Gisteren hadden we uitgevist dat er een bustoer was door Sapporo die ongeveer alle toeristische bezienswaardigheden aandeed. We waren echter te laat om toen die bus nog te nemen, dus vandaag deden we een nieuwe poging. Na het uitgebreide ontbijtbuffet stapten we naar de busterminal vlakbij het treinstation en kochten daar in de ondergrondse gangen een bentobox voor ‘s middags.
De meeste grote Japanse steden hebben in de buurt van stations en metro’s hele ondergrondse complexen met elk soort winkel dat je je maar kan voorstellen. Als je de metro of de trein neemt, hoef je zelfs niet buiten te komen om je aankopen te doen. Best wel handig. In België probeert de NMBS shoppen in stations te promoten, maar te zien aan de leegloop van de winkels in Brussel-Centraal, lopen deze pogingen niet van een leien dakje. In Japan daarentegen zoeken restaurants en winkels net de buurten van een station op. Waarschijnlijk omdat veel mensen in de stad geen auto’s hebben en op het openbaar vervoer als transportmiddel aangewezen zijn.
Ik kocht nog snel een stukje cheesecake (niet alleen een Amerikaanse, maar ook een Sapporo specialiteit) voor onderweg en we stapten op de bus richting het Okurayama Ski Jump Stadium. Voor alweer een bezoekje aan een dierentuin pasten we liever. Het Ski Jump Stadium werd gebouwd ter gelegenheid van de winterspelen van 1972, maar is nog steeds in prima conditie. We waren bijna de enige toeristen op de site die ook een sportmuseum bevat. Het museum lieten we links liggen, we trokken linea recta naar de stoeltjeslift om boven van het uitzicht te kunnen genieten.
Het uitzicht was werkelijk adembenemend. Het was de eerste keer dat ik zo’n springschans van dichtbij zag, maar oh la la, ik kan me niet voorstellen dat ik de moed zou hebben om daar op twee paar ski’s naar beneden te glijden. Ik zou waarschijnlijk ook te afgeleid zijn door het uitzicht en voorzeker ergens midden tijdens de vlucht op mijn gezicht gaan.
Met uitzicht op de schans en Sapporo aan onze voeten aten we onze bentobox op. Ik bestelde ter plekke een groene fanta (zelfs bovenaan een schans kan je eten en drinken en souvenirs kopen), maar dit bleek toch enigszins tegen te vallen. Zoals alle koolzuurhoudend dranken die ik in Japan dronk, had ook dit drankje een chemisch smaakje. But then again, smaken niet alle frisdranken een beetje chemisch?
Heel veel foto’s rijker, namen we de stoeltjeslift terug naar beneden om ons vervolgens busgewijs naar het Sapporo shrine te laten brengen. We genoten van de rust in het shrine en ik kocht voor 100 yen een fortune dat mij extreme luck voorspelde. Ik ben benieuwd! In het park rond de tempel zagen we ook de eerste herfstkleuren. Dit was zeker een anomalie, want het was het enige takje met rode bladeren in heel het bos, maar toch, herfstkleuren!
Na ons bezoek aan de shrine lieten we de bus ons helemaal aan het begin van Odori park afzetten. We wandelden op ons gemak door het langgerekte park en staken onze voeten nogmaals in het water. Niets verfrissender dan een fijne fontein in het midden van een hete stad. Ik ontdekte een als schuifaf vermomd kunstwerk van Isamu Noguchi en kon het natuurlijk niet laten om langs het zwarte glimmende oppervlak naar beneden te glijden. Soms moet een mens het kind in zich de ruimte gunnen.
We deden opnieuw een poging om een t-shirt van de Japanse nationale voetbalploeg te kopen voor de schoonbroer van mijn vriend. In de vorige winkel die we aandeden waren de shirts uitverkocht. Nu hadden we meer geluk. Al vielen we lichtelijk achterover van de prijs: 100 euro voor een voetbal t-shirt in een maat waarin de zwager in kwestie waarschijnlijk niet eens paste. (Groter dan een large verkopen ze niet in Japan. Wat met die arme sumoworstelaars die een voetbalt-shirt willen kopen!?) We zijn wel zo verstandig geweest dat t-shirt mooi te laten hangen.
Het licht van de zon werd alweer wat roder, maar eigenlijk hadden we in Sapporo al alles gezien wat we wilden zien. Tot ik me herinnerde dat ik niet ver van ons hotel een wolkenkrabber met een reuzenrad op gezien had en elders een foldertje over ‘the only ferris wheel on a rooftop in Hokkaido’. We wisten snel wat gedaan.
Ook op deze attractie was bedroevend weinig volk. Er stond meer volk aan het onthaal kaartjes te scheuren (want kopen diende je weer via een automaat te doen) dan er mensen in het reuzenrad zaten (wijzelf en nog een ander koppel). Ik weet het toch niet, hoor, misschien zijn dit nog de naweeën van de tsunami of zo, maar bij sommige plekken die we bezocht heb, stel ik me serieus vragen of deze op lange termijn rendabel zijn.
We hadden een perfecte timing voor ons ritje met het reuzenrad, prachtig avondlicht en een geweldig mooie blauwe lucht met wolkjes. Zo’n reuzenrad blijft ook altijd een beetje spannend, dat wiebelt, dat kraakt en je voelt het bakje meewiegen op de wind die boven altijd zoveel feller lijkt. Niets voor mensen met hoogtevrees, dus. 😉
We hadden nog helemaal geen honger, maar dorst des te meer. Het toeval wil dat er in de building van het reuzenrad een Italiaans restaurant/bar was. Op goed geluk stapten we er binnen in de hoop een aperitief te scoren. Het grote restaurant was volledig leeg, dus kregen we een mooi plekje in een chique leren zetel aan een groot raam. Helaas was het uitzicht nogal belabberd, we keken uit op een oud en verroest gebouw dat dringend een lik verf kon gebruiken.
De cocktails daarentegen waren voortreffelijk. Ik bestelde een cosmopolitan en mijn vriend liet zich iets met gin aanraden (yakkes, gin). Ik zette me schrap voor het ergste, maar kijk, kreeg ik me daar een perfecte cosmopolitan geserveerd. Dat smaakte naar meer, want goeie cocktails zijn dun gezaaid in Japan. Dus deden we eventjes gek en gingen we voor een tweede rondje: een kamikaze voor mij en voor mijn vriend een matador. Heerlijk!
Voor het avondmaal gingen we naar een krabrestaurant vlakbij ons hotel (tiens, we hebben in Sapporo alleen maar vlakbij ons hotel gegeten). Die gigantische krab op het dak deed het hem voor mij. Na even gewacht te hebben in de inkomhal (waar levende krabben rondzwommen), kregen we een apart lokaaltje helemaal voor ons alleen toegewezen, afgesloten door schuifwanden. Mijn knieën waren blij dat het lokaal ingericht was met tafels en stoelen, al zag ik op foto’s dat er ook echt traditionele ruimten met tatamimatten waren. Ik bestelde een krab set en mijn vriend krabsushi. Het idee was met elkaar te delen. Twee sets zou waarschijnlijk te veel zijn en zo konden we toch van alles proeven. Wat volgde was een overdaad aan potjes en schoteltjes met rauwe krab, krabsushi, dumplings met krab, krab hot pot, krab met eipudding, krabsoep, gegratineerde krab, enzovoort. Allemaal even lekker. En een Hokkaido meloen als dessert, wat wil een mens nog meer.
Toch vond ik Sapporo het minst interessant van de bestemmingen die we tot nu toe aangedaan hebben. We waren oorspronkelijk van plan geweest het Sapporo biermuseum te bezoeken, maar omdat dit nergens bij de highlights vermeld werd en de toeristische bus er niet passeerde, lieten we dit vallen. Misschien was dit niet zo’n goeie beslissing, want buiten de spectaculaire skischans, de TV tower en de vele krabrestaurants valt er niet zoveel te zien in Sapporo.