Grote hoeveelheden jongelingen met gigantische rugzakken en tentjes die je in twee seconden kan opzetten, stromen toe op de perrons van Leuven. Zij stappen af en maken zo plaats voor de pendelaars richting Brussel. Ik hou van de drukte in het station tijdens deze periode, het enthousiasme dat die jonge mensen uitstralen, de zin om er, ondanks de regen, een geslaagd festival van te maken. Even heb ik zin om met hen mee te gaan, maar dan overwint mijn afkeer voor modder en slapen in tentjes het van deze bevlieging. Even ben ik jaloers op hun jeugdige zorgeloosheid, dat alles-is-mogelijk-gevoel dat ze uitstralen, maar ook dat gaat voorbij.
Ik stap de trein op, het begin van een nieuwe werkdag.