‘s Nachts wakker geworden van een serieuze storm. Da’s dan weer het nadeel van wonen op het platteland: je bent veel meer blootgesteld aan de element dan in de stad. Tot onze grote spijt kunnen we deze laatste ochtend niet genieten van het fenomenale ontbijt in onze fantastische B&B Kentraw Farmhouse. We moeten immers om 7 uur de ferry in Port Askaig halen. Ja, 7 uur is een belachelijk vroeg uur, maar ik was blijkbaar te laat voor het boeken van de ferry, waardoor dit de enige optie was. Spijtig, maar niets aan te doen. We steken snel een yoghurtje binnen en vertrekken stipt om 6 uur met een steeds voller geladen auto (het gewicht aan flessen whisky benadert ondertussen ongetwijfeld dat van onze bagage).
Onderweg naar de ferry groet ons een eenzaam ochtendlijk hert. Een mooie manier om afscheid te nemen van Islay. Gelukkig is er om 7 uur ‘s ochtends niet al te veel verkeer en zijn we mooi op tijd voor de ferry. Dat is deze reis al anders geweest! Op de boot eten we voor de tweede keer ontbijt. Al moet ik bekennen dat de pancakes niet echt om over naar huis te schrijven zijn.
Onze eindbestemming vandaag is Abbotsford Lodge in Callander. Onderweg lassen we echter een kleine plaspauze in bij The Rumblin’ Tum Café in Ardrishaig. We laten ons verleiden door al de lekkere baksels in de koeltoog en voordat ik het goed en wel besef zit ik met een grote tas warme chocolademelk mét slagroom en een cake met maltesers voor mijn neus. De verleiding is soms moeilijk te weerstaan.
Na deze zoete zonde is onze volgende stop Crarae Garden, een rondom schitterende tuin met een ongelooflijke variatie aan planten (de één al exotischer dan de andere). Zo is er een mooie collectie planten en bomen uit China, Nepal en Tibet. Het sprankelende riviertje Crarae Burn vormt het middelpunt van de tuin, die door de vele hoogteverschillen ons steeds andere gezichten biedt. Van al de tuinen die we deze vakantie bezochten, is deze tuin, ondanks het bijzonder wisselvallige weer, ongetwijfeld mijn favoriet. In de shop laten we ons verleiden tot de aanschaf van twee whiskyglazen. Niet dat we thuis geen whiskyglazen hebben, maar met dat het drankje steeds populairder wordt, is het wel leuk om wat extra glazen te hebben.
De volgende stop op onze tocht in Inveraray. Inveraray lijkt me op zich een interessant stadje om meer in detail te bekijken, maar zwij springen er enkel een supermarkt binnen om wat haggis voor de schoonbroer van mijn vriend te kopen en te lunchen in The George. The George is een tegenvaller. Helemaal niet de goede reviews op tripadvisor waard. De bediening is op zijn best onverschillig te noemen en ook het eten is maar zo zo. De minimosseltjes maken op mij alvast geen indruk.
De hoofdreden voor ons bezoek aan Inveraray is immers Inveraray Castle, het voorvaderlijke huis van de Duke of Argyll, Chief of the Clan Campbell. Dit kasteel is werkelijk een pareltje. Prachtig gelegen te midden van een schitterende tuin. Door het wisselvallige weer wordt de voorgevel belicht door de zon terwijl op de achtergrond dramatisch donkere wolken dreigden. Een droomplaatje. De collectie in het kasteel is nogal eclectisch (van verhalen over WOI, tot foto’s van de huidige Duke en zijn gezin), maar ik vond het zeker de moeite van een bezoek waard. Al blijft het concept ‘adel’ voor mij iets dat niet thuis hoort in de eenentwingtigste eeuw.
Rond 18.30u komen we aan in Abbotsford lodge in Callander. Aangezien het Paaszaterdag is, lijkt het ons verstandig om een tafel te reserveren. En effectief, het is niet gemakkelijk om een restaurant te vinden dat én open is én nog een tafel beschikbaar heeft. Gelukkig heeft restaurant Callander Meadows nog een tafel voor vier personen om 20.30u. Mijn broer en zijn vriendin willen even uitrusten in het hotel, wat mijn vriend en mezelf de gelegenheid geeft om nog een kleine wandeling te maken vóór het avondeten. We volgen een stukje van de Roman Camp Walk, zien een mooi bruggetje en besluiten dat Callander een gezellig stadje is.
Het avondeten in Callander Meadows is lekker, al mochten de porties wat mij betreft iets groter zijn. De voorbije dagen waren onze maaltijden nogal copieus en een mens raakt dat snel gewend. 😉 Ik bega wel de vergissing om als dessert ‘caramelised pineapple mess’ te bestellen. Een dessert dat voor een groot deel uit slagroom blijkt te bestaan. Gelukkig is mijn broer bereid het dessert van mij over te nemen.
Na het eten is onze pijp uit. Vroeg in bed om op Pasen genoeg energie te hebben om de Trossachs te verkennen!