Na mijn bezoek aan Z33 spoorden mijn collega’s en ik terug naar Brussel. We namen immers diezelfde dag afscheid van maar liefst twee collega’s. De ene collega gaat rentenieren in Spanje en de andere collega vertrekt om een meubelwinkel te openen in Parijs. Vooral dat laatste vind ik een bijzonder knappe prestatie, wetende dat de collega in kwestie als tiener samen met haar familie vanuit Albanië naar België vluchtte. Stel je voor: hals over kop uit je land moeten vertrekken omdat het leven van je ouders in gevaar is en vervolgens op een plek terecht komen waar je de taal niet beheerst en je helemaal vanaf nul moet herbeginnen. Mij lukte dat zelfs niet met twee universitaire diploma’s én een hoop talenkennis. En nu verhuist mijn collega dus naar Parijs, zonder zelfs maar haar middelbare schooldiploma gehaald te hebben. Ik kan alleen maar bewondering hebben voor de onbevreesdheid waarmee ze deze uitdaging tegemoet gaat.
Natuurlijk werd er geklonken op beide dames en wensten we hen veel geluk met hun nieuwe leven, maar tegelijkertijd hing er een rare sfeer tijdens het afscheid. Net die dag was immers bekend gemaakt dat de contracten van bepaalde duur van een aantal collega’s niet verlengd zouden worden en dat er in het team van beide dames grondige wijzigingen zouden plaatsvinden. Er moest dus vooral veel geventileerd worden. Ik schrok ervan hoe verslagen één van mijn collega’s, met wie ik jaren nauw samen gewerkt hebt, eruit zag. Ik ken hem nochtans als iemand die nooit opgeeft en altijd vol vuur voor zijn thema blijft strijden. Het leek wel alsof hij gekrompen was, zo hard hingen zijn schouders af. Ik had er echt mee te doen.
Na de drink verstuurde ik nog één dringende mail en daarna trakteerde ik mezelf op ramen bij de Samourai. Als er één zekerheid in het leven is, dan is het wel dat ramen altijd troost biedt.