Na alweer een uitstekend Scottish breakfast (mét porridge én haggis én black pudding) in Orwin House Bed and Breakfast, vertrokken we op onze missie om drie wandelingen op één dag te doen. Onze eerste wandeling was die naar de Glenashdale Falls. Onderweg naar ginder kregen we even een mals regenbuitje over ons heen, maar tegen dat we onze auto geparkeerd hadden, was de hemel alweer open getrokken en konden we genieten van een stralend zonnetje. Het was zelfs warm genoeg om zonder fleece te wandelen! Fantastisch.
We vertrokken rond tien uur op onze wandeling naar Glenashdale Falls. De wandeling bracht ons door een mooi bos vol met voorjaarsbloeiers. De zon deed haar best om ons warm te houden en de Glenashdale Falls waren het spectaculaire hoogtepunt van deze vrij korte wandeling. Om 11.40u waren we al terug en rustten we even uit op een bankje bij de zee. Een ideale wandeling voor wie even de benen wil strekken.
Voordat we aan onze volgende wandeling begonnen, moest onze inwendige mens versterkt worden. Een prachtige rit langs de kust van Arran, enkel verstoord door een mini-regenbui, bracht ons in Blackwaterfoot. Veel eetgelegenheden waren er niet in dit kleine dorpje, dus hielden we het op een snel broodje en wat soep in een kleine snackbar.
Na deze quickie lunch hadden we voldoende brandstof voor de wandeling naar King’s Cave. Een heel andere wandeling dan die in de voormiddag. We genoten van de prachtige uitzichten op de kustlijn en op Kintyre en verkenden de prachtige King’s Cave waarvan de wanden versierd waren met religieuze graffiti. King’s Cave zou de plek zijn waar Robert the Bruce zich verschool nadat hij verslagen werd door de Engelsen in 1307. Een spin die ondanks alle tegenslagen hardnekkig bleef spinnen aan haar web, motiveerde hem om de strijd tegen de Engelsen opnieuw op te nemen. Het was een pak frisser dan in de voormiddag en de wind maakte dat we onze winterjassen goed konden verdragen. Op een paar druppels regen na hielden we het gelukkig droog.
Rond 16u stonden we opnieuw op de parking waar we onze wagen hadden achtergelaten. We overlegden of we de kou en potentiële regenbuien zouden trotseren om de Machrie Moor standing stones te bewonderen. Aangezien we geen watjes zijn, duffelden we ons dik in en gingen we ervoor. De dreigende donkere wolken voorspelden niet veel goeds, maar tegen alle verwachting in hielden we het droog. Het was wel ijskoud, zo koud dat we de kap van onze jas goed konden gebruiken om ons warm te houden.
De donkere wolken lieten zo nu en dan een beetje zon door, wat bijzonder mooie beelden van de menhirs opleverde. De menhirs dateren uit het Bronzen Tijdperk (1800-1600 voor Christus) en de grootste van de menhirs was maar liefst 5 meter hoog. Echt prachtig om deze getuigen uit vroeger tijden te kunnen aanschouwen terwijl we de enige vier mensen in de wijde omgeving waren. Enkel het geblaat van de schapen doorbrak de stilte. Schitterend.
Rond half zes waren we terug aan de wagen. Volledig verkleumd en verwaaid, maar erg blij dat we ons niet door de weersomstandigheden hadden laten afschrikken. Ons doel van drie wandelingen op één dag was probleemloos gehaald.
We keerden terug naar onze B&B om wat op te warmen en ons haar te fatsoeneren. Voor het avondmaal trokken we te voet naar Pub Ormidale, op wandelafstand van onze B&B.
Pub Ormidale was een klassieke pub met een vrij beperkte menukaart. Het was er ook te koud naar mijn goesting. Als voorgerechtje hadden we lekker ongezonde nacho’s met haggis en heerlijke gerookte zalm. Het hoofdgerecht, venison stew, viel me echter wat tegen: het vlees was taai en de saus niet zo smakelijk als ik verwacht had. Om op te warmen bestelden we een glas whisky om te klinken op een bijzonder geslaagde dag op Arran.
Nacho’s met haggis. Eureka. Dat moet ik op mijn bucketlist zetten 😀
Ja, origineel zijn ze wel, die Schotten.
[…] zo prachtig was geweest. De wandeling van de Standing Stones is echter minder spectaculair dan die op Arran. We zien met moeite drie menhirs waarvan eentje dan nog vanuit de verte en ook de beloofde ruïnes […]