Terwijl mijn feedreader overspoeld wordt met shoppende vrouwen, krijg ik bericht dat het dochtertje van een kennis in het ziekenhuis is opgenomen. Het meisje is acht maanden en geboren met een genetische afwijking waardoor ze zeer slechtziend is en tumoren op de nieren zal ontwikkelen. Na een scan bleek dat er al abnormaal weefsel aanwezig was op haar nieren, waarna besloten werd over te gaan op chemotherapie voordat dit weefsel kon uitgroeien tot tumoren. De chemotherapie zal een volledig jaar duren.
Weet je, ik beschouw mezelf niet als een bijzonder goed mens, maar ik ken wel zulke mensen. Mensen die altijd het beste in anderen zoeken, die ik nog nooit kwaad heb gezien en steeds bereid zijn om anderen te helpen. X, de vader van N, is zo iemand. Altijd vrolijk, altijd goed gezind. Actief in de jeugdbeweging, slim, muzikaal, vrijgevig. We studeerde samen, gingen naar feestjes van gezamelijke vrienden, maar verloren het contact een beetje nadat hij trouwde met een vrouw, al even lief en zacht als hijzelf, verhuisde en vervolgens kinderen kreeg. Ik wist dat hij een tweede dochtertje had, kocht een cadeautje, stuurde een kaartje, maar ging niet op bezoek. Geen tijd, jullie kennen het excuus zeker wel.
En nu krijg ik dit bericht. Het gaat niet goed met zijn dochtertje. Ze eet niet, ze slaapt moeilijk, ze heeft pijn. Ze krijgt nu voedingsstoffen via een infuus, maar de dokters willen haar met een sonde voeden. Ze ziet er zo klein, zielig en bleek uit op de foto’s. Een baby nog, geen kindje van acht maanden. Nu is niet de tijd om het contact te vernieuwen, maar ik volg hun verhaal en als het weer beter gaat met kleine N, zal ik er zeker werk van maken. Sommige mensen zijn het waard om tijd voor te maken.