Yukkie

Vorige week was er op het werk tijdens de middagpauze een marktje met producten uit de eerlijke handel. Aangezien ik altijd open sta om nieuwe dingen te proberen, wilde ik een flesje kombucha original green en kombucha rooibos kopen. Een bioproduct dat nog goed is voor de gezondheid ook, wie kan daar iets tegen hebben? Twee kleine flesjes, als het tegenvalt, dan is dat nog geen ramp. Omdat ik soms een watje ben, liet ik mij echter door de vriendelijke meneer aan het kraampje overtuigen om ook een grote fles kombucha ascetic mee te nemen. “Ja, juffrouwtje, ik doe wat van de prijs af omdat het de laatste dag is en ‘t is zuiverend en moet ge geen zakske hebben?”

Enfin, eerlijke handel, dat steun ik graag. Veel overredingskracht was er niet nodig. Al had ik moeten weten dat er iets niet helemaal in de haak was met het spul in kwestie. Het standje van de vriendelijke meneer-commercant was namelijk het enige standje waar je niets kon proeven. En sinds vandaag weet ik waarom. Kombucha ascetic is namelijk niet te drinken. Het smaak naar azijn met brubbels is. Het is zo slecht dat je niet anders kan dan een vies gezicht trekken bij de eerste druppel die op je tong belandt.

Ach ja, het kunnen niet allemaal meevallers zijn, he?

Russische les

‘t Is nog steeds grote liefde tussen mij en de Russische taal. Ik denk dat ik stiekem een beetje verliefd aan het worden ben op de juffrouw en dan met name op haar ongebreidelde enthousiasme om ons zo goed mogelijk Russisch aan te leren. Ik kan haast niet wachten tot ik genoeg Russisch onder de knie heb om naar Rusland te gaan. Benieuwd naar het land en de inwoners.

Vergaderen

Ben ik net mijn boeltje aan het bijeen pakken om naar huis te vertrekken, komt er een collega van een andere dienst vragen of ik morgenvoormiddag bij een vergadering aanwezig kan zijn. Ik moet in eerste instantie niet zo vriendelijk gekeken hebben, want hij vroeg het daarna nog eens heel beleefd. Ik had morgenvoormiddag echter niks in mijn agenda staan en “geen goesting” telt niet als excuus.

En zo zit ik ook deze week weer aan een gemiddelde van één vergadering per dag. En ik die dacht dat het wat rustiger zou worden na de Deadline.

De juffrouw Japans

Was weer in goeie doen gisteren. Cha-o-tisch. Niet te doen. Cd’tje vergeten. Knoeien met wisselgeld voor de werkboeken, knoeien in het taallabo, niet goed uitleggen wat de bedoeling van een oefening is, enzovoort. En elke zin die ze zegt, wordt gevolgd door een beetje raar, ironisch lachje. Ik weet niet goed of ze nu met haar eigen geknoei lacht of dat het gewoon een zenuwtrekje is. Ik vermoed dat laatste. Van de bissers hebben we vernomen dat het vorig jaar nóg grotere chaos was. Er is dus alleszins verbetering waarneembaar. 😉

Opendeurdag in Abdij Keizersberg

Zondag zijn we naar de opendeurdag van Abdij Keizersberg geweest. Vreemd toch dat we tijdens al die jaren in Leuven nog nooit een bezoekje aan deze abdij gebracht hebben en dat terwijl ik een grote liefde heb voor deze sacrale gebouwen. Het is een trend die je wel vaker ziet, mensen die verre reizen maken en het moois vlak voor hun neus negeren. Nu steek ik niet onder stoelen of banken dat ik graag verre reizen maak, maar ik probeer dit te compenseren door een gezonde aandacht aan de dag te leggen voor de mooie dingen in mijn buurt. België is een minilandje, maar heeft op het vlak van cultuur en ja, zelfs natuur, zeker het één en ander te bieden.

Dus toen mijn vriend enkele weken geleden mij erop attent maakte dat Abdij Keizersberg op 30 september een opendeurdag hield, kruiste ik die dag meteen aan in mijn agenda. Veel te vroeg naar mijn goesting (het wii-feestje had langer geduurd dan verwacht) kropen we de dag zelf uit ons bed. Het oorspronkelijk plan was te voet naar de abdij te trekken. Een goeie klim ga ik immers nooit uit de weg. Doordat ik echter moeilijk uit mijn bed raakte en we absoluut de Gregoriaanse mis om 10.00u wilden bijwonen, moesten we de wagen nemen om niet te laat te komen.

Bij de abdij aangekomen, was het even zoeken naar een parkeerplaatsje, we waren duidelijk niet de enige die op zondagochtend naar de mis trokken. De kerk zat goed vol. 70 à 80 procent van de aanwezigen, was ouder dan zestig. Mijn vriend en ik sprongen tussen al dat grijze haar serieus in het oog. Denk dat we, met uitzondering van een paar kleuters, veruit de jongste aanwezigen waren. De mis was behoorlijk indrukwekkend. De mooie gezangen van het mannenkoor vulden de ganse ruimte en toen de gelovigen invielen (bijna iedereen zong mee), kreeg ik, doorwinterd atheïst, toch even kippenvel. Zeer, zeer mooi. Een echte belevenis.

Minder mooi vond ik de stukken uit het evangelie die werden voorgelezen. Veel stukken die over schuld en boete gingen, over branden in de hel en zo. Ik kan me voorstellen dat deze teksten in vroeger tijden de gelovigen een heilige schrik voor de zonde aanjaagden. De gekozen stukken schetsten een beeld van een onvergevingsgezinde god die elke misstap van zijn volgelingen genadeloos afstraft in het hiernamaals. Gelukkig milderde de priester de inhoud van de teksten door ze op een symbolische manier te verklaren. Maar toch.

Na de Gregoriaanse mis gingen de deuren van de abdij open. De abdij is nog redelijk recent. Ze vierde dit jaar haar honderdjarig bestaan en ademt dus niet de sfeer van ouderdom en eeuwigheid uit die je bijvoorbeeld wel in het de Abdij van ‘t Park vindt. Het gebouw op zich is echter meer dan interessant genoeg. In de eerste plaats omdat de plek waar de abdij gebouwd is, de Keizersberg, een zeer rijke geschiedenis heeft. In de dertiende eeuw werd op deze heuvel een burcht gebouwd, die eeuwen later als verblijfplaats diende voor de jonge Keizer Karel die de burcht later verfraaide en uitbreidde. In de achttiende eeuw was de burcht echter in verval geraakt en beval keizer Jozef II de afbraak. Alleen de schoormuur en de 36 meter diepe waterput (die we op politiebevel niet mochten bekijken) bleven gespaard.

De heuvel heeft echter niet alleen een seculiere geschiedenis. Aan de oostelijke zijde van de heuvel, “Wolvenberg” genoemd, bouwden de graven van Leuven in 1187 een huis voor de Tempelridders. Na de opheffing van de orde van de Tempeliers, vestigden de Hospitaalridders van Sint-Jan zich in deze commanderij tot de komst van de Fransen in 1789. De kerk van de commanderij werd afgebroken en de gebouwen van de commanderij verkocht. Het eeuwenoude kloostergebouw werd helaas helemaal vernield tijdens het nachtelijke bombardement van mei 1944.

Het indrukwekkendste vertrek in de abdij vond ik de bibliotheek. Zeer oude en interessante boeken, waarvan de handgeschreven fiches te raadplegen zijn in een prachtige houten fichekast. De bibliotheek van de abdij bezit ongeveer 250.000 boeken. Je kan de bibliotheek alleen consulteren na een afspraak gemaakt te hebben.

Na wat rondgewandeld te hebben in de kloostergang en de verschillende vertrekken, pauzeerden we even in de eetzaal met een stukje taart en een goudgeel aperitiefwijntje (voor mij) en een Keizersberg bier en een boterham met abdijkaas (voor mijn vriend). Kanttekening: in de abdij zelf werd nooit bier gebrouwen, de abdij leende slechts zijn naam aan dit streekproduct. We zaten nog maar net aan tafel toen twee nonnetjes ons vervoegden. Toen we zeiden dat we ‘s ochtends naar de mis waren geweest, kon ik zien dat ze onder de indruk waren. Je zag ze zo denken: “D’r zijn dan toch nog jonge mensen die naar de mis gaan.” 😉

Bij het verlaten van de abdij passeerden we allerlei standjes met christelijke en iets minder christelijke producten. We konden het niet laten en schaften ons een mooie uitgave over bier van het Davidsfonds aan. We kochten ook een flesje van de lekkere goudgele aperitiefwijn. Leuk voor als we gasten hebben.

Conclusie: breng zeker eens een bezoekje aan Abdij Keizersberg. Voor de liefhebbers van liturgische gezangen is het bijwonen van de Gregoriaanse mis zeker een aanrader.