Nostalgie

Dingen die de strenge selectie van de opruimdag in mijn ouderlijk huis niet gehaald hebben:

De beruchte giraffen, altijd goed voor wat binnenpretjes ten huize yab en vriend.

Maria, Jozef en het kindje Jezus, gemaakt uit wc-rolletjes en piepschuimballetjes. Jarenlang dienst gedaan als reserve-kerststal. (Volgens mij heeft Maria second thoughts over heel dat onbevlekte ontvangenis-gedoe.)

Een hoop Fleur-poppen met home-made kapsels en in één geval een home-made outfit. Wijze levensles: haren van zo’n pop smelten als je ze te lang tegen een gloeilamp houdt. Enige remedie: de schaar erin. (Twee Fleur-poppen bleken ondertussen met een handicap te sukkelen: één van hun benen bleef er maar afvallen.)

Oja, ik heb ook kilo’s en kilo’s oude cursussen buiten gesmeten (ongelooflijk dat ik al die leerstof ooit in mijn hoofd gepropt hebt), maar die stoffige dingen vond ik geen foto waard.

Friendship never ends?

Gisteren hebben mijn vriend en ik de vooruitgang van baby O bewonderd. Baby O is in september ontsproten aan de lenderen van mijn beste vriendin uit het middelbaar. Omdat baby’s de neiging hebben om als kool te groeien, werd het hoog tijd om met eigen ogen te aanschouwen hoeveel vooruitgang ze al gemaakt had. Baby O beschikt alvast over de nodige mensenkennis, want ze trakteerde mij zowaar op een (zij het aarzelend) glimlachje. 😉

Een bezoekje aan vriendin F en haar man heeft altijd iets nostalgisch. Op een zeker moment mondt het gesprek steevast uit in herinneringen ophalen aan vroeger. En hoe zou het met die zijn? En die, heb jij daar nog iets van gehoord? En dan komen we telkens weer tot de vaststelling dat al die vroegere klasgenootjes uit ons leven zijn verdwenen. Foetsie, weg. Zelfs van ons vaste meisjeskliekje van vier (de meisjes van de Latijnse, neen, echt populair waren we toen niet) zijn wij twee de enige restanten. Via via hebben we vernomen dat nummer drie ondertussen al twee kindjes heeft en nummer vier is geëmigreerd naar Italië.

Vind ik het jammer dat die vriendschapsbanden verbroken zijn? Soms wel, meestal niet. Ik maak ook geen aanstalten om het contact te vernieuwen en dat zegt genoeg. Niets duurt eeuwig.

24u

We zijn vanavond dat toch even langs de 24-urenloop geweest. En neen, ik heb geen rondje gelopen, maar mijn neus heeft er zeker tien gelopen. En dat zonder doping! Onze spionnen ter plaatse vertelden ons dat het een rimpelloze editie was. Het telsysteem werkte zonder problemen, een kleine kortsluiting daargelaten, de site is niet down gegaan, er waren enkel wat problemen met de applet. Fijn, maar ook een beetje saai. Rampscenario’s zijn nu eenmaal spannender om te aanhoren.

Voor het parcours had men dit jaar teruggegrepen naar de oude vertrouwde formule: de lopers lopen op het asfaltbaantje rond de piste en de standjes van de ploegen staan verspreid langs het parcours. Heel raar om mensen tegen het lijf te lopen die niet eens wisten dat de opstelling waarbij alle standjes op het grote plein stonden en de lopers op de piste liepen de uitzondering was en de verspreiding van de standjes langs het parcours de regel. Jaja, de kloof tussen mij en de huidige generatie studenten wordt steeds groter.

Mijn vriend en ik hebben het ganse parcours verkend, maar de sfeer zat er niet (meer) in. Niet ongewoon, want het hoogtepunt van de 24-urenloop is op de avond/nacht van de eerste dag. Op het einde van 24 uur rondjes lopen, ligt alles vol met afval, zijn de lopers moe en de mensen die de eet- en drinkstandjes bemannen al aan het opruimen. Alles baadt in een triest sfeertje dat doet denken aan de dag na een geweldig feestje. Komt daar nog eens bij dat mijn voeten het na anderhalf uur behoorlijk koud begonnen krijgen.

Enfin, ik ben een beetje verkouden, dat niet zo goed voelen, zal ook wel daarmee te maken hebben. Toch wil ik iedereen die zich inzet voor de 24-urenloop proficiat wensen. ‘t Is elk jaar weer een enorme organisatie. Dikke schouderklop.

Nachtkastjes

Gisterenavond lagen we nog wat na te genieten van het “spelen” in bed toen mijn vriend de gevleugelde woorden sprak: “Toch handig, he, zo nachtkastjes hebben.” Ik kon niet anders dan hem gelijk geven: nachtkastjes zijn handig om een wekkerradio op te zetten, om ‘s nachts je oorbellen op te leggen, om je boek in weg te bergen, om je kousen in te steken, om je gsm op te leggen, om stoute dingen in te verstoppen,… En toen overliepen we in een nostalgische bui al de nachtkastachtige objecten die we al gebruikt hebben sinds we samen zijn. In chronologische volgorde:
– vier op elkaar gestapelde pc’s,
– een stapel schoenendozen,
– een metalen rek,
– de nachtkastjes van nonkel K,
– helemaal niks.

Jaja, nachtkastjes zijn toch handig.

Verzonken verleden

Een week geleden kreeg ik een mailtje van Schoolbord.be in mijn inbox. ‘k Was eerlijk gezegd al helemaal vergeten dat ik daar op een blauwe maandag een account aangemaakt had in de hoop wat oude schoolkameraadjes terug te vinden (quod non). Nadat ik via de link “paswoord vergeten” mijn paswoord gerecupereerd had, voelde ik mij opeens zomaar zonder reden aangesproken om mijn steentje bij te dragen in de vorm van een oude klasfoto.

Het toeval wil dat ik hier op ons appartement één fotoalbum van mijn kindertijd heb liggen (iets met een discussie over smurfin). Dus hup, na heel wat gepruts de klasfoto van het eerste leerjaar uit het album verwijderd gekregen, ingescand en geüpload naar Schoolbord.be. ‘k Werd bij het terugzien van die oude foto’s zowaar een beetje nostalgisch en ja, toen begon ik mij af te vragen wat er van mijn ex-klasgenootjes geworden zou zijn. Hoe zou het hen vergaan zijn in de grote boze wereld? Zou ik ze nog herkennen als ik ze op straat tegenkwam?

Bij zulke acute aanvallen van nieuwsgierigheid kan maar één medicijn helpen. Google to the rescue! Gelukkig heb ik een fenomenaal geheugen voor trivialiteiten. Ik kende nog van alle kindjes in mijn klasje de voor- en achternaam en dat terwijl ik de meesten sinds het zesde studiejaar nooit meer gezien heb. De Google-zoektocht leverde echter bijzonder bedroevende resultaten op: van slechts vijf van de éénentwintig vond ik een spoor terug (mezelf inbegrepen) en die sporen waren bijzonder magertjes. Al de rest is gewoon onbestaande in het online wereldje (of blogt anoniem, wie weet). Jammer, want nu is mijn nieuwsgierigheid nog steeds niet bevredigd.

Jeugdsentiment

Bij een recent bezoekje aan het thuisfront pikte ik een stukje “Zo is er maar één” mee (mijn vriend en ik zijn nog steeds die-hard géén-tv-kijkers), waarin Daan een zeer mooie vertolking van Lichtjes van de Schelde ten beste gaf. Ik kreeg zowaar heimwee naar de onvervalste kleinkunst van enkele jaren geleden (Boudewijn de Groot, Bram Vermeulen, Herman Van Veen, Wim De Craene, enzovoort). U weet wel, klassiekers uit de complete kleinkunstcollectie van Radio 1.

Mijn toenmalige beste vriendin (onze wegen zijn daarna op iets minder vriendschappelijke wijze uit mekaar gegaan) en ik draaiden die kleinkunstcollectie grijs. Ons favoriete nummer, mét stip, was Paarse schoenen van de Berini’s. Schitterende tekst gebracht met een pittig Hollands accent. Ideaal om met z’n tweetjes in licht beschonken toestand mee te brullen. :-)

En nu heeft vandaag iemand mij heel gelukkig gemaakt door mij dat liedje in mp3-formaat te bezorgen. ‘k Heb het al een stuk of tien keer achter mekaar gespeeld. Mijn vriendje, de anti-kleinkunstliefhebber, is er niet, dus ik heb het rijk (lees: de kamer van nonkel K) voor mij alleen. Paarse schoenen, met paarse veters all the way!