Het onveiligheidsgevoel

Hier op het werk is aan het pieken. Een half uurtje geleden is er een paneel uit het plafond naar beneden gekomen. En dan heb ik het niet over een licht gyproc paneeltje, neen, maar wel over een ijzeren paneel met daaraan bevestigd het systeem waardoor het water voor de airco loopt. Zo’n tweeëneenhalve meter lang en loodzwaar, ik ben er zelf aan gaan voelen. Het paneel is vlak naast een collega naar beneden gekomen. Het arme mens zag lijkbleek. Als je zoiets op je hoofd krijgt, kan je alleen maar hopen dat je een dikke schedel en een goede engelbewaarder hebt.

En nu zit iedereen hier naar het plafond te kijken.

Schoolreisje naar Amsterdam

Zoals gezegd, ben ik gisteren naar Amsterdam geweest. Niet voor een plezierreisje, helaas, maar voor een werkbezoek. Allez, werkbezoek, het voelde eerder aan als een schoolreisje. ‘s Ochtends vroeg met een bende van twintig personen op de trein. Net een stel uitgelaten kinderen. Voor mij was het op de heenreis nog iets te vroeg om al uitgelaten te zijn, dus ik heb een uiltje geknapt. Treinen en voertuigen in het algemeen hebben een rustgevende invloed op mij, vermoedelijk komt dit doordat mijn ouders, ten einde raad, met huilbaby yab toertjes met de auto deden om mij toch maar enigzins stil te krijgen.

De studiereis zelf vond ik maar matig interessant. Alleszins niet interessant genoeg om ervoor heen en weer naar Amsterdam te gaan. Onthoud ik als pluspunten: ons bezoekje aan de Waag en aan de Brakke Grond. Al de rest hadden ze, wat mij betreft, gerust kunnen overslaan. En ik had de indruk dat sommige van mijn collega’s hier ook zo over dachten, te horen aan het nogal luide geroezemoes dat tijdens bepaalde presentaties ontstond. Natuurlijk kan ik het hen niet kwalijk nemen dat ze het saai vonden, dat vond ik ook, maar beleefd is anders. Per slot van rekening ben je te gast bij mensen die de tijd nemen om je hun verhaal te doen. Je kan dan op zijn minst de beleefdheid opbrengen om naar hen te luisteren. Geen goeie punten voor ons schoolgroepje.

Gelukkig eindigde de dag met een receptie (godzijdank voor recepties) in de Brakke Grond. Goeie wijn en interessante kunst. Ik was vooral erg gefascineerd door de kerel die zo zot was om een film op zijn hoornvlies te laten projecteren. Mijn ogen begonnen geheel empatisch pijn te doen als ik alleen nog maar naar hem keek. Alles voor de kunst, zal ik dan maar denken.

Nog een kunstwerk dat mij kon bekoren: ronddraaiende luidsprekers die een soort van oerwoudgeluiden produceerden.

Niet alleen leuk om naar te luisteren, maar ook best wel fotogeniek.

Erg jammer dat er tussen de presentaties door zo weinig tijd was om van de stad te genieten. De zon scheen zo mooi dat mijn gedachten meermaals afdwaalden naar een gezellig terrasje met een lekkere cocktail. De enige foto die ik van Amsterdam zelf heb, is genomen vanuit het raampje van de trein op weg naar huis:

Tijdens de treinrit naar huis was ons clubje zo mogelijk nog luidruchtiger dan op de heenreis. Ik vermoed dat de wijn op de afsluitende receptie daar iets mee te maken had. Een beetje vervelend, want ik had een hoop lectuur bij om de tijd te doden op de trein (ik slaap niet alleen graag op de trein, ik lees er ook graag) en ik was echt niet in de mood om flauwe grapjes te maken over fuckme-botjes, (Ja, soms kan ik gewoon ook heel erg serieus zijn.) ‘k Was blij toen ik ‘s avonds eindelijk rustig in mijn bedje lag.

Uitbollen op vrijdag?

Dan toch niet vandaag. De ganse voormiddag (en een klein stukje namiddag omdat de bus te laat was om ons te komen ophalen) geluisterd naar wisselend interessante uiteenzettingen over digitaal archiveren. Vooral onthouden dat het meeste werk kruipt in het voorbereiden van de documenten (lees, de nietjes eruit peuteren en de post-its eraf halen).

Prijs voor de meest boeiende uiteenzetting gaat naar de projectleider van het digitaliseringsproject in Alsace-Moselle. Men is daar volop bezig met het inscannen en digitaliseren van alle grondboeken (een systeem voor de registratie van eigendomsrechten op onroerende goederen). Een monnikenwerk voorwaar, omdat alles wat in die boeken staat met de hand geschreven is en na het inschannen overgetypt moet worden door typslaafjes in Madagascar. Ik heb wel even geslikt toen het prijskaartje vermeld werd.

De broodjes en de wijn die we na de uiteenzettingen kregen, vielen zeer in de smaak. Alleen het half uur ronddrentelen op de stoep voordat de bus kwam opdagen, mocht wat mij betreft overgeslagen worden. Door deze vertraging was ik natuurlijk te laat terug op het werk om de geplande vrijdagnamiddagvergadering bij te wonen (wie plant er nu in hemelsnaam een vergadering op vrijdagnamiddag, euh ja, ikke dus). Gelukkig was er nog een stukje bavarois over om te vieren dat ons departement na de Grote Hervorming net één jaartje bestaat. Elke reden is goed om een stukje (of twee of drie) bavarois te eten. 😉

En straks moet ik gaan eten bij vrienden in hun nieuwe stulpje, hopelijk heb ik tegen dan weer wat honger…

Pensioen

Deze namiddag hadden we bezoek. Een vroegere collega die nu op pensioen is, kwam even gedag zeggen en kijken hoe het ons verging op onze nieuwe werkplek. Ik was erg blij hem terug te zien. Een zeer bekwame man, perfect van alles op de hoogte en supersympathiek. We hebben wat zitten babbelen. Blijkt dat hij in 68 (!) al één van de eerste computers (nuja, computer, automatische rekenaar eerder) binnen ons bedrijf gebruikte. Een fortuin moet dat ding toen gekost hebben. Hij zei dat een gelijkaardig exemplaar nu in het Museum of Science in Boston stond.

We vroegen hem of hij zijn dagen goed gevuld kreeg en zijn spontane antwoord: “Druk jongens, niet te doen.” En ik die dacht het na mijn pensioen een beetje rustig aan te doen. 😉