Maandagochtend maakten we voor het eerst echt kennis met de Amerikaanse ontbijtgewoonten. Het concept brood is in Amerika onbekend. Dat verklaarde meteen waarom vriendin L in Baton Rouge haar eigen brood bakte. Als ontbijt konden we kiezen uit donuts, waffles, cornflakes, te zoete yoghurt, muffins en ondefinieerbare maar veel te zoete gebakjes. Gezond ontbijten? Vergeet het maar.
Ik nam iets wat leek op een pistolet en at er een hardgekookt eitje bij. De neppistolet was echer niet te vreten. De vriendelijke mevrouw aan het tafeltje langs ons zag mijn walging en wees me erop dat de neppistolet eerst geroosterd diende te worden. Aha! Na een behandeling door de broodrooster, smaakt het rare broodje al veel beter. Eén ding was zeker: we zouden ons beslist niet overeten aan het ontbijt.
Vandaag stond er een bezoek aan het Museum of Science and Industry op het programma, niet ver van de Chicago University Campus waar H werkt. Eer we goed en wel voorzien waren van een driedagenpas voor het openbaar vervoer en de juiste bus gevonden hadden, was het al elf uur. We betaalden de hoge inkomprijs (20 dollar, een bezoek aan de U-505 inbegrepen) en trokken dadelijk naar de afdeling waar de duikboot stond.
De U-505 is de enige Duitse duikboot die in handen van de geallieerden is gevallen. De operatie die voorafging aan het gevangen nemen van de duikboot werd uitvoerig uit de doeken gedaan, voorzien van de nodige heroïsche muziek om het uitzonderlijke van deze vangst te onderstrepen. Aan boord van de U-505 bevond zich de beroemde Enigma-machine die het mogelijk maakte om de geheime codes van de Duitsers te kraken.
Natuurlijk was deze vangst bijzonder, maar dat neemt niet weg dat er een hele hoop geluk mee gepaard ging. Geluk dat niet alle springladingen aan boord ontstoken waren, geluk dat het luik waarlangs het water binnenstroomde snel gedicht werd, geluk dat er geen boobytraps waren. De duikboot is nu het pronkstuk van het museum. Als je er vlak naast staat is het een overweldigend gevaarte. Een knap staaltje van ingenieurstechnieken. Jammer dat het hoofddoel van zo’n prachtig toestel het zaaien van dood en vernieling was.
Om kwart na twaalf kregen we een rondleiding in de U-boot, iets waar we 7 dollar extra voor betaald hadden. De rondleiding duurde welgeteld een kwartier en was teleurstellend. Er stond nergens uitleg bij de toestellen en we moesten veel te snel van de ene ruimte naar de andere. Bovendien was het verboden om foto’s te nemen. De reden? Blijkbaar waren er vorig jaar wat foto’s van het interieur van de duikboot op eBay verschenen en had de directeur het nemen van foto’s dan maar volledig verboden. Absurd. De duiding van de gids beperkte zich tot het ons wijzen op de geluids- en lichteffecten. “Hoor, zo klonk het dalen van een duikboot.” (Nuja, ik overdrijf een beetje.)
Na de duikboot verkenden we de rest van het museum. Het museum is gigantisch groot, dus moesten we ons beperken. De afspraak die we met vriend H gemaakt hadden om samen te luchen op de campus moesten we noodgedwongen annuleren.
We zagen onder andere de Apollo 8 commandomodule en een replica van de originele maanlander, oude treinen, vliegtuigen, een modelbouw Chicago met speelgoedtreintjes, pas uit het ei gekropen kuikentjes, een replica van het eerst vliegtuigje van de gebroeders Wright en nog veel meer. Heel erg jammer dat je bovenop de inkom nog eens extra moest betalen om bepaalde onderdelen van het museum te zien. Zo gingen de flight simulator en het milieuvriendelijke huis aan ons voorbij.
Eten deden we in het museum zelf en dat viel verrassend goed mee. Het eten was verzorgd, goedkoop en zelfs gezond. Ik had rosbief met gegrilde groenten en cornbread, zonder saus. En ik kreeg echt een heel grote portie groenten: asperges en courgettes. Het smaakte mij. Een goeie tip voor mensen die gezond eten op hun bord willen krijgen: probeer het eens in een museumrestaurant.
Rond een uur of drie vonden we het welletjes en trokken we naar Hyde park waar de campus van Chicago University gevestigd is. De gebouwen van Chicago University doen enorm Engels aan. Je waant je op de campus van een eerbiedwaardige oude Engelse universiteit. Je merkt dat het fake is, maar het stoort niet. De campus is mooi, groen en rustig. Extra rustig waarschijnlijk omdat de studenten hun examens afgelopen waren en ze de campus verlaten hadden.
We bezochten Rockefeller chapel, de Breasted Hall (geen idee waar de naam vandaan komt), de plaatselijke Alma (die als decor voor een Harry Potter film had kunnen dienen) en bekeken Robie House, een bekend huis in de prairiestijl van Frank Lloyd Wright en het standbeeld van Henry Moore dat op de plaats van de eerste gecontroleerde nucleaire reactie stond. De geruchten doen de ronde dat de grond onder het monument nog steeds radioactief is.
Als avondmaaltijd aten we een Subway-broodje onderweg naar de Navy Pier. De Navy Pier dankt zijn naam aan het feit dat de Navy er haar recruten oefende tijdens WOII. Nu vind je er een pretpark, cafés, restaurants, winkels en kraampjes allerhande. Op weg naar de pier had ik een heel interessante discussie met vriend H over het Amerikaanse strafrecht en de dunne lijn tussen een thought-crime en het veruitwendigen van de intentie om een misdaad te plegen.
We besloten iets te drinken op de pier. Enja, ik trapte weer met open ogen in de cocktailval. Ik bestelde een margarita on the rocks, want wat kan je nu misdoen bij het maken van een margarita. Veel dus. Eén van de ingrediënten van een margarita is citroensap. Met als gevolg dat een margarita zuur smaakt. De margarita (in een plastic bekertje, boehoe) die ik voorgeschoteld kreeg, smaakte allesbehalve zuur. Vaag leek het wel op een margarita, maar dan een mislukte. Wat zeggen ze ook alweer van die ezel?
Mijn cocktail was halfweg toen we het gezelschap kregen van een collega van vriend H en zijn verloofde. Ik deed mijn beklag over de cocktails en ze beloofden me tips te geven waar je er betere kon krijgen. We hadden een gezellige babbel en namen afscheid toen het bedtijd was.