The blackberry story

Of hoe de realiteit de fictie soms overtreft. Dit verhaal overkwam een kennis van mij.

Het verhaal speelt zich af in Frankrijk tijdens een skivakantie. Na een dagje skipret realiseerde de kennis in kwestie zich dat ze haar blackberry kwijt was. Waarschijnlijk uit haar jaszak gevallen terwijl ze aan het skiën was. Ze zag al meteen in dat een zoektocht hopeloos was, maar hoopte dat er zich ergens een eerlijke vinder zou aanmelden. Nog geen dag eerder had ze immers zelf iemands iphone op de piste gevonden en deze aan de rechtmatige eigenaar terugbezorgd. Het zou een soort van kosmische rechtvaardigheid zijn, mocht haar hetzelfde overkomen.

Helaas, er meldde zich geen eerlijke vinder en ze vertrok naar België zonder blackberry. Tot haar vriend een goeie week later een telefoontje kreeg, van een Belg dan nog wel, die de blackberry gevonden had. Bleek dat de batterijen van het toestel in kwestie plat waren en dat de eerlijke vinder serieus wat moeite had moeten doen om een oplader te vinden. Maar daar stopt het verhaal niet. De vinder bleek net als mijn kennis te studeren in Leuven. De blackberry kon door dit ongelooflijke toeval de dag zelf nog aan de eigenares terugbezorgd worden.

Als dit verhaal ooit verfilmd wordt, zal ongetwijfeld blijken dat deze twee jongelieden elkaars soulmates zijn, maar zover kwam het in realiteit natuurlijk niet.

Prikkelbaar

Ik weet niet wat het is, het druilerige weer, het feit dat ik me fysiek niet honderd procent voel, slaapgebrek, de stress op het werk,… Feit is dat ik de laatste tijd nogal snel ontvlambaar ben en in een voortdurende toestand van slechtgezindheid rondloop. Dingen die ik anders gewoon naast me zou neerleggen, werken nu op mijn zenuwen. Kleine incidentjes zijn voldoende om me boos te maken.

Zo werd ik deze namiddag op een cursus voor leidinggevenden verwacht, speciaal georganiseerd voor mij en mijn collega’s middenkader leidinggevenden op het werk. Ik had daarvoor nog een andere vergadering gehad die bijzonder slecht was verlopen, dus mijn humeur was al niet optimaal. Bovendien had die vergadering langer geduurd dan verwacht waardoor ik uiteraard te laat was en iedereen al zat te wachten. Het ongetwijfeld goed bedoelde grapje van de lesgever toen ik binnenkwam, schoot bij mij dan ook in het verkeerde keelgat en ik ging meteen in de aanval.

Niet meteen een goede indruk gemaakt. De cursus bleek dan ook nog eens een zware tegenvaller: inhoudelijk meer van hetzelfde en de relevantie was soms ver te zoeken. Dus multitaskte ik tussendoor op mijn iphone en zorgde ik dat tijdens de pauze een dringend dossier afgerond werd door één van mijn medewerkers. En zo was ik natuurlijk maar half aanwezig in de cursus. Al een geluk dat het niet bijzonder boeiend was.

Dat dagje verlof morgen is alleszins welkom.

Kerstfeestje #4

Een kerstfeestje in mineur dat wel. Donderdagnacht voelde ik het één en ander rommelen in mijn maag- en darmstelsel. Misschien zat de sushi die ik donderdagavond nuttigde met de onvolprezen Lime er voor iets tussen of misschien had het virus dat mijn vriend vorig weekend geveld had en waaraan ik dacht ontsnapt te zijn dan toch fijntjes wraak genomen. Feit is dat ik me vrijdagochtend op de allerlaatste werkdag van het jaar behoorlijk slapjes voelde.

Slechte timing, want we zouden met mijn team ‘s middags ‘s avonds iets gaan eten en in de namiddag stond er een drink met de ganse afdeling op het programma om te klinken op de goede afloop van heel wat heikele dossiers. Ik voelde me behoorlijk mottig, maar raapte mezelf motiliumgewijs bijeen om toch de laatste dag en de laatste loodjes op enigszins aanvaardbare manier door te komen.

Zolang ik niets at, ging het wel, maar ik zag met lichte vrees het middagmaal in Viva M’Boma, gekend om zijn orgaanvlees, tegemoet. Orgaanvlees en een gestoord maag- en darmstelsel zijn niet meteen de ideale combinatie. Dus koos ik voor het enige min of meer makkelijk verteerbare gerecht op de kaart: waterzooi, terwijl mijn collega’s gingen voor varkenspoot, kalfszwezeriken, stoemp en lever. Ik had gehoopt dat er soep op het menu zou staan, maar helaas.

Met wat moeite wurmde ik wat stukjes kip met saus binnen. De rauwe groentjes liet ik voor wat ze waren. En ik meende het beest min of meer zonder kleerscheuren overwonnen te hebben door veel water te drinken tijdens het eten. IJdele hoop, uiteraard, want wat later in de namiddag kwam alles er weer uit. Doodzonde.

Op de kerstdrink hield ik het dus noodgedwongen bij water en een klein beetje cola zonder prik en keek ik met afgunst naar de gezonde mensen die gezellig van een glaasje cava of wijn nipten.

Spijtig dat ik het succesvol afsluiten van een behoorlijk intens werkjaar niet ten volle heb kunnen vieren, maar aan de andere kant ben ik wel blij dat ik toch ben gaan werken. Het jaar zou anders voor mij met een valse noot geëindigd zijn.

Nieuwe titel

Vanaf vandaag ben ik, samen met mijn vriend, officieel (onbezoldigd) zaakvoerder van een eigen bvba! Het uur bij de notaris was een verplicht (en duur) nummertje waarbij we in een tergend traag tempo samen met de notaris de oprichtingsakte doornamen. Als onze notaris ooit zijn goed verdienende job beu is, kan hij nog altijd moppen gaan schrijven voor Geert Hoste. Zo flauw. Maar goed, hij verdient extra punten voor de inspanning om van een intrinsiek saaie activiteit toch iets aangenaam te maken.

Dus, hoera voor onze eigen bvba! Laat het gezegd zijn dat ik hierbij mijn eerste stappen in de wereld van het ondernemerschap gezet heb. Moet ik nu van politieke voorkeur veranderen?

Japans uitje in Brussel

Woensdagavond hadden mijn vriend en ik een date met twee oud-collega’s van hem, een Italiaan en een Pool, dezelfde van de kaas en wijn. Ik was tot mijn eigen ergernis een kwartier te laat op de afspraak, omdat ik echt niet vroeger op het werk wegraakte. De drie heren vergaven het mij echter gaarne.

We hadden afgesproken in restaurant Kabuki. Het zou voor onze dates de eerste kennismaking met de Japanse keuken worden. Aangezien ik het restaurant gekozen had, was ik erg opgelucht dat de bento dinner menu in de smaak bleek te vallen. De saké daarentegen vonden ze maar niks. “Smaakt naar zeep,” was de deskundige analyse van de Pool. Maar ze zagen het allebei zitten om de volgende keer de “all you can eat” conveyor belt sushi te proberen.

Na afgerekend te hebben, namen we afscheid van de Italiaan, die nog een andere afspraak had, en trokken we samen met de Pool voor een drankje naar de toeristenval die de Grote Markt is. Een gelegenheid om hem de kans te geven iets te vertellen over zijn nog verse scheiding. Doodjammer dat wat als een Krakóws sprookje begon, nu al afgelopen is. But that’s the way things go, I suppose.

Binnenkort mogen we alleszins een uitnodiging verwachten voor een diner bij de Italiaan. Benieuwd in welk jaartal dat diner zal plaatsvinden. 😉