Na ons bezoek aan Hertog Jan en mijn nogal onfortuinlijke zeiltocht de dag nadien hadden we meteen een nieuwe datum vastgelegd voor een volgende culinaire ervaring met onze vrienden. Waar die zou plaatsvinden, hadden we echter nog niet bepaald. Tot ik in de kranten las dat Kobe Desramaults eind 2016 zou stoppen met In de Wulf, wat mij betreft nog altijd het beste restaurant waar ik ooit gegeten heb. De keuze was dus snel gemaakt. Helaas bleek de zaterdag die wij oorspronkelijk geprikt hadden voor onze afspraak helemaal volzet. Gelukkig was er op vrijdag wel nog plek. Wat heen-en-weer-sms-verkeer later, was alles in kannen en kruiken. Een tafeltje voor vier personen en twee slaapkamers om niet in het holst van de nacht vanuit het verre Heuvelland te moeten terug rijden.
Mijn vriend zag het niet zitten om met de auto vanuit Brussel te vertrekken, dus spoorden we eerst terug naar Leuven om van daaruit te vertrekken. Een lange, lange autorit met redelijk wat file later, arriveerden we een klein half uur voor de aanvang van ons diner. Net op het moment dat we met de wagen de parking op draaiden, zagen we opeens twee bekende gezichten. En neen, het waren niet de vrienden waarmee we afgesproken hadden. Het waren de vrienden waarmee we op de vestingen in Ieper waren gaan wandelen! Zij hadden net als wij gedacht: als we nog één keer In de Wulf willen gaan eten, dan is’t nu of nooit. En ‘t grappige is, dat ze in gezelschap waren de ouders van het vriendje dat mee de zoektocht op de vestingen had gedaan. Wat een ongelooflijk toeval en wat een fijne verrassing!
We probeerden een gezamenlijke aperitief met z’n achten te regelen, maar dat bleek te lastig. Het personeel was wel zo vriendelijk om aan te bieden om de afsluitende koffie te serveren in het salon waar we wel met acht personen samen konden zitten. Ideaal!
En toen begon de maaltijd waarbij we van de ene naar de andere smaaksensatie geleid werden. Ok, ik kan natuurlijk niet vergelijken met The Jane of zo, maar voor mij blijft In de Wulf het beste restaurant van België. Echt subliem. En fijn dat we een rondleiding in de keuken kregen, waar de geuren van het eten dat er gerookt werd ons al op voorhand deden watertanden.
Wat wij aten:
- Duif, rabarber
- Koolzaad, ricotta, komkommer
- Makreel, kerrieplant
- Wulken, brandnetel
- Hondshaai, Belgische Oscietra kaviaar
- Hoppescheuten van Reningelsst, mossel miso
- Le Monde des Mille Couleurs
- Kreeft uit Oosterschelde
- Zurkelstoemp
- Griet
- Ravioli, varken, daslook
- Lam, zuring, den
- Karnemelk, rode biet, blauwe bosbes
- Duindoornbes, wortel, anijs
- Chocolade bier
Wat wij dronken (want zo’n menu, daar moet je wel de aangepaste wijnen bij drinken):
- Etienne Thiebaud – Chardonnay de Messagelin 2012
- Jean-Marc Dreyer – Riesling Maceration 2014
- Alexandre Bain – Terre D’Obus 2014
- Jean Yves Perron – Cotillon des Dames 2013
- Babass & Dervieux – Joseph, Anne, Françoise 2012
- Jean Louis Dutraive – Clos de La Grand Cour 2014
- Mendall – Finca Caibelles 2012
- Raphael Bartucci – Bugey-Cerdon 2014
- De Ranke – Noir de Dottignies
Super dat er een paar ‘oranje’ wijnen tussen zaten. Deze ongefilterde witte wijnen waarbij de schil van de druif verwerkt wordt, heb ik nog niet zo lang geleden leren kennen bij het Land aan de Overkant. Een kennismaking die naar meer smaakte. Oja, de wijnen werden dit keer niet bijgeschonken, dus zo zat als de vorige keer waren we beslist niet. 😉
Het personeel hield woord en we sloten de avond met z’n achten af in het salon met heerlijke thee en nog enkele versnaperingen om de laatste gaatjes te vullen.
Doodzonde dat dit geweldige restaurant eind dit jaar de deuren sluit.