Gisteren trokken mijn vriend en ik met zijn ouders naar de kerstmarkt in Brussel. Aangezien de Brusselse kerstmarkt qua schaal vele malen groter is dan die van Leuven, spraken we af rond het middaguur in Brussel Centraal. We wandelden door de prachtig versierde Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen naar het Beursplein, omdat daar de meeste etensstandjes zijn. Ik at er gegrilde octopus en pelmeni, terwijl mijn vriend en zijn ouders zich te goed deden aan een pitabroodje.
Na de lunch wandelden we het prachtig gerestaureerde Beursgebouw binnen. Voor mij de eerste keer dat ik daar kwam sinds de heropening. We bewonderden de pracht en praal en maakte gebruik van de toiletten.
Onze eerste glühweinvariant van de dag dronken we op het De Brouckèreplein: een Rhum PomPomPomme met warm appelsap, gember, kaneel en (uiteraard) bruine rum. Erg lekker.
Tijd voor een streepje cultuur als tegengewicht voor al die kerstkitsch. Met een bezoek aan de St-Michiels en St-Goedelekathedraal konden we meteen één van de meest iconische gebouwen van Brussel afvinken. We betaalden een paar euro inkomgeld voor een bezoek aan de schatkamer en kregen zowaar bijna een privérondleiding van de zeer vriendelijke gepensioneerde vrijwilligster aan het onthaal. Over elk kunstwerk had ze wel een verhaal te vertellen en mocht er niet een volgende bezoeker zich aangemeld hebben, was ze nu waarschijnlijk nog aan het praten. Ook leuk: de kerststallen gemaakt door de verschillende internationale parochies in Brussel.

















