Deze ochtend stond de wekker om 7u stipt en een half uurtje later zaten we al aan het ontbijt. En mens moet iets over hebben voor zijn boottochtjes. Tijdens het onbijt met broodjes, koffiekoeken en jams, jams, jams, kregen we gezelschap van een duif die wel op een heel opzichtige manier om broodkruimels kwam bedelen. Alhoewel ik de overtuiging ben toegedaan dat duiven vliegend ongedierte zijn, kon ik moeilijk weerstaan aan de smeekbede van het beest. Die koffiekoeken waren toch zo lekker niet en met de boottocht in het vooruitzicht durfde ik sowieso niet te veel te eten.
De rit naar Galéria verliep bijzonder vlotjes. We namen de snelle route door het binnenland en waren perfect op tijd in het verhuurkantoor. Alleen viel er daar niemand te bespeuren en was de deur op slot. We probeerden een aantal telefoonnumers die op de deur stonden, maar kregen geen gehoor. Toen mijn vriend eindelijk iemand aan de lijn kreeg, kwam de uitbater van het verhuurkantoor net aangefietst. Oef!
Een beetje buiten adem stond de verhuurder ons te woord. Eerst leek het alsof hij geen spoor van onze reservatie kon terugvinden. We vreesden al even dat onze boottocht met een sisser zou aflopen, maar toen vond hij toch het juiste papiertje met onze gegevens erop. Hij gaf ons instructies om alvast naar het kleine haventje van Galéria te rijden en onze spullen al uit de auto te halen.
Tegen dat we alles van de auto op de boot overgeladen hadden, kwam hij aangefietst om ons wat uitleg te geven over de besturing van de boot. Voor mijn vriend wat het de eerste keer dat hij met zo’n vaartuig de zee op zou gaan. Gelukkig klonk het allemaal niet te moeilijk.
Ik had een beetje schrik om zeeziek te worden. Gelukkig wag de zee er op het eerste gezicht vrij kalm uit. En zo vertrokken we met ons bootje naar het natuurreservaat van Scandola, bekend om wille van zijn schitterende rode granietrotsen. Scandola staat op de Werelderfgoedlijst van Unesco en heeft een ongeëvenaarde plantenrijkdom, zeldzaeme vogelsoorten en een overvloed aan onderwaterfauna. We waren nog niet lang aan het varen toen we een mooi kiezelstrandje in het oog kregen. Mijn vriend stuurde onze boot zo dicht mogelijk naar het strand en gooide het anker uit. Een ideale plek om te snorkelen en de onderwaterwereld te bewonderen.
We zwommen eerst aan land en trokken op het strand onze snorkels aan. En jawel, ver moesten we niet van het strand wegzwemmen om de eerste vissen te zien. Op armlengste zwommen ze onder ons door. We maakten onderwaterselfies met de gopro en probeerden zoveel mogelijk vissen in beeld te krijgen. Jammer genoeg moesten we het strandje delen met een Duits koppel met een hond en een groene parasol.
Na dit snorkelintermezzo voeren we verder. De zee werd wilder en ons bootje werd goed dooreen geschud. Een felle windstoot blies mijn hoed pardoes van mijn hoofd, het water in. We slaagden erin het ding uit het water te vissen, maar een kleddernatte hoed op mijn hoofd zag ik niet echt zitten. Tot zover mijn goede intenties om mijn fragiele hoofdhuid te beschermen.
De rotsen van Scandola waren werkelijk prachtig, maar de ruwe zee maakte dat ik mij hoe langer hoe misselijker voelde. Ik stopte meteen met foto’s nemen, want eerdere ervaring leerde dat je daar alleen maar misselijker van wordt. Al had ik wel het gevoel dat de misselijkheid onder controle was. Ik voelde me niet optimaal, maar dit was niets in vergelijking met mijn zeilervaring op de Noordzee.
Mijn vriend liet me ook veel aan het stuur plaatsnemen, dat hielp om de misselijkheid te onderdrukken. Eigenlijk ging alles goed, tot het opeens niet meer goed ging. Het was ongetwijfeld een bijzonder onverstandige beslissing om het bootje even stil te leggen om de rug van mijn vriend van zonnecrème te voorzien. De golf van misselijkheid die me overviel, kon ik niet meer onderdrukken en ik kon niets anders dan mijn maaginhoud aan de vissen prijs geven. De rug van mijn vriend werd de rest van de dag niet meer ingesmeerd. 😉
Na deze onfortuinlijke gebeurtenis leek de misselijkheid af te nemen. Mijn vriend wilde in eerste instantie rechtsomkeer maken naar de haven, maar ik kon hem gerust stellen dat het wel ging. Goofball had me trouwens gezegd dat de beste manier om zeeziekte te overkomen in het water springen is. Dus stelde ik voor om naar het kiezelstrandje terug te keren en daar nog wat te gaan snorkelen. Het middagmaal besloten we daarentegen te laten voor wat het was. ‘t Was toch niet dat ik veel honger had. 😉
En jawel, vanaf het moment dat ik tussen de vissen zwom voelde ik me prima. Van de misselijkheid geen spoor meer. Dezelfde Duitsers van ‘s ochtends waren er trouwens nog steeds.
Op een kleine onfortuinlijke aanvaring met een stekelige plant na deed het snorkelen me deugd. We hoefden ons ook niet te haasten, want we hadden nog meer dan tijd genoeg om vóór 17u terug in de haven te zijn.
De terugvaart viel goed mee. Ik had mijn vriend het fototoestel in handen gegeven en stuurde zelf de boot. Mijn het roer in de hand voelde ik dat de misselijkheid uit bleef. Een kleine overwinning toch wel. Al ga ik toch eens research moeten doen naar middelen tegen de zeeziekte.
Persoonlijk denk ik dat de penetrante geur van de motorbrandstof bijdroeg aan het feit dat ik ziek geworden ben. Dat en het feit dat we het bootje heel even speelbal van de golven gemaakt hadden.
Zo rond 16.30u waren we terug in de haven van Galéria. Om heel eerlijk te zijn, was ik best wel trots op mezelf dat ik het zo lang had uitgehouden op een bootje en maar een heel klein beetje ziek was geweest. We belden de kerel van Tra More e Monti op om hem te laten weten dat we aangekomen waren. Mijn vriend kreeg een verwarde uitleg te horen dat hij bezig was met de douane of zoiets. Al te duidelijk was het niet, maar we waren niet echt gehaast en de zon scheen.
Na een twintig minuten of zo wachten, dook de kerel van de bootverhuur op in een chique moterboot met daarachter op sleeptouw, jawel, de boot van de douane. Blijkbaar had de boot van de douane er onderweg de brui aan gegeven en moesten ze gered worden. Daarna was het gewoon een kwestie van wat formaliteiten afhandelen: check dat de boot in orde was en betalen voor de verbruikte brandstof.
Van de terugrit van Galéria naar Calvi herinner ik me niet zo heel veel meer. Door vermoeiheid overmand lag ik al snel in de armen van Morpheus. Gelukkig is mijn vriend een held en bracht hij mij veilig en wel terug naar Calvi.
Terug op het hotel, merkten we dat een dagje op het water in de volle zon, ondanks alle zonnecrème zijn sporen had nagelaten op onze huid. Mijn vriend had op zijn rug enkele bijzonder interessante rode patronen. Wellicht het gevolg van mijn halfslachtige insmeerpoging alvorens ziek te worden. Nu, de schade viel nog goed mee, er was geen enkele plek echt pijnlijk verbrand. Niets wat niet met wat aftersun te verhelpen viel.
Na een heerlijk lange douche gingen we voor de tweede avond op rij bij U Fanale eten. We hadden geen van beiden veel zin in een lange wandeling naar Calvi. Waarom zouden we het ons moeilijk maken terwijl het beste restaurant van Calvi op een paar stappen van ons verwijderd lag?
Alvorens te vertrekken, stelde ik het fototoestel in voor een timelapse van de zonsondergang. Jammer genoeg was de zonsondergang een pak minder spectaculair dan die van de avond voordien. Al een geluk dat het eten alweer uitmuntend was.
Dit at ik:
- Compression De Tomates Aux Epices D’ici Et D’ailleurs, Légumes De Saison Comme Une Salade, Feuilleté À La Tapenade, Crèmeux D’aubergines Légèrement Fumé
- Poisson Du Marché Grillé Sur Peau À L’huile D’olive Parfumé Au Fenouil Sauvage, Quinoa Bio Aux Accents De Méditerrannée, Jus De Langoustines Légèrement Crèmé
- La Coupe Glacée Aux Deux Parfums
Bij het einde van de maaltijd stelden we vast dat ze het aperitief waren vergeten aan te rekenen. We maakten de bediening hierop attent en kregen als bedankje een overheerlijke limoncello van het huis. Een waardige afsluiter van een memorabele dag.
[…] algemeen stuurbrevet boven, zette zijn krabbel onder een contract et voilà de dag nadien zouden we vanuit Galéria met een moterbootje de zee op gaan. Beetje spannend toch wel! De allereerste keer dat mijn vriend en ik alleen met z’n tweetjes […]
Blij dat mijn goede raad goede raad blijkt te zijn