Een laat kerstgeschenk

Deze namiddag heb ik op het werk een splinternieuwe laptop gekregen ter vervanging van mijn oude, helaas steeds meer tegensputterende laptop. Onder het motto beter laat dan nooit, want mijn laptop moest normaalgezien al in november vervangen worden. Dat maakte mijn vreugde er niet minder om. Een nieuwe supersnelle laptop, een groter scherm (met iets te hoge resolutie, want ik kan de lettertjes nog amper lezen en de resolutie verlagen maakt dat de karakters niet meer scherp zijn), een blitse zwarte muis en een hip nieuw keybord dat bijna geruisloos typt, ik ben er helemaal weg van.

Mijn vreugde werd echter getemperd doordat er iets is misgelopen tijdens het synchroniseren van de outlook en mijn treo. Al mijn contacten en afspraken staan nu dubbel in outlook en in mijn treo. Ik heb al een uurtje zitten prutsen om het weer goed te krijgen, maar omdat ik vanavond nog voor sluitingstijd bij de schoenmaker moest zijn, heb ik het al grommelend opgegeven. Mijn humeur zat even in een dipje en ik moest even de neiging onderdrukken om met iets te gaan smijten.

Maar ik laat mij niet doen door zo’n vervelend stukje software! Morgen vlieg ik er weer met volle moed in! We zullen zien wie als overwinnaar uit het strijdperk komt.

Afgang

Yab to the rescue, of toch iets wat daarvoor moet doorgaan. Mijn baas belt vlak voor de middag dat hij beneden in vergadering zit met een externe persoon die via UMTS wilde surfen om internetgewijs het één en andere te laten zien. Klein probleempje: UMTS wilde niet meewerken en een externe laptop op ons interne netwerk aansluiten is niet mogelijk. Dus of ik effe met een reservelaptop wilde komen opdraven.

Geen probleem, ik grits ergens een reservelaptop en een netwerkkabel mee en spoed mij naar beneden. Ik storm een beetje de vergaderzaal binnen om te merken dat niet alleen mijn baas daar zit maar ook de Grote Baas. Kuch, geen probleem, doen alsof er niks aan de hand is. Ik ga op zoek naar een bruikbare netwerkingang en speur daarbij zeer aandachtig de grond af (al onze vergaderzalen hebben aansluitingen die onder zo’n luikje in de grond verborgen zijn). De externe persoon is ondertussen helemaal afgeleid door mijn zoekgedrag. Waarop de Grote Baas mij er vriendelijk op wijst dat de netwerkaansluitingen zich – heel erg praktisch – gewoon in de muur bevinden. D’oh!

Een beetje opgelucht steek ik de netwerkkabel in en wil vervolgens hetzelfde doen met de laptop. Vind ik toch nergens een netwerkingang aan dat toestel, zeker. Ik de laptop al langs drie kanten volledig onderzocht, wanneer blijkt dat de netwerkingang verstopt is achter een zeer mooi gecamoufleerd luikje. Weer d’oh. Met een inwendige zucht, start ik het toestel op en merk vervolgens dat dit een exemplaar met kuren is. Eentje die niet op batterij wil werken en altijd in het stopcontact moet steken. Ik zucht inwendig nog een beetje luider, haast mij naar boven om de voeding en de bijhorende kabels te zoeken, spurt naar beneden, zet de laptop opnieuw aan en kan nog een vijftal minuutjes wachten tot het ding volledig opgestart is. Ondertussen probeer ik er uitwendig helemaal relax en zelfverzekerd uit te zien.

Terug boven gekomen denk ik er plots aan dat ik op die reservelaptop aangelogd ben met mijn account en de laptops hier zijn zo ingesteld dat ze na tien minuten inactiviteit automatisch gelockt worden. Aiaiai, ik voorvoel problemen. Dus besluit ik maar snel een broodje te gaan halen en dat op mijn bureau op te eten, kwestie van zeker beschikbaar te zijn als die pc gelockt is en niemand buiten ik die kan unlocken.

En ja hoor, een dik kwartier later belt mijn baas of ik de laptop even kan komen unlocken. Enfin, ik zal alleszins een onuitwisbare indruk gemaakt hebben op de externe persoon als de plaatselijke kluns van dienst. Er is dus wel degelijk een reden dat ik, wanneer ik zelf een presentatie moet geven, áltijd minstens een kwartier op voorhand daar ben. Ik heb een hekel aan dat geprul met kabels en het onder-de-tafel-kruipen dat meestal met het gesleur met pc’s gepaard gaat. En dat verergert alleen maar als er een paar mensen op je vingers (of erger, op je gat, als je onder tafel gekropen bent) zitten te kijken en je foute paswoorden begint te typen of de netwerkingang niet vindt. Stressy.