Intimiderend

Ik zit al een tijdje te kauwen op iets dat één van de aangetrouwde neven van mijn vriendje gezegd heeft op het familieweekend. Ok, het was al laat, die zaterdagavond, het merendeel van de neven en nichten lagen al in bed, we hadden allemaal een beetje te veel gedronken en hadden net een verhitte discussie over het al dan niet kansspel zijn van poker achter de rug. Maar zijn halfdronken woorden hebben op de één of andere manier een gevoelige snaar geraakt.

Hij noemde mij intimiderend. En daar schrok ik van, want dat is niet het beeld dat ik wens te projecteren wanneer ik een ontspannen weekendje weg ben met vrienden. Ok, in werkcontext wik en weeg ik mijn woorden veel voorzichtiger, maar tussen vrienden en familie hoop ik dat ik gewoon mezelf mag zijn. En het beeld dat ik van mezelf heb, komt niet meteen overeen met iemand die andere mensen intimideert.

Waarom kwam hij tot die conclusie? Ik vond het bij de haren getrokken. Hij noemde mijn twee universitaire diploma’s, het feit dat ik al vier spelletjes op rij gewonnen had bij Carcassonne (misschien had ik gewoon slechte tegenspelers) en de manier waarop ik de spelregels uitlegde. Enfin, zonder dat ik daarom gevraagd had, kreeg ik een hele psycho-analyse over me heen. Die ik liet passeren als dronkenmansgebral.

Maar toch, ik zat er de dag nadien nog altijd mee verveeld. Ik vind het doodjammer dat iemand mij intimiterend vind. Zelfs al is het iemand die ik maar twee keer per jaar zie en die onmogelijk op basis van zo weinig informatie een juist beeld van mij kan hebben. Misschien raakte het me zo omdat er een grond van waarheid in zat?

De Sint

Was dit jaar weer veel te gul voor mij. Eén ding is zeker, met de hoeveelheid geschonken chocolade en marsepein kom ik wel enkele weken toe. (En dan hebben we gisteren ook nog een grote doos pralines van Neuhaus gekregen…)

Danku Sinterklaasje.

Moeders en dochters

Dit weekend had ik een interessant gesprek over moeders en dochter en de veel te hoge verwachtingen die die eerste soms van hun nageslacht hebben. Je hebt van die vrouwen van hun dochters niets minder dan perfectie eisen. Een dochter moet een goeie reputatie hebben, slank zijn, slim zijn, knap zijn en liefst van al nog datgene bereiken waarvan de moeder vroeger droomde maar wat ze zelf niet kon bereiken. Zelf had ik ook een beetje zo’n moeder, zij het in een zeer lichte vorm.

Ik hoorde verhalen van meisjes die zich moesten vrijvechten uit de verpletterende invloed van hun veeleisende moeders. Dochters die anorexia kregen, omdat hun moeder erop bleef hameren dat ze te dik waren terwijl ze een volstrekt normale BMI hadden. Moeders die elk aspect van het leven van hun dochters wilden controleren, tot hun bankrekeningen toe, zelfs nadat ze meerderjarig geworden waren.

Waarom? Je kweekt op die manier enkel ongelukkige mensen. Een belangrijk onderdeel van het opvoeden, is beseffen dat je je kinderen ooit moet loslaten en ze de kans geven om hun eigen weg te zoeken, zelfs al is dit een weg die je ze liever zelf niet ziet inslaan. Iedereen heeft het recht om fouten te maken. En wat ik nog het ergste vind, al die moeders hebben het beste voor met hun dochters. Ze beseffen echter niet dat de erfenis die ze hun eigen dochters meegeven verschrikkelijk zwaar om dragen is.

Blijven ademhalen

Ik kan me niet herinneren dat ik het ooit in mijn leven zo druk heb gehad, zelfs niet toen ik nog een fulltime studie met een fulltime job combineerde. De dagen vliegen voorbij, ik heb voortdurend tijd te kort en ik word geplaagd door het verschrikkelijk vervelende gevoel dat ik continu achter de feiten aanhol.

Toegegeven, mijn team heeft momenteel één persoon te weinig, maar ook in mijn privéleven geraak ik maar niet bijgebeend. Het is zo dat ik meer overuren maak sinds ik leidinggevende ben, maar ik probeer dit zoveel mogelijk te beperken door mijn middagpauzes zwaar in te krimpen. Ik beknibbel op mijn slaap, maar weet dat dit op de lange termijn niet houdbaar blijft. En af en toe moet ik mezelf eraan herinneren dat ik gewoon moet blijven ademen. Ademen en verder doen. Snel, snel.

We’re all connected

Vrijdagavond gingen mijn vriend en ik naar het USO-reisconcert in de PDS. Ik had niet verwacht veel bekenden tegen te komen, maar kijk, de Russische les bleek goed vertegenwoordigd te zijn (waarschijnlijk voelde iedereen zich zwaar onder druk gezet omdat twee van onze klasgenootjes meespelen in het USO ;-)). En na het concert liep ik op de receptie geheel onverwacht iemand tegen het lijf met wie ik nog in de studentenvereniging gezeten heb. De (zwangere) dame in kwestie bleek dan weer mijn in het USO spelende klasgenootjes uit de Russische les te kennen. En dit weekend vond ik op Facebook het meisje terug met wie ik jaren geleden in de noteleer zat en die toen mijn beste vriendinnetje was. En zij blijkt nu het lief te zijn van een collega met wie ik regelmatig samenwerk.

Had ik al eens gezegd dat het een kleine wereld is?

PS: Na elk klassiek concert dat ik bijwoon, zucht ik dat ik toch dringend mijn instrument eens vanonder het stof moet halen. Tot nu toe is het nog altijd bij zuchten gebleven.

Meningsverschil

“Goh,” zeg ik tegen mijn vriend, ‘s avonds in bed wanneer we over zulke dingen plachten te praten, “ik moet toch echt dringend eens uitzoeken wat ik wil in het leven.”

Och,” antwoordt hij, “dat weet ik al lang. Jij wil alles.”

‘t Zal wel een zaak zijn van: hij kent me beter dan ikzelf, zeker?