Ik zit al een tijdje te kauwen op iets dat één van de aangetrouwde neven van mijn vriendje gezegd heeft op het familieweekend. Ok, het was al laat, die zaterdagavond, het merendeel van de neven en nichten lagen al in bed, we hadden allemaal een beetje te veel gedronken en hadden net een verhitte discussie over het al dan niet kansspel zijn van poker achter de rug. Maar zijn halfdronken woorden hebben op de één of andere manier een gevoelige snaar geraakt.
Hij noemde mij intimiderend. En daar schrok ik van, want dat is niet het beeld dat ik wens te projecteren wanneer ik een ontspannen weekendje weg ben met vrienden. Ok, in werkcontext wik en weeg ik mijn woorden veel voorzichtiger, maar tussen vrienden en familie hoop ik dat ik gewoon mezelf mag zijn. En het beeld dat ik van mezelf heb, komt niet meteen overeen met iemand die andere mensen intimideert.
Waarom kwam hij tot die conclusie? Ik vond het bij de haren getrokken. Hij noemde mijn twee universitaire diploma’s, het feit dat ik al vier spelletjes op rij gewonnen had bij Carcassonne (misschien had ik gewoon slechte tegenspelers) en de manier waarop ik de spelregels uitlegde. Enfin, zonder dat ik daarom gevraagd had, kreeg ik een hele psycho-analyse over me heen. Die ik liet passeren als dronkenmansgebral.
Maar toch, ik zat er de dag nadien nog altijd mee verveeld. Ik vind het doodjammer dat iemand mij intimiterend vind. Zelfs al is het iemand die ik maar twee keer per jaar zie en die onmogelijk op basis van zo weinig informatie een juist beeld van mij kan hebben. Misschien raakte het me zo omdat er een grond van waarheid in zat?