18 oktober: Batu Caves en nightlife

Aan het ontbijt spraken we verder af met het koppel dat we de dag voordien tijdens de after party hadden leren kennen. Eerst wilde ik met de trein naar de Batu Caves gaan, maar om het treinstation te bereiken, moesten we eerst tien minuten stappen naar het dichtstbijzijnde metrostation en dan nog een flink stuk de metro nemen. Onze nieuwe vrienden en hun slimme achtjarige dochter hadden echter tickets om die dag om 15u de Petronas Twin Towers te bezoeken. Het leek ons makkelijker en sneller om gewoon de taxi te nemen.

De behulpzame bedienden van ons hotel zorgden voor een busje waar we met z’n vijven in konden en we vertrokken met een blij gemoed naar de Batu Caves. Onderweg leerden we het koppel beter kennen. Zij was geboren in Sri Lanka, was tijdens haar jeugd verhuisd naar Londen, had na haar huwelijk in de golfstaten gewoond en nu leefden ze met heel het gezien in Jakarta. Zij had haar HR-job opgegeven om voor haar dochter te zorgen, omdat haar echtgenoot daarop stond en het was duidelijk dat haar dochter het middelpunt van haar wereld was. Ik vond het wel een beetje jammer dat zo’n knappe en intelligente vrouw haar job had opgegeven, maar werd gerustgesteld toen ik hoorde dat ze veel vrijwilligerswerk deed en ook balletles gaf (ze was afgestudeerd aan de Royal London Ballet School). Hij was een IT-er afkomstig uit Indonesië die zowat overal ter wereld al gewerkt had, o.a., maar niet uitsluitend in security. En hun dochter was duidelijk hoogbegaafd. Zo’n slim en beleefd meisje. Ongelooflijk.

Ik voelde me wel een beetje saai, in vergelijking met hun globetrottende levensstijl. Het lijkt me geweldig om een tijd in het buitenland te wonen, je helemaal te kunnen onderdompelen in een nieuwe wereld, een nieuwe taal onder de knie te krijgen (want, we moeten daar eerlijk in zijn, door één keer per week een paar uurtjes les aan het CLT te volgen, zal je een taal nooit écht beheersen). Wat is de wereld groot en wat heb ik nog maar een klein stukje van die wereld gezien! En wat heb ik een weinig avontuurlijke jeugd gehad, daar onder die Limburgse kerktoren…

De Batu Caves zijn een groot grottencomplex en één van de populairste attracties  in de buurt van KL. De grotten werden wereldberoemd toen de Amerikaanse naturalist William Hornaday ze in 1878 ontdekte. Hij was diep onder de indruk van de omvang en de schoonheid van de grootste grot en vergeleek deze met een grote kathedraal. Rond 1895 werd deze grot ingericht als heiligdom, gewijd aan de hindoegod Heer Murugan. Al snel werden de grotten het belangrijkste bedevaartsoord van Maleisische hindoes.

De ingang van de grotten wordt gedomineerd door een 43 m hoog gouden beeld van Heer Murugan. Het beeld alleen al is de moeite om ervoor naar de grotten af te zakken. Maar dan begint het pas. 272 treden brachten ons naar de Cathedral Cave, 100 m hoog en gedeeltelijk verlicht door lichtbundels die door gaten in het dak schenen. Een extra attractie vormden de makaken die zich duidelijk er goed thuis voelden in de grotten en op de trappen. De beestjes hadden totaal geen schrik van ons en zagen er heel aaibaar uit. Toch vermeden we de dieren aan te raken, want die tandjes zagen er erg scherp uit en het blijven wilde beesten.

 

Onder de Cathedral Cave lag de Dark Cave waar de Malaysian Nature Society op regelmatige tijdstippen rondleidingen organiseerde. Mijn vriend en ik wilden graag de grotten in trekken, maar ik zag dat ons vrouwelijk gezelschap aarzelde. Het dan maar tactisch gespeeld en de dochter gevraagd: “Zou jij het niet cool vinden om de grotten te bezoeken?” Natuurlijk was het antwoord ja. 😉 En toen moest de mama wel mee. Het werd een interessante tocht waarbij de nadruk lag op het geven van informatie over de unieke diersoorten die hier onder de grond leefden. We kregen allemaal een klein zaklampje en dat was echt wel nodig, want op sommige plekken was het pikdonker. We werden extra op het hart gedrukt om de zaklamp niet naar boven te schijnen: we zouden de vleermuizen wel eens kunnen opschrikken en niemand wil vleermuizenpoep op zijn kop krijgen.

Die vleermuizenpoep is trouwens een essentieel onderdeel van het ecosysteem van de grotten. Guano is een rijke voedingsbodem voor heel wat kleine diertjes. En die kleine diertjes zijn op hun beurt dan weer voedsel voor grotere dieren. Aangezien de vleermuizen de enige dieren zijn die de grotten verlaten, zijn zij de enige die energie uit de buitenwereld mee naar binnen brengen. Neem de vleermuizen weg en het leven in de grotten sterft uit.

We zagen tijdens onze tocht spinnen, kakkerlakken, duizendpoten, vleermuizen, een hond die al ettelijke jaren in de grotten leefde, maar helaas geen slang. Blijkbaar kom ik enkel slangen tegen als ik er niet op beducht ben.

De immense grotten die door de kracht van het water werden uitgeslepen waren écht de moeite. Zeker niet overslaan als je de Batu Caves bezoekt, het is het inkomgeld meer dan waard! De schoonheid van de natuur, daar kan geen enkele tempel tegenop…

Toen we terug buiten in het zonlicht stonden, bekende onze nieuwe vriendin dat ze het op sommige momenten echt benauwd had gehad. Toch knap dat ze niet rechtsomkeer gemaakt heeft en haar angst overwon om deze tocht samen met ons te beleven. Ik denk wel dat ze de helm die we uit veiligheidsoverwegingen moesten opzetten een beetje vies vond, want ze haalde snel hand sanitizer boven en deelde die maar al te graag met ons. We durfden niet echt weigeren. 😉

Een taxi voor vijf personen vinden om ons terug te brengen naar KL bleek echter minder voor de hand te liggen. Na een beetje rondgevraagd te hebben en ook tevergeefs Myteksi geprobeerd te hebben, besloten we ons dan maar op te splitsen. We dankten ons gezelschap voor de fijne tijd en beloofden elkaar de volgende dag (onze laatste al) bij het ontbijt terug te zien.

We vroegen aan de taxichauffeur om ons af te zetten bij de Petronas Twin Towers, want we wilden graag de food court daar proberen. Rond twintig na twee waren we op onze bestemming, mijn maag rommelde al flink. Gelukkig betekent een food court gegarandeerd snel eten. Ik ging voor een sizzler met noodles en kip, terwijl mijn vriend niet kon weerstaan aan de verleiding en een plaatselijke hamburgerketen uittestte. Het was blijkbaar een erg populaire keten, want mijn eten was al op tegen dat hij met zijn hamburgers aan mijn tafeltje bijschoof.

Ondertussen was het verschrikkelijk hard beginnen regenen, dus bleven we even in het winkelcentrum rondhangen tot de bui over was. We kochten allebei een smoothie en boy, dat moet zowat de beste smoothie zijn die ik in mijn leven gedronken heb. Banaan en chocolade, een hemelse combinatie.

Toen de hemelsluizen eindelijk dichtgingen, namen we de metro naar China Town. Ik wilde mijn vriend graag de Hindoetempel laten zien die ik één van de vorige dagen bezocht had en hem een beetje de sfeer van China Town laten opsnuiven. Uit nader onderzoek van mijn reisgids bleek ook dat ik in die buurt enkele tempels had overgeslagen. Shame on me! Dus bezochten we samen de Sin Sze Si Ya Temple, verstopt in een nauw straatje en gebouwd in een vreemde hoek ten opzichte van de straat, wellicht om de principes van de feng shui te respecteren. Een beetje een bizarre plek die voor een deel volgestouwd was met rommel.

We liepen verder langs de Sri Maha Mariamman Temple naar de Chan See Shu Yuen Temple. In onze reisgids zag dit er een veelbelovende tempel uit met mooie friezen. Helaas is de tempel erg in verval geraakt. Hier en daar vingen we nog wel een glimp op van de vroegere pracht en praal van de tempel, maar als men niet dringend aan de restauratie begint, dreigt dit alles verloren te gaan.

Ondertussen was het ongeveer vijf uur in de namiddag. We liepen terug naar China Town terwijl boven onze hoofden (alweer) een gigantisch onweer losbrak. We geraakten min of meer droog in het overdekte stuk van China Town, waar de verkopers druk bezig waren al hun waren uit te stallen voor de avondrush. Mijn vriend vond het verschrikkelijk: die drukte, al die kleine kraampjes volgestouwd met rommel, de verkopers die ons elke meter aanspraken. Dus besloten we er maar de brui aan te geven en met de metro naar ons hotel terug te keren.

Terug in het hotel trokken we onze badkledij aan en gingen we een paar baantjes zwemmen in het zwembad. Het bleef ondertussen stevig regenen, wat best wel voor een bijzondere sfeer zorgde bij het zwembad. De strandstoelen waren leeg en we hadden het zwembad bijna helemaal voor ons alleen. Romantisch! De eerste keer in mijn leven dat ik gezwommen heb in de regen.

We waren oorspronkelijk van plan rond half zeven naar de Twin Towers terug te gaan omdat deze volledig in het roze verlicht zouden worden als sensibiliseringsactie rond borstkanker. Er zou ook een 3D laser show plaatsvinden, maar met al de nattigheid die uit de hemel viel, besloten we dat maar te skippen.

Na onze zwempartij namen we op ons gemak een douche en genoten van elkaar. Pas rond half tien kregen we een beetje honger. We besloten een gebakje te gaan eten in het  hotel. Ik had een chocoladetiramisubol. Niet dat ik veel tiramisu proefde, maar hey, chocolade, need I say more. :-)

We hadden ondertussen een berichtje gekregen van de twee heren waarmee we in Singapore hadden opgetrokken dat ze in een bar Highland Park zaten te drinken. Een gloednieuwe bar die Drink University heette, dat moesten we natuurlijk proberen. Eerlijk, de whisky was lekker (uiteraard), maar de bar viel tegen. Bijna geen volk, het was er ijskoud, de muziek stond veel te luid, wat ok geweest zou zijn als er gedanst werd, maar er werd niet gedanst. Zelfs de hoertjes (mannelijk en vrouwelijk) zaten zich te vervelen op hun stoel. Eén van de hoertjes probeerde een paar keer bij ons groepje, maar ze ving telkens bot.

Toen de fles leeg was, besloten we op te krassen. Een bar zonder volk op een vrijdagavond, dat is geen goed teken. Heer nummer één vond het welletjes (waarschijnlijk was hij de reclame van heer nummer 2 voor de diensten van de Aziatische hoertjes beu) en wij beslisten nog ergens anders iets te gaan drinken. We vonden een terrasje waar ik een daiquiri bestelde en waar we het af- en aankomen van de hoertjes en hun klanten in de love hotels konden gadeslaan. Ik snap dat de meeste vrouwen die deze job uitoefenen weinig keuze hebben, maar het blijft een vreemd concept voor mij: betalen voor seks.

Rond half twee namen we afscheid en liepen mijn vriend en ik terug naar het hotel. De nachtelijke temperaturen waren erg aangenaam en in de verte zagen we de roze verlichte torens. Ik keek ernaar uit om de roze torens te fotograferen. Deden ze toch wel net de lichten uit toen mijn vriend en ik nog maar vijf minuten stappen verwijderd waren. Qua slechte timing kon dit tellen. Doodjammer. En een reden om eens goed te vloeken.

Allerheiligenweekend

Een verlengd weekend is altijd een goeie reden om te feesten en aangezien het al twee jaar geleden was dat ik mijn geweldige collega’s over de vloer kreeg en vol met cocktails goot, was het tijd voor een heruitgave. We legden eerst een bodempje in L’Etoile d’Or (spijtig genoeg moesten er een aantal mensen afhaken wegens ziekte) om vervolgens aan het échte werk te beginnen. Succesnummer van dit jaar: de Long Island Iced Tea. Mijn waarschuwingen dat dit wel écht straf spul was, werden fijntjes in de wind geslagen. Ook populair: de cosmopolitan en de gin tonic. Helemaal uit: de caipirinha’s en mojito’s van deze wereld. Zat ik daar met een serieus limoenenoverschot!

Het werd een vrolijke boel, al waren er toch een paar die zich lieten vangen door een ál te uitbundige alcoholconsumptie. Ik had mijn lesje echter geleerd na de vorige keer en hield het ietwat bescheidener. We sloten de avond/nacht af met een spelletje boonanza. Rond vier uur lag ik in mijn bedje. Moe, maar erg tevreden en met het vaste voornemen geen twee jaar te wachten voor een heruitgave.

1 november had ik vrijgehouden om te recupereren van een eventuele kater na de cocktailparty, maar die bleek zich koest te houden. ‘s Middags bestelden we Indisch (jummie! momo’s!) en de rest van de dag verwerkte ik aan een hoog tempo foto’s. Ooit, ooit, ooit, ga ik mijn achterstand volledig ingelopen hebben. Ik gok op de kerstvakantie 2015! 😉

2 november waren we te gast bij vrienden in Antwerpen die onlangs een nieuwe woonst gekocht hebben. We kregen een rondleiding in hun bel-etage en ik was erg onder de indruk van de hoeveelheid ruimte waarover ze beschikten. Een garage waar twee auto’s in passen, een bergruimte, nog een bergruimte, keigrote slaapkamers,… Wij zijn natuurlijk een klein appartementje gewoon, he. Niet dat ik klaag, want meer ruimte = meer kuiswerk. We werden getrakteerd op diabolische scampi (moet ik zelf ook eens klaarmaken), steengrill en heerlijke chocoladetaart met een bolletje ijs.

Zondag sliepen we uit, ruimden de laatste restanten van de cocktailparty op en maakten we alles klaar voor de lan-party! In tegenstelling tot twee jaar geleden konden de mannen mij niet verleiden om een spelletje mee te spelen. Te veel werk! Ik serveerde de gasten caipirinha’s (aja, die limoenen moesten op) en ongelooflijk lekkere brownies en tarte tatin met peer, gekocht op de zaterdagmarkt in de Brusselsestraat. Als je daar een caravan ziet staan met een vriendelijk madammeke in, vraag dan zeker eens of je de brownies mag proberen. Ze zijn goddelijk, geloof me vrij.

‘s Avonds lieten we sushi en wokgerechten aan huis leveren en de dag en daarmee het weekend was om voordat we er erg in hadden.

 

17 oktober: Tweede conferentiedag

Te vroeg gejuicht, want een mindere nacht vandaag. Gelukkig was daar freshly squeezed honey dew juice om wat extra vitamientjes op te doen. Man, dit ontbijt ga ik toch wel missen als we terug in België zijn.

Op naar de keynote van Joe Sullivan (CSO van Facebook) en meteen van de gelegenheid gebruik gemaakt om tijdens de pauze was Facebook swag mee te nemen: twee t-shirts en twee pennen. Ik was toch al een tijdje op zoek naar een nieuw squash-t-shirt. Ik installeerde ook de MyTeksi app waarvoor reclame gemaakt werd tijdens de conferentie, maar moest wel even de hulp van de vriendelijke medewerker aan het MyTeksi standje inroepen, want ik ontving geen activatiecode via sms.

Na de pauze nam ik de benen en probeerde ik meteen mijn nieuwe app uit. Supermakkelijk: je geeft in op welke locatie je staat te wachten en naar welke plek je wil gebracht worden en een vijf à tiental minuten later komt er een taxi aan. De applicatie zegt je wat het nummerplaat is van de taxi, zodat je hem makkelijk kan herkennen en geeft je meteen een fotootje van de chauffeur mee. Eens in de taxi is de chauffeur verplicht om de meter te gebruiken en om te voorkomen dat hij rondjes zou rijden of zo, kan je je rit delen op Facebook of twitter of zelfs via sms.

Onderweg had ik een kleine spraakverwarring met de taxichauffeur. Hij vroeg iets over Petronas. En ik zeg: jaja, daar ben ik al geweest, terwijl de arme man zijn best deed om aan mij te vragen of hij mocht gaan tanken. Dat heeft hij dan maar gedaan zonder mijn toestemming. Toen we het tankstation binnenreden, realiseerde ik mij dat het een misverstand was.

Omdat ik nu toch een toch een taxi ter mijner beschikking had, besloot ik maar ineens voor één van de verst mogelijke locaties te gaan: de Thean Hou Temple. En wat een goeie keuze! De zon was uit in full force, het was écht heet, maar de fantastische locatie maakte de hitte draaglijk. De Chinese Thean Hou Temple telt drie verdiepingen en ligt op een heuvel waardoor het uitzicht op de rest van de stad fabuleus is. De tempel bevat zowel boeddhistische als taoïstische beelden, maar het is vooral het prachtige dak versierd met gouden draken en feniksen dat de hoofdprijs wegkaapt. Fenomenaal.

Ik nam ruim de tijd om de tempel te bekijken en twijfelde even of ik iets zou eten in de food court onder de tempel (die Chinezen, het zijn toch praktische mensen), maar ik had nog niet veel honger en het was er een beetje doods, dus ik bestelde opnieuw een taxi via MyTeksi en kijk, nog geen vijf minuten later werd ik opgepikt en liet ik me naar het Islamic Arts Museum brengen.

Daar aangekomen begon mijn maag toch een beetje te grommelen. Ik kocht mijn toegangsticket, liet mijn fototoestelrugzak in de lockers achter (verboden foto’s te nemen) en ging naar het café-restaurant in het museum op zoek naar een kleine hap. Ik wilde graag een stukje taart of een kom soep, iets kleins, maar ‘s middags bood het restaurant enkel een vrij dure buffetformule aan. Ik hield het dan maar op een mango lassi om de honger een beetje te temperen en begon aan mijn verkenning van het museum.

Het witte, modern ogende Islamic Arts Museum is echt een aanrader. De architectuur is prachtig en rustgevend, met veel ruimte en een schitterende binnenkoer. Hét opvallendste kenmerk zijn de vijf prachtig versierde koepels van Oezbeekse vaklieden binnenin. Zelfs al zou het museum leeg zijn, dan nog is het gebouw op zich de moeite waard. Maar de collectie is gelukkig ook geweldig: met meer dan 7000 voorwerpen is het de grootste collectie van islamitische voorwerpen in  Zuidoost-Azië. Ik was ook erg benieuwd naar het uitzicht vanaf het dakterras op de Masjid Negara vlakbij. Jammer genoeg waren de tegeltjes op het terras net heraangelegd en was het terras om die reden afgesloten. Gelukkig kon ik wel via de vensters een blik naar buiten werpen en enkele fotootjes tussen de lamellen door nemen.

Enige nadeel: het was werkelijk ijskoud in het museum. Ik denk achttien graden of zoiets. Op een gegeven moment vreesde ik dat mijn lippen blauw zouden uitslaan van de kou. Zonde, want als het er niet zo koud was geweest, denk ik dat ik er meer tijd in had doorgebracht. De collectie was dan ook erg divers, al had ik bij sommige voorwerpen het gevoel dat het label “moslimkunst” niet geheel terecht werd toegekend en dat het eerder om kunstvoorwerpen uit een bepaalde regio ging, die toevallig islamitisch was. Nuja, het is natuurlijk moeilijk de grens te trekken.

Ook heel erg boeiend: de maquettes van moskeeën over de ganse wereld. Zo stonden er een o.a. een fantastische maquette van de Taj Mahal, de Grote Moskee van Mekka en de Sultan Ahmed Moskee in Istanboel, maar ook moskeeën uit China waren vertegenwoordigd.

Enkele crappy iphone foto’s:

Rond vier uur stond ik terug buiten en twijfelde ik wat ik verder nog zou doen. Terwijl ik in de richting van de Masjid Negara stapte, stopte er spontaan iemand om mij een lift aan te bieden (stappende mensen, laat staan vrouwen, ze zijn dat hier duidelijk niet gewoon). Ik sloeg vriendelijk het aanbod af en ging op een bankje in de schaduw bij de moskee zitten. Ik probeerde via MyTeksi een een taxi op te roepen, maar het lukte niet. Blijkbaar waren alle taxi’s bezet of te ver uit de buurt. Ik zat wat te bladeren in mijn gids en me af te vragen wat ik vervolgens zou doen, toen een man mij aansprak die op een bankje tegenover mij zat. Hij vroeg me waarnaar ik op zoek was en ik zei hem dat ik probeerde een taxi te bestellen. Hij legde me uit dat taxi’s op deze plek bijna allemaal zonder meter reden en dat ik best wat verder door zou stappen, waar er een taxistandplaats was.

Ik bedankte hem voor het advies en ging op weg. Ik was nog maar een paar honderd meter verder of dezelfde man, ondertussen voorzien van een wagen, stopte naast me met de vraag of hij me een lift moest aanbieden. Hoewel hij er best vriendelijk en betrouwbaar uitzag, herinnerde ik mij het advies van mijn mama maar al te goed: “Nooit met vreemde mannen meegaan!”  Dus bedankte ik hem vriendelijk en zei hem dat ik besloten had het kleine stukje naar Merdeka Square te stappen. Uiteindelijk was dat niet zo heel ver en ondertussen was het alweer betrokken waardoor de hitte draaglijker was.

Bij Merdeka Square ging ik een klein beetje ondergronds om een shopping mall te verkennen, maar buiten wat zeer mooie graffiti was het daar nogal doods. Ik had heel veel honger ondertussen, die mango lassi was al lang verteerd, maar vond niet zo dadelijk iets om te eten.

Ik besloot het taxiplan dan maar te laten voor wat het was en de metro te nemen vlakbij Masjid Jamek. Ik was eerst per ongeluk in het treinstation terechtgekomen ipv in het metrostation. Gelukkig was er een ongelooflijke boertige vrouwelijke loketbediende om mij op onvriendelijke wijze de juiste richting aan te wijzen. Ik kocht een supergoedkoop kaartje voor de metro, probeerde mijn rammelende maag te negeren en vond mezelf heel erg dom omdat ik niets had gegeten in de Chinese food court.

Ik stapte af in KLCC, waar ik onmiddellijk twee gebakjes kocht die ongelooflijk lekker smaakten. Toen ik dan eindelijk in het hotel geraakt was, was de afsluitende keynote van Richard Thieme al begonnen. Een afsluitende keynote over UFO’s, what’s not to like? Wel, eerlijk, ik vond het een hoop conspiracy theories bij mekaar. Volgens Thieme zou de overheid systematisch bewijsmateriaal over het bestaan van UFO’s achterhouden voor het grote publiek. Ik vond het maar een zwakke afsluiter voor een conferentie over een zo actueel topic als security.

We maakten ons het na de conferentie niet al te moeilijk en gingen gewoon iets eten in het buffetrestaurant van ons hotel. Mijn persoonlijke maître d’hôtel kwam me bij elk gerecht uitleg geven en zo probeerde ik weer eens wat nieuwe plaatselijke specialiteiten. Leuk!

‘s Avonds hadden we ons ingeschreven voor de after party van de conferentie in de trendy bar Marini’s on 57. Zoals de naam doet vermoeden, bevindt deze bar zich op de 57ste verdieping, maar de usp van deze bar is zonder twijfel het fantastische uitzicht op de Petronas Twin Towers. Uiteraard waren fototoestellen niet toegelaten, maar ik nam toch snel een fotootje met mijn iphone.

Tijdens de party raakten we aan de praat met een superleuk koppel uit Djakarta, die ook in ons hotel verbleven, samen met hun dochter. Het klikte meteen en tegen het einde van de avond hadden we besloten de volgende dag samen een uitstapje te maken naar de Batu Caves. En oja, we waren altijd welkom in Djakarta. Van die uitnodiging gaan we zeker nog gebruik maken!

16 oktober 2013: Eerste conferentiedag

Ontbeten met een heerlijk noedelsoepje! Geproefd van de rijstporridge (toch niet mijn ding, zelfs al meng ik er een heel assortiment aan zoute toevoegingen door), de rambutan en de zeekokosnoot. Helemaal klaar om erin te vliegen op de eerste dag van de Hack In The Box conferentie. Ik zal maar direct open kaart spelen: in mijn huidige functie kom ik nog bitter weinig met IT in aanraking, maar ik heb wel een IT-gerelateerd diploma op zak en ik interesseer me nog steeds in IT-topics, al heb ik mij nooit gespecialiseerd in IT security. Ik vreesde eerlijk gezegd dat ik niet veel aan de talks op de conferentie zou hebben, maar wou het toch een kans geven en zeker de keynotes bijwonen, omdat deze meestal minder in de details gaan.

En zowaar, Andy Ellis, CSO van Akamai, bleek een erg goeie spreker te zijn die een verhaal bracht dat ik tot mijn eigen verbazing van A tot Z kon volgen en zelfs niet veel nieuws bracht voor mij. Helemaal enthousiast door dit eerste succesje, besloot ik me na de koffiepauze (met zalige chocolat chip cookies) aan de presentatie over security flaws in vessel tracking systems te wagen. De heren die de presentatie gaven, hadden zich voor de gelegenheid uitgedost als kapiteins en hun presentatie sprak tot de verbeelding. Ze waren er bvb in geslaagd om te faken dat een gigantische tanker opeens ergens in een meer in het binnenland van de USA lag. Boeiende presentatie over toch wel een heikel onderwerp. Laat ons hopen dat er niet te veel mensen met slechte bedoelingen in de zaal waren, want ik kan me goed voorstellen dat de zwakheden in de vessel trackings systems misbruikt kunnen worden om serieus wat miserie te veroorzaken.

Daarna ging ik naar een presentatie met de ronkende titel: “Using Online Activity as Digital DNA to Create a Better Spear Phisher”. De titel was meteen ook het enige begrijpbare aan de presentatie. Ik dacht dat ik ondertussen al wat gewoon was, maar het Engels dat de presenterende Braziliaan sprak, was ronduit desastreus. Onverstaanbaar. Gelukkig had ik mijn laptop bij. 😉

Tijdens de lunchbreak werden we onthaald op een zeer uitgebreid buffet. Nét iets beter dan de obligate broodjes. 😉 Het eten smaakte en we hadden het geluk dat twee coole gasten van The Open Organisation Of Lockpickers bij ons aan tafel schoven. Ze waren nog een beetje jetlagged, maar het klikte meteen en ze drukten ons op het hart dat we zeker langs hun stand moesten komen later op de dag. Eén van de lock picking guys vertelde een werkelijk hilarisch verhaal over zijn bezoek aan een Brusselse puzzle winkel. Omdat we zo fijn aan het babbelen waren, hadden we de tijd een beetje uit het oog verloren en waren de namiddagsessies al gestart.

We zochten ergens een plekje in de presentatie over malware, maar mijn aandacht kon ik er niet echt meer bijhouden. De presentatie was niet zo denderend en we besloten vroeger de zaal te verlaten om met de Lock picking guys te gaan babbelen. Aan de Toool stand kregen we een uiteenzetting over handboeien en dan vooral over hoe uit handboeien te geraken. Eigenlijk is de werking van handboeien gebaseerd op een erg eenvoudig principe en eens je weet hoe dit ineen zit, is het een fluitje van een cent om uit een set handboeien te geraken. Ik mocht dat even zelf uitproberen en het lukte probleemloos. Mijn vriend had de handboeien echter te strak aangedaan waardoor de methode waarbij een dun metalen plaatje tussen de tanden van het mechanisme geschoven moest worden, niet meer werkte. Ze zijn hem moeten komen bevrijden met het sleuteltje. :-) Als dank voor ons enthousiasme kregen we allebei een prachtige donkerblauwe tovenaarshoed opgezet met zilveren sterren.

Laat me zeggen dat, indien ik voordien nog niet genoeg opviel in een overwegend mannelijk en Aziatisch publiek, dit door mijn nieuwe hoofddeksel nu zeker het geval was. 😉 Ik had alleszins niet verwacht mij zo goed te amuseren op deze conferentie. En dat de wereld klein was, bleek nogmaals toen een Belgische vriend liet weten dat hij met één van de kapende kapiteins samen een paper geschreven had. Even snel de groetjes gaan doen en een foto gemaakt voor het thuisfront.

Spijtig genoeg hebben mijn vriend en ik ergens een verkoudheid opgedaan, die zich in mijn geval manifesteerde in een erg vervelende druipnuis en in mijn vriend zijn geval in een ambetante hoest. Nu, het was minder erg dan de verkoudheid in Schotland: mijn nachtrust leed er niet onder, dus echt veel last had ik er niet van. Ik moest er alleen op letten voldoende papieren zakdoekjes bij te hebben. Eén van de Belgen waarmee we ook in Singapore op stap waren geweest, had het erger te pakken: die voelde zich te ziek om de conferentie bij te wonen. Ik verdenk hem ervan ons aangestoken te hebben!

Toen de laatste talks van de dag begonnen, hield ik het voor bekeken en ging ik aan het zwembad liggen. Een mens moet nu ook weer niet overdrijven, he. 😉

Toen de laatste talk afgelopen was, kwam mijn vriend me daar vervoegen en vertrokken we (na een snelle douche) richting de Petronas Twin Towers. Hij had deze torens nog niet gezien sinds onze aankomst, hoog tijd om daar verandering in te brengen. Uiteindelijk was het maar een dikke tien minuten lopen vanaf ons hotel. De torens by night waren alleszins de moeite. We genoten van het schouwspel en gingen daarna op zoek naar iets kleins om te eten, want het buffet en al de hapjes overdag waren nogal overdadig geweest.

En we vonden een ideale plek om de kleine avondlijke gaatjes te vullen: een conveyor belt sushi! Je kiest net zoveel sushi als je wil en betaalt gewoon per portie. De sushi was niet om van achterover te vallen (een beetje te veel mayonaise-varianten naar mijn goesting), maar we aten zeker lekker én goedkoop bij de KLCC Sushi King.

Terug in het hotel probeerde ik tevergeefs nog eens wat foto’s op te laden naar mijn flickr-account. We hadden speciaal voor dat doel een snellere internetconnectie aangeschaft, maar helaas, er moet een limiet gestaan hebben op het uploaden, want ik slaagde er gewoonweg niet in om ook maar één foto online te krijgen. Ook hier weer scoorde Singapore beter. We konden daar zelfs foto’s opladen via de 4G mifi!