Onze derde zonnige ochtend in Genève begonnen we met een wandeling naar het Patek Philippe Museum, ons aangeraden door onze vrienden. Onderweg liepen we langs de Mur des Réformateurs in het Parc des Bastions. Dit indrukwekkende monument is gewijd aan de helden van de reformatie, met grote beelden van Johannes Calvijn, Guillaume Farel, Théodore de Bèze en John Knox. Door mijn katholieke opvoeding is ongeveer het enige wat ik van de reformatie weet dat Martin Luther zijn stellingen tegen aflaten aan een kerkdeur nagelde. En oja, vervolging, contrareformatie, beeldenstorm, vlucht van de intelligentsia uit de Zuidelijke Nederlanden naar de Noordelijke, zoiets. Genève was op een bepaald moment in de geschiedenis zowat het Rome van de protestanten en je kan er nu nog het Internationale Museum van de Reformatie bezoeken (wat wij niet deden).
Ik weet niet of ik het Patek Philippe Museum bezocht zou hebben als onze vrienden ons niet verzekerd hadden dat het de moeite was. Een museum enkel gewijd aan horloges klinkt een beetje saai. But boy, was I wrong. Wat een absoluut fantastisch museum! De pracht en praal van de horloges in de collectie van het Patek Philippe Museum was overdonderend. Grappig dat uiteindelijk geen van beide partners die de firma Patek Philippe in het leven riepen zelf Zwitsers waren. Antoni Patek was een Pool en Adrien Philippe een Fransman, maar dat doet geenszins afbreuk aan hun fabelachtige collectie. Het ambacht der horlogemakers zorgde dat Zwitserse precisie een begrip werd en de Zwitserse horlogemerken zijn nog steeds gegeerd goed. Het straffe is dat er een simpele verklaring is voor het belang dat Zwitsers aan hun horloges hechten: protestanten mochten geen juwelen dragen, enkel een horloge was toegestaan. En zoals dat meestal gaat, werd er een creatieve manier bedacht om toch te pronken en groeiden de horloges uit tot juwelen met een wijzerplaat.
Het museum bevatte ook een ingenieuze collectie automatons. Kleine miniatuurkunstwerkjes met bewegende onderdelen. Zo was er een tafereeltje waarbij Mozes met zijn staf tegen de rots sloeg en er water uit vloeide. Of een koorddanser balancerend op een touw. Of een pistool waarbij, wanneer je de trekker overhaalde, een vogeltje uit de loop te voorschijn kwam waarvan bekje, kopje en vleugeltjes bewogen op de tonen van een melodietje. Of een bewegend oud vrouwtje met twee wandelstokken, of een slang of een muis of een … Via 3D-animaties werd aangetoond hoe de mechaniekjes werkten. Heel knap en indrukwekkend allemaal. Alleen jammer dat je geen foto’s mocht nemen (wat ik uiteraard stiekem toch deed met mijn iphone).
Enkele filmpjes om jullie een idee te geven, want het valt moeilijk in woorden te beschrijven:
Maar hét topstuk was toch wel de Patek Philippe Calibre 89, het meest gecompliceerde horloge ter wereld. Het kostte vijf jaar onderzoek en ontwikkeling en vier jaar handwerk om het horloge te fabriceren. Fenomenaal. Ik kan het niet anders beschrijven. De collectie was gewoon te groot en de details van de kunstwerkjes te verfijnd om volledig te kunnen absorberen. De herinnering aan al die pracht begint nu jammer genoeg al te vervagen.
Ik had er nog wel uren kunnen rondlopen, maar we moesten ‘s middags op tijd zijn voor onze afspraak met onze vrienden.