De laatste dag van onze vierdaagse zetten we opnieuw in met een gezamenlijk ontbijtje. Na het ontbijt speelden de kinderen buiten terwijl wij onze spullen bijeen pakten. Ongelooflijk wat een mens zoal meesleurt voor amper vier daagjes weg.
Na afscheid genomen te hebben van de vriendelijke gastvrouw van Burg Blens (ze benadrukte meermaals hoe braaf de kinderen wel niet geweest waren en beloonde hen zelfs met extra snoepjes, wij trots natuurlijk), vertrokken we richting Heimbach.
Heimbach is een charmant dorpje vlakbij de stuwdam Rurtalsperre Schwammenauel. We beklommen in Heimbach de toren van het plaatselijke kasteel en genoten van het uitzicht op de mooie omgeving. Qua weersomstandigheden hadden we het moeilijk beter kunnen treffen, dit weekend, wat een prachtig herfstweer! Vervolgens maakten we een fijne wandeling langs de Rur. De kinderen begonnen lastig te worden (want wandelen is saai), maar niets dat we niet onder controle konden houden met een beetje Pokemon Gó.
We wandelen tot aan de leuke brasserie Terrasse am See met uitzicht over de rivier en besloten daar het middagmaal te nuttigen. Dat de vermoeidheid bij de kinderen begon te wegen, bleek uit het geruzie tussen de twee meisjes. Wat volgende grappige situatie opleverde: twee meisjes die over tafel met elkaar ruzie maakten met daartussen twee jongens die geen kik durfden geven.
Ik moet toegeven dat ikzelf ook last van de vermoeidheid had, want mijn geduld was ongeveer opgebruikt. Gelukkig was er onze vriend die het lont uit het kruitvat haalde door één van de nichtjes op schoot te nemen en haar soep geduldig binnen te lepelen. Spijtig genoeg zaten er tientallen peperbolletjes in de tomatensoep. Die er allemaal één voor één uitgevist moesten worden, want de jongedames houden niet van pikant. Wie kiepert er nu ook ganse peperbolletjes in tomatensoep?
Enfin ja, we zagen al snel in dat het geen goed idee was om de kinderen de ganse wandeling terug te laten doen, dus gingen de mannen te voet de wagen halen terwijl mijn vriendin en ik ons best deden om de kinderen koest te houden. Om tot bij ons te geraken, moesten de mannen een verbodsbod (de weg was enkel toegankelijk voor plaatselijk verkeer) en veel boze blikken van wandelaars negeren. Maar nood breekt wet!
Als afsluiter van ons weekend brachten we een bezoek aan het Bergbaumuseum van Mechernich. Het leek ons wel fijn om in de onderaardse gangen van de mijn rond te dwalen. De gids bleek echter enkel Duits te spreken (wat voor mij geen probleem is, maar de kinderen verstonden er uiteraard helemaal niks van) en ging te zeer in detail bij het uitleggen van de werking van de mijn. Mijn Duits is niet slecht, maar al die geologische en technische termen gingen toch ook mijn petje te boven. Enfin ja, ik zal nooit meer vergeten dat ‘blei’ lood is in het Duits.
Na de veel te lange inleiding mochten we dan eindelijk de mijn zelf verkennen. We kregen allemaal een helm op het hoofd (vooral nuttig voor de volwassenen, want die mijngangen zijn niet al te hoog en ik slaagde er toch in een paar keer in mijn hoofd te stoten). De vriendelijke gids (een actieve gepensioneerde) deed echt zijn best om de kinderen wat te animeren, maar al zijn vragen aan hen stelde hij in het Duits. Ik deed mijn best om te vertalen, maar je zag dat de aandacht van de kinderen al snel verslapte.
De mijn zelf was echt de moeite van een bezoek waard: de rondleiding was vrij uitgebreid en bracht ons in verschillende gangen en zalen. Het was voor mij trouwens de eerste keer dat ik een oude mijn bezocht en dat terwijl ik niet eens zo ver van de Limburgse mijnstreek ben opgegroeid. Interessant om weten is dat deze mijn tijdens de Tweede Wereldoorlog drie jaar lang door de bevolking als schuilplaats gebruikt werd.
Na ons bezoek was het al bijna half vijf. We stonden voor de keuze om rechtstreeks naar huis te rijden (toch een goeie drie uur rijden naar Geel om de nichtjes terug bij hun ouders af te leveren). Het leek ons daarom verstandiger om een vroeg middagmaal te nuttigen (‘s middags hadden we toch niet veel gegeten) en dan in één trek naar huis te rijden en de kinderen in bed te steken.
Op Allerheiligen waren er jammer genoeg veel zaken gesloten, maar gelukkig konden we terecht bij Bistro Rathaus in het centrum van Mechernich. Aangezien het één van de enige zaken was die open was, was het er behoorlijk druk. Gelukkig slaagden we erin een tafel voor acht personen te bemachtigen door drie oude dametjes weg te jagen die er een tasje koffie kwamen drinken. 😉
Het duurde nogal lang voordat we effectief ons eten kregen, maar de wafels met poedersuiker die de twee jongsten besteld hadden, vielen zo goed in de smaak, dat we meteen een tweede portie bestelden. Het oudste nichtje at (weeral) spaghetti, deze keer zelfs mét de saus op de pasta geserveerd. Progress!
Na het avondmaal reden we met twee dodelijk vermoeide meisjes in één ruk door naar Geel. Half slapend werden ze van schoenen en jassen ontdaan en rechtstreeks in bed gestoken. We bleven nog wat napraten bij de zus en schoonbroer van mijn vriend, maar maakten het niet te laat. Een goede nacht slaap zou ons immers zelf ook deugd doen.
Een rit naar Leuven later, zat het weekend er alweer op!