperkt. Als er iets is wat ik nu absoluut niet kan gebruiken, is het wel een gemene griep. En buikgriep is de allergemeenste.