Deze 26ste juni begon alvast niet veelbelovend: de dubbeldekkertrein die tegenwoordig om 8.37 naar Brussel vertrekt, was voor de gelegenheid weer maar eens vervangen door een gewone trein. Gevolg=rechtstaan. Nu moet ik eerlijk zeggen dat mijn tolerantiegraad voor rechtstaan in de trein tegenwoordig toegenomen is. Hoogstens haal ik even mijn schouders op en speel ik al rechtstaand verder Duolingo.
Omdat we nog cash geld nodig hadden om de waarborg voor ons weekendje in Libin te betalen, lastte ik in Brussel een korte tussenstop in bij een bankautomaat om enkele briefjes van 50 euro bij te tanken. Helaas, de automaat in kwestie besloot zo vriendelijk te zijn om mijn bankkaart in te slikken en het bijhorende bankkantoor (typisch) was op donderdag pas open om 10.30u. Ok, geen probleem, ik zou er tijdens mijn middagpauze wel even snel langs gaan om mijn kaart te recupereren.
Mijn humeur was ondertussen al een beetje de dieperik ingegaan, niet in het minst omdat de verkoudheid die ik al een week meesleurde, begon te verergeren in plaats van te verbeteren. En dat net vóór een weekendje weg, uiteraard. Dus klaagde en zaagde ik wat tegen de collega’s, onder het motto, gedeelde smart is halve smart.
Jammer genoeg bleek het Volstrekt Onmogelijk te zijn voor het bankkantoor om mijn bankkaart te recupereren. De automaat werd namelijk beheerd door Group 4 en die verzamelden slechts één keer per maand alle achtergebleven bankkaarten. Alweer een veiligheidsmaatregel die het leven van de gewone mens moeilijker maakt. Er zat niets anders op dan naar Card Stop te bellen en een nieuwe bankkaart aan te vragen, zodat ik geld kan afhalen als ik in IJsland een duur glas wijn wil drinken.
Toen na de middag mijn telefoon overging en ik vervolgens een Bijzonder Verontwaardigde Mevrouw aan de lijn kreeg, was mijn eerste gedacht: ook dat nog. Maar kijk, het kan verkeren. Na een bijzondere verwarde uitleg over chakra’s en geboycot worden van iemand die duidelijk last had van conspiracy theories, aangevuld met mijn pogingen om orde in de chaos te scheppen, legde ik de telefoon neer en kon ik opeens de absurditeit van dit alles inzien. Vanaf dat moment ging de dag in stijgende lijn.
Van mijn vriend kreeg ik het bericht dat de installatie van onze gloednieuwe Telenetverbinding vlekkeloos was verlopen (weg met het steeds slechter werkende Dommel) en ik stopte wat vroeger met werken om samen met enkele collega’s de bloemetjes buiten te zetten in Leuven. Een lang geplande date die bijna het onderspit had moeten delven omdat de Rode Duivels speelden. Gelukkig vonden we een voor iedereen aanvaardbaar compromis.
We belandden met z’n vieren op het gezellige terras van de Meat City en hadden zoveel bij te praten dat het in een zucht negen uur was. Tijd om afscheid te nemen van de twee dames die met hun wederhelften naar de voetbal gingen kijk. Met mijn naamgenote en ex-collega zakte ik af naar Les Parisiennes alwaar nog een andere collega ons vervoegde voor een afsluitend glaasje wijn.
Slecht begonnen, fantastisch geëindigd! All’s well that ends well.