Really don’t get what all the fuzz is about. Ik at mijn eerste chocolate chip cookie met krekels al in 2009! En lekker dat het was! Lang leve het insectenmuseum van New Orleans!
new orleans
Zondag 21 juni: Het taxivoorval
Het begin van de zomer, ons afscheid van New Orleans. Het was een toffe tweedaagse, maar de hitte zal ik niet meteen missen.
Wat begon als een rustige ochtend, dreigde echter op een dramatische manier te ontsporen. Mijn vriend en ik waren in alle vroegte opgestaan, want onze vlucht naar Chicago vertrok om 7.55u en voor een binnenlandse vlucht moet je toch een uur op voorhand op de luchthaven zijn. We hadden niet bepaald zin om weer naar de gate te moeten spurten.
We waren duse mooi op tijd aan de balie om uit te checken. Er waren echter wat problemen met het computersysteem óf de bediende die aan de receptie stond, kon er niet veel van. Het uitchecken van de persoon voor ons duurde hemeltergend lang en we zagen de minuten tot het tijdstip waarop onze taxi ons kwam ophalen, langzaam wegtikken. Vandaar dat ik voorstelde om even naar buiten te gaan om te kijken of er al een taxi stond en die dan op de hoogte te brengen van onze vertraging. Ondertussen bleef mijn vriend aan de balie wachten.
En inderdaad, er stond buiten al een taxi. De chauffeur stapte uit toen hij mij zag en mompelde iets wat op ons kamernummer leek. Hij nam meteen mijn koffer van me over en stopte deze in de taxi voordat ik daar goed en wel toestemming tot gegeven had. Iets waar ik niet zo heel blij mee was, maar goed, het leek een officiële taxi te zijn. Hij ging zelfs mee naar binnen om de koffer van mijn vriend op te halen. De persoon aan de balie leek de chauffeur te kennen, dus dat nam mijn ongerustheid wat weg. Ik zei de chauffeur dat we wat vertraging hadden opgelopen doordat we nog niet uitgecheckt waren. Hij zei dat dat geen probleem was. En toch had ik ergens een gevoel dat er iets niet goed zat. Ik hield buiten op de stoep de taxi met daarin bijna al onze bagage erg goed in het oog, terwijl de chauffeur wachtte tot mijn vriend de financiële kant van ons verblijf had geregeld.
Op een zeker moment stapte de chauffeur opnieuw uit, blijkbaar om te kijken waar mijn vriend bleef en wat toen gebeurde, is echt te gek voor woorden. Mijn vriend was net met de laatste formaliteiten bezig (de baliebediende was nog steeds aan het knoeien), toen er opeens een tweede taxichauffeur opdook. Die ook ons kamernummer kende. Verwarring alom. Twee taxichauffeurs, welke was de juiste?
De tweede taxichauffeur was exact op het tijdstip van de afspraak gearriveerd en leek erg boos op de eerste taxichauffeur. Taxichauffeur nummer 1 scheen zich echter niet al te veel aan te trekken van zijn collega en gebaarde ons in te stappen. Wij wilden echter niet meer met taxichauffeur nummer 1 meerijden, maar probleem, al onze bagage zat nog in de koffer van de wagen en taxichauffeur nummer 1 weigerde die open te doen. Als het al niet zo warm was, zou het zweet mij toen zeker uitgebroken zijn.
Taxichauffeur nummer 2 nam toen het heft in handen en opende de koffer van taxi nummer 1 door aan een hendeltje aan de kant van de chauffeur te trekken. Mijn vriend en ik namen snel onze bagage uit de wagen en drie tellen later lagen ze in de koffer van taxi nummer 2. Dit was duidelijk niet naar de zin van taxichauffeur nummer 1 die begon te roepen wie er zijn koffer had geopend en dat dat toch zomaar niet kon.
Taxichauffeur nummer 2 schoot daarop in een Franse colère zoals ik nog nooit heb meegemaakt. Een scheldtirade waarin woorden zoals “bitch, motherfucker, motherfucking bitch” en nog meer fraais uit zijn mond vloeiden. Het leek een stuk dialoog recht uit een gangstermovie. Mijn vriend en ik waren met stomheid geslagen. Maar het bleef niet bij verbale agressie: taxichauffeur nummer 2 dreigde met een stuk gereedschap nummer 1 op zijn bakkes te slaan. De tussenkomst van mijn vriend en ik in dit alles beperkte zich tot “Sir, sir, don’t do it. Please step back in the car.” Wat chauffeur nummer 2 na enkele seconden gelukkig ook deed.
Zijn boze bui smolt als sneeuw voor de zon en hij schakelde meteen over op een gezapig conversatietoontje. Ik was zo geshockeerd dat ik even moest bijkomen. Stel je voor dat die mannen elkaar werkelijk te lijf gegaan waren.
Onze taxichauffeur legde uit dat dit een veel voorkomende praktijk was. Taxichauffeurs die voor zichzelf werken, proberen klanten van andere chauffeurs die voor maatschappijen werken af te pakken door de bediende aan de balie wat geld toe te stoppen. Zo weten ze welk kamernummer er op welk uur een taxi besteld heeft. Ze zorgen dat ze een kwartier voor het tijdstip van afspraak ter plekke zijn en pikken de klant onder de neus van de werkelijk bestelde taxi uit. Bovendien rekenen ze het smeergeld dat ze aan de bediende gaven om het kamernummer te verklappen bij de prijs voor de rit naar de luchthaven.
Meteen begrepen mijn vriend en ik de woede van chauffeur nummer 2. Al was ik behoorlijk opgelucht toen we veilig en wel op de luchthaven stonden.
Zaterdag 20 juni: Kerkhoven en stoomboten
We begonnen de dag met een snel ontbijt ergens op een binnenpleintje aan Royal Street. We hadden energie nodig, want die ochtend stond er een wandeling van twee uur in de hitte op het programma. Toen we iets voor tien op de plek van de afspraak met de gids aankwamen, bleek dat wij de enige toeristen waren die gereserveerd hadden voor de wandeling. Leuk, een privé-rondleiding.
Samen met de gids wandelden we naar cemetery #1. Onderweg vertelde hij uitgebreid over de verschillende bouwstijlen. Zo kwamen we te weten wat een shotgun house en een garçonnière zijn. En kregen we veel tips over leuke eetgelegenheden. We vroegen ons in stilte af hoe het mogelijk was dat wij, met zoveel leuke en goede restaurantjes binnen bereik, er gisterenavond toch in geslaagd waren een slecht restaurant te treffen.
Het oudste kerkhof van New Orleans lag te blaken in de hitte die weerkaatste van de witte graven. De gids vertelde over de begrafenisrituelen. De doden werden bovengronds begraven omdat het grondwaterpeil te hoog was. De lijken liggen in graven die de vorm van bakovens (fours) hebben en dat mag je letterlijk nemen, want de temperatuur kan hoog oplopen in die graven. Na een jaar en één dag werden de graven opnieuw geopend en werden de overblijfselen achteraan in het graf geduwd, zodat er plaats was voor een nieuw lijk.
Sommige grotere graftombes behoorden toe aan verenigingen. Als je lid werd van de vereniging en minstens naar een aantal begrafenissen per jaar ging, had je het recht om in de mooie graftombe begraven te worden. Ook hier werden de grafkisten na een jaar en één dag geopend om plaats te maken voor nieuwe overledenen. De overblijfselen werden dan in een kolom in het midden van de graftombe geduwd of onderaan in een soort ondiepe kelder gelegd.
De graven waren vroeger trouwens veel kleurrijker dan nu. Bij ons bezoek overheerste wit op het kerkhof, maar vroeger had elk graf een eigen kleur. We zagen ook de graftombe van Marie Laveau, een bekende voodoo-queen. Al is er onzekerheid over de echte begraafplaats van Marie Laveau, het graf stond vol met markeringen in de vorm van drie kruisjes. De mensen die de kruisjes op het graf achterlaten, geloven dat Marie Laveau een wens van hen zal vervullen.
Na de wandeling aten we in de Old Coffee Pot bistro, een oude en gezellige eetgelegenheid waar ik de beste gumbo tot nu toe gegeten heb. Ik dronk er ook mijn eerste Hurricane, een bekende cocktail uit New Orleans. In tegenstelling tot de andere cocktails die we al gedronken hadden, was deze cocktail op basis van rum behoorlijk straf spul. Je werd er meteen vrolijk van. 😉
In de namiddag namen we de beroemde streetcar (een oud trammetje dat nostalgie uitademt) naar the Garden District. In the Garden District staan kasten van villa’s die voor hun bouwstijl de mosterd gehaald hebben bij uiteenlopende architectuurstromingen. De villa’s werden oorspronkelijk bewoond door rijke Amerikanen die niet in the French Quarter tussen de Creolen en Fransen wilden wonen.
Na ons ritje met de streetcar wilden we naar Mardi Gras World. In onze reisgids stond dat deze attractie, geheel en al gewijd aan hét feest van het jaar, Mardi Gras, zich in Algiers bevond. Helaas bleek, na een ritje met de ferry naar de andere kant van de Mississippi, dat reisgidsen niet altijd de waarheid in pacht hebben. Mardi Gras World was onlangs verhuisd. We hadden ons deze nutteloze tocht kunnen besparen door op voorhand de website te raadplegen. ‘t Internet, ‘t is toch een mooie uitvinding.
‘s Avonds hadden mijn vriend en ik een cruise geboekt op de Steamboat Natchez, het enige nog opererende stoomschip op de Mississippi River. Tijdens de boottocht genoten we van een lekker buffet en het prachtige uitzicht op de oevers van de Mississippi. We wierpen ook een blik op de motoren van het schip, maar lang bleven we daar niet plakken, wegens veel te warm. De tocht was door de koele bries zeer aangenaam.We bewonderden de zonsondergang en de skyline van New Orleans terwijl de lichtjes één voor één aangingen.
Je kan zeggen van Amerikanen wat je wil, maar ze zijn wel vlot in de omgang. Een Amerikaan knoopt gemakkelijk een praatje aan met een wildvreemde. Talloze keren werden we al gevraag waar we vandaan kwamen. Wanneer we dan “Belgium” antwoordden, zag je sommige mensen verward kijken. Duidelijk nog niet gehoord van ons kleine landje. 😉
Nadeel is dat sommige Amerikanen wat té familiair zijn. Zoals de dame op leeftijd met het witte leeuwenkapsel. Ze vertrouwde ons toe dat ze samen met haar echtgenoot hun 19th anniversary aan het vieren waren. Dit had ze duidelijk gedaan met veel te veel cocktails, want we konden nog amper verstaan wat ze zei. Ze stond erop een foto van mij en mijn vriend te nemen. Wat ik, aarzelend, toestond, maar niet zonder de band van het toestel rond haar hals gehangen te hebben. Ze zou ons toestel maar eens laten vallen.
Het kostte ongeveer een kwartier voordat ze door had hoe ze het toestel moest bedienen en de foto’s trokken op niet veel. Ik kreeg vervolgens een dikke knuffel en wat zoenen van haar. Het leek alsof we elkaar al jaren kenden en we de beste vriendinnen waren. Openheid en vriendelijkheid, al wat je wil, maar dit was voor mij toch een brug te ver. Na deze kennismaking zijn mijn vriend en ik discreet op een andere plaats gaan staan. 😉
Vrijdag 19 juni: Goodbye Baton Rouge, hello New Orleans
Afscheidsdag. Voor de laatste keer samen ontbeten met K en L en de drie kindjes. Hopen knuffels en zoenen later, vertrokken we richting New Orleans, de volgende etappe op onze reis. Vriend K was zo vriendelijk om ons met zijn wagen naar het hotel in New Orleans te brengen. Onderweg hadden we een zeer vurige discussie over geloof en de plaats van de vrouw in de maatschappij. Twee thema’s waarover ik nogal uitgesproken ideeën heb. De discussie was bijgevolg bijzonder geanimeerd. K weet perfect wat hij moet zeggen om mij op mijn paard te krijgen. 😉
Het St. James hotel dat we geboekt hadden terwijl we bij K en L logeerden, bleek een voltreffer te zijn. Vriendelijk onthaal, prachtige kamer. Alleen jammer van dat verstopte toilet. Gelukkig bleek dat euvel snel verholpen te zijn. But it wasn’t pretty.
Na ons geïnstalleerd te hebben in de kamer en genoten te hebben van de kinderloze stilte, trokken we New Orleans in. New Orleans is een stad met een rijke geschiedenis. De invloeden van de talrijke volkeren die zich hier vestigden, zijn tot op de dag van vandaag nog voelbaar, al heeft de Amerikaanse cultuur duidelijk de overhand behaald. De gebouwen dragen de sporen van Spaanse, Franse en Creoolse invloeden. Een speciale vermelding verdienen de Cajuns, die helemaal vanuit Canada naar de landbouwgronden rond New Orleans emigreerden, omdat ze weigerden trouw te zweren aan de Engelse koning.De prachtige ijzeren balkons die de huizen in New Orleans versieren, zijn een lust voor het oog.
We wandelden door de stad en streepten één voor één de bezienswaardigheden van ons lijstje. Dat ging sneller dan verwacht. De French Market bleek een teleurstelling. Waar ik een gezellige kleurrijke markt had verwacht met allerlei etenswaren, vonden we een hypertoeristische markt met schreeuwerige souvernirs, made in China. Daar waren we snel doorheen. Het Old Ursuline Convent was een aangenaam rustpunt op onze wandeltocht. De geschiedenis van het klooster werd uit de doeken gedaan en in één van de kamers stond er een maquette van New Orleans zoals de stad er begin van vorige eeuw uitzag.
De St. Louis Cathedral was prachtig. De oudste kathedraal van Amerika heeft niets van haar pluimen verloren. Vooral het plafond was schitterend. Gelukkig is het historische French Quarter gespaard gebleven van de overstromingen veroorzaakt door Katrina. De toeristische buurt draait er nog steeds op volle toeren. Je kan er zelfs talrijke Katrina-souvernirs kopen of een begeleide wandeling doen door de getroffen gebieden.
Om wat uit te rusten dronken we een cocktail in een bar. Viel dat tegen. Het mengsel dat we voorgeschoteld kregen, leek in de verste verte niet op cocktails zoals ik die gewoon ben. De cocktail werd geserveerd (the horror) in een plastieken beker, de smaak was veel te zoet met een vleugje alcohol en de portie was gewoon veel te groot met veel te veel ijs. Net alsof je alcoholisch suikerwater aan het drinken was. Een afknapper.
Na de middag werd het een beetje te heet naar onze zin en zochten we de koelte op van het insectuarium. De tentoonstelling over het leven van insecten wist ons zo te boeien dat het sluitingstijd was voor we er goed en wel erg in hadden. We bekeken die fascinerende beestjes en gruwelden een beetje van de display met levende kakkerlakken. Er was zelfs een speciale keuken waar je enkele gerechten met insecten kon proberen. Zo at ik een chocolate chip cookie met krekels en enkele gefrituurde meelwormen met chili. Best lekker. Al kon ik mijn vriend daar niet van overtuigen. 😉 Het insectuarium had ook een vlindertuin. En al kon deze de concurrentie met het Butterfly sanctuary in Kuranda bijlange na niet aan, we zagen toch enkele mooie exemplaren.
‘s Avonds trokken we richting Bourbon Street, de straat van het zondige leven. Een bruisende straat vol met cocktailsbars, stripteasebars, peepshows, restaurants, drankkraampjes, straatartiesten en heel, heel veel volk. We slenterden door de mensenmassa en vergaapten ons aan de wisselende taferelen. Bij elke zaak stonden ronselaars op de stoep die mensen probeerden naar binnen te lokken met gratis drankjes, kortingen en halfnaakte dames op doorzichtige hakken.
We keken naar een straatshow van drie breakdancers en gooiden onze dollarbijdrage in hun kartonnen dozen. We kozen op goed geluk een restaurant uit. Ik bestelde Creoolse garnalen en mijn vriend jambalaya. Jammer genoeg viel het eten tegen. De eerste keer dat het mij echt niet smaakte. Mijn garnalen leken overgoten te zijn met tomatensaus en de jambalaya van mijn vriend had last van hetzelfde euvel. We lieten ons ook weer vangen aan de cocktails. De banana daiquiri en de strawberry daiquiri waren veel te zoet én te duur.
Na het avondeten gingen we terug naar het hotel. We hadden Bourbon street gezien, maar waren niet onder de indruk van haar verleidingstechnieken.
Horror in New Orleans
Ik heb nog niet veel geblogd over de situatie in New Orleans, gewoon omdat ik geen woorden vond om de situatie daar te omschrijven. Die mensen zijn alles kwijt. Alles. De beelden zijn te gruwelijk voor woorden. Lijken die in de straten drijven. Bodemloze ellende.
Het stoort mij bovendien te moeten vaststellen dat een supermacht als Amerika niet beter voorbereid was op deze catastrofe. Een catastrofe die voorspeld was. Dijken waarvan men wist dat ze niet in staat waren een orkaan van deze sterkte te weerstaan. Hulporganisaties die niet klaar stonden om dadelijk na de storm in te grijpen.
Het stoort mij nog veel meer om te moeten vaststellen dat de arme zwarte bevolking het grootste slachtoffer is. Zij hadden niet de middelen om het natuurgeweld te ontvluchten. Zij bleven in hun ondergelopen huizen of trokken naar schuilplaatsen zoals de Superdome waar ze dagen in de meest mensonterende omstandigheden geleefd hebben. Ik vraag mij gewoon af of de hulpverlening sneller op gang gekomen zou zijn indien de slachtoffers een ander kleurtje hadden. Omdat ik (gelukkig) nog een tikkeltje geloof in de mensheid heb, zal ik dit maar wijten aan incompetentie en gebrek aan vooruitziendheid.
Enfin, ik wilde er niet echt over bloggen omdat ik vond dat mijn woorden ontoereikend waren en misschien zijn ze dat ook wel. Maar toen ik dit artikel las op de BBCnews-site, kon ik niet anders dan een stukje wijden aan al die mensen die in de ellende zitten.