Zaterdag spoorden mijn vriend en ik ‘s ochtends naar De Pinte. Een treinrit die normaal (inclusief overstap in Gent-Sint-Pieters) zo’n anderhalf uur duurt, maar dankzij de werken in Brussel-Zuid een kwartier langer duurde.
Onze vrienden stond ons, samen met hun twee dochters al op te wachten in het station. Amai, die dochters hadden een klein groeispurtje doorgemaakt! Niet te geloven dat de oudste volgend jaar al naar het eerste studiejaar gaat. Ik heb het lang ontkend, maar de realiteit begint me in te halen: ik word oud en de nieuwe generatie staat trappelend klaar om mijn plek in te nemen. Binnenkort wordt de eerste baby die in mijn vriendenkring geboren werd meerderjarig. Niet te geloven.
We lunchten gezellig samen in Italiaans restaurant La Pineta. De ober apprecieerde mijn pogingen om het stof van mijn Italiaans te blazen en de twee jongedames in ons gezelschap gedroegen zich voorbeeldig. Echt, wat een dotjes van meisjes! De spaghetti met zeevruchten was overheerlijk, maar het was de zabaglione die met de hoofdprijs ging lopen. Zó lekker!
De rest van de namiddag deden we niet veel wereldschokkends. Het was lang geleden dat we mekaar gezien hadden, dus stof genoeg om bij te praten, maar het was toch vooral de levendige oudste dochter die met dee aandacht ging lopen. Dat we op de terugrit tijdens de overstap in Gent nog tijd hadden om een smoothie te gaan halen, was een fijne extra bonus.