Een dagje op stap met een Japanse – donderdag 19 juni

Omdat wij het ’s avonds meestal nogal druk hebben, hadden we nog niet veel tijd gehad om met onze Japanse vriendin M op te trekken. Al moet ik eerlijk zeggen dat we niet echt de indruk hadden dat ze het erg vond overdag alleen in ons appartement te moeten achterblijven. In tegendeel, ik denk dat ze zelfs genoot van de rust en de ruimte (en al het bier in onze frigo, laten we vooral het bier niet vergeten). En ze maakte zelfs een daguitstapje naar Gent. Al was ze naar mijn mening wel heel erg vroeg terug. (Ben al vaak in Gent geweest en kan me niet voorstellen dat je na een uur of zeven denkt: wel, nu heb ik het hier wel gezien. Maar goed, niet iedereen is zo’n fanatieke reiziger als ik, natuurlijk.)

Ik had niet zo heel veel tijd gehad om een programma uit te werken om haar te entertainen tijdens haar bezoek. Gelukkig hadden we een tijd geleden van vrienden een bon gekregen om te gaan ontbijten in het T-huisje. Dat leek ons wel een fijn begin van deze vrije dag. Het T-huisje bleek wat verder van de toeristische plekken gelegen, wat ons de gelegenheid gaf om ook een ander gedeelte van Leuven aan M te laten zien. Het ontbijt was alvast een schot in de roos. Heel verzorgd, superveel keuze en een dag die begint met een zachtgekookt eitje kan voor mij al niet meer stuk!

Na het ontbijt reden we nog even terug naar Leuven, waar we een eerste steenlegging bijwoonden waarvoor mijn vriend en ik uitgenodigd waren. Meteen goed voor een glas schuimwijn in de voormiddag. Ik weet eerlijk gezegd niet goed wat M er van vond, maar zo vaak zal ze toch nog niet de gelegenheid gehad hebben een authentieke Belgische bouwwerf te bezoeken en aan authentieke Belgische eerste steenlegging mee te maken. 😉

Nadat de eerste steen gelegd was, vertrokken we richting Wezemaal om haar de plek te laten zien waar de Hagelandse wijndruiven groeien. Ooit, lang geleden, toen mijn vriend en ik nog dachten dat we superveel tijd zouden hebben om in de weekends lange wandelingen te maken, kochten we een hoop wandelgidsen die vervolgens onaangeroerd in de kast bleven staan. Nu kwamen deze eindelijk van pas en stippelden we een route uit die twee knooppuntenwandelingen in de gids combineerden.

De zon liet het wat afweten, maar verder geen klagen. De streek was nog even mooi als ik me herinnerde, alleen jammer dat het bezoekerscentrum van de Hagelandse wijn nog niet open was toen wij er langskwamen. Rode draad van de dag: het gebrul van de vele opstijgende en dalende vliegtuigen dat zich mengde met het geluid van de zingende vogels. We spotten ook wildlife: een muis, een konijn en twee parende eekhoorns. Plus we toonden M de beroemde oude wijnmuur die precies toch iets minder oud was dan ik mij herinnerde.

Ons middagmaal (nuja, wat heet middag, ondertussen was het al twee uur gepasseerd) nuttigden we in de Moedermeule, een heel mooi gelegen brasserie vlakbij (surprise) een mooi opgeknapte windmolen. Onverwachte ontmoeting van de dag: mijn zopas gepensioneerde collega die met zijn vriendin en zijn zus ook even kwam verpozen op het mooie terras van de Moedermeule. Hij zag er gebruind en ontspannen uit. Duidelijk aan het genieten van zijn pensioen! M en mijn vriend waagden zich aan de Breugelschotel, een overvloedige vleesspecialiteit van het huis. Ik hield het bij een bescheiden boekweitpannenkoek, want het ontbijt was al erg uitgebreid geweest en we hadden een reservatie om ’s avonds samen te dineren.

De wandeling was heel erg leuk, maar de gesprekken met M verliepen moeizaam. Het was echt zoeken naar raakvlakken om een gesprek over te voeren (buiten het culinaire dan). Ik probeerde haar wat achtergrond te geven bij de geologische ontstaansgeschiedenis van de plek waar we aan het wandelen waren. De glooiende heuvels waar nu de wijnranken op groeiden, waren miljoenen jaren geleden immers zandbanken in de zee, maar al te vaak had ik het gevoel dat dit soort weetjes haar niet echt interesseerden. Of was het toch de taalbarrière?

Toen de wandeling erop zat, was het nog geen etenstijd, dus besloten we M nog even één van de Leuvense kroonjuwelen te tonen: de Parkabdij. Ik probeerde uit te leggen dat deze abdij uniek was voor gans Europa omdat de originele configuratie van de abdij met haar bijgebouwen bewaard gebleven was, maar alweer had ik het gevoel dat mijn uitleg over haar hoofd heen ging. Best wel frustrerend eigenlijk.

Gelukkig was daar de prachtig gerestaureerde abdijmolen alwaar we een plekje aan de toog konden bemachtigen om een biertje (en in mijn geval een cava) te drinken. Het was voor mij de eerste keer dat ik er kwam nadat de restauratie voltooid was en ik was enorm onder de indruk van het resultaat. Echt een magnifieke plek om iets te eten of te drinken mét een opnieuw functionerende watermolen. Geweldig!

We keerden terug naar ons appartement om onze wandelschoenen om te ruilen voor iets deftigere schonen, want we werden om 20u in de Zarza verwacht. Ik had speciaal in dit restaurant gereserveerd omdat ik wist dat hun menu ook met aangepaste bieren geserveerd werd. Het werd een lekkere avond, waarbij M zonder moeite mijn vriend onder tafel dronk. De bieroverschotjes maakte ze met graagte soldaat. Respect!

IMG_5462

IMG_5533

IMG_5536

IMG_5539

IMG_5543

IMG_5549

IMG_5554

IMG_5563

IMG_5564

IMG_5572

IMG_5574

IMG_5578

IMG_5585

IMG_5593

IMG_5597